3-23 Breng steeds weer de aandacht die je voor de verschijnselen hebt letterlijk terug naar de bron

jaargang 3 nr. 23 (8 juli 2002)



In deze AP een tweede stuk van het gesprek op 22 mei jl.. In de bijlage een aardig stukje uit Dagblad Trouw van Bruno Nagel, die zo vriendelijk was toestemming voor opname te geven.


Uit een inleiding en gesprek met Douwe Tiemersma te Gouda op 22 mei 2002 Deel 2

[over de mantra]

(D) … Maar wanneer je je werkelijk met de wezenlijke betekenis laat meegaan …

(Vr.) Wat bedoel je dan met ‘de wezenlijke betekenis’?
(D) Die is niet onder woorden te brengen. Dat is nu juist waar het om gaat. De mantra heeft nog een laatste vorm die de spirituele beweging van je richt. Zodanig is het een katapult waardoor je dwars door alle vormen heengaat. Ja, in ieder geval weet je dan dat je de goede richting wordt ingeschoten.
Maar, zie hoe het werkt. Er zijn vele ‘laatste woorden’, laatste uitspraken. Wanneer een ervan werkt en je laat dit gebeuren, krijg je de verwezenlijking van wat geïntendeerd wordt. Als je werkelijk meegaat, kom je in een grensgebied en dan voel je dat er wezenlijke dingen gebeuren. Wat je eerst zo had vastgehouden valt langzamerhand uiteen. Blijf intern geweldig helder, zodat je niet toch weer ergens vast blijft zitten. Dat je niet al te snel zegt: dit is het zo ongeveer wel. Daarom is het goed om steeds weer opnieuw te gaan kijken waar nog een stuk onduidelijkheid, een stuk onbegrip zit. Wees daar geweldig eerlijk in ten opzichte van jezelf, anders blijf je in een vaagheid zitten. Dan is het opnieuw zaak om weer naar jezelf te gaan kijken. Steeds wanneer je denkt een stukje kennis te hebben, is het nodig opnieuw naar jezelf te gaan kijken en je af te vragen: waar zit ik nu eigenlijk? Op wat voor manier ben ik hier aanwezig?
Het uit elkaar vallen van allerlei vanzelfsprekendheden is meestal vrij duidelijk op het niveau van het denken, met de begrippen die je al lange tijd gebruikt hebt. Maar het gaat natuurlijk dieper. Het zit ook op het terrein van je eigen gevoelens. Ook daar zijn bepaalde structuren aanwezig die je langzamerhand hebt opgebouwd en moeilijk in het zicht krijgt, moeilijker dan de duidelijke begrippen. Onder de structuren van het heldere kennen zit nog zo verschrikkelijk veel. Wanneer daarin een vaagheid blijft, hoewel je een zekere duidelijkheid hebt over de betrekkelijkheid van alle kenvormen, dan blijf je dus in die vaagheid zitten. Het enige wat je hebt is de helderheid van het bewustzijn. De helderheid van het zelfbewustzijn. Die helderheid kan geweldig groot worden, geweldig sterk worden, zodat daardoor alles doorlicht wordt, totaal. Wat wezenlijk werkt, dat is dat inzicht en dat zal totaal moeten zijn, een geweldig helder licht dat alles doorlicht. Wanneer er maar een hoekje duister blijft, blijf je daar vastzitten.

(Vr.) Zouden de denksystemen die we doorgaans hanteren die ruimte kunnen bewerkstelligen die er eigenlijk altijd al is?
(D) Een denksysteem kan dat niet. Alleen vanuit een hoger inzicht kan er een zelfbewustzijn-ruimte komen. Mijn zelf-sfeer is licht en is tot op het laatst een sfeer van zelfbewustzijn. Van daaruit worden de denkstructuren duidelijk. Binnen die denkstructuur kun je je niet bewust worden van de beperktheid van die denkstructuur want wat voor wereld je ook neemt, wanneer je erin gedoken bent dan is die wereld alles.

(Vr.) Maar je kunt je wel gewaarworden van het denksysteem zelf. Dan sta je er buiten. Iets is aan het schouwen.
(D) Dus nu gaat het erom te beseffen hoe het nu zit. Je zegt: iets aanschouwt. Wat betekent dat?

(Vr.) Dat is dat inzicht.
(D) Nee, je bent het zelf. Je kunt er niet in de derde persoon over praten. ‘Het is iets’ ‘Het is inzicht’. Je bent het zelf! Wanneer die realisatie komt gebeurt er wat. Je bent zelf Inzicht, het licht van inzicht. Dat oorspronkelijke licht moet er zijn, wil er überhaupt iets kunnen verschijnen. Het gaat vooraf aan alles wat verschijnt. Dan is het duidelijk dat het gaat om het totale loslaten van wat er verschijnt, van al die vormen waarvan je eerst altijd gezegd hebt dat die van jezelf waren, de vormen van je lichaam, van je gevoelens, van je denken …

(Vr.) Het inzicht is ook een verschijnsel?
(D) Zolang het een verschijnsel is gaat het niet om het werkelijke inzicht, dat heb ik net uitgelegd. Zolang het een verschijnsel is, is het ergens een licht waar je in de derde persoon over kunt praten. Het komt op en het verdwijnt weer. Of, vanuit een ik-positie: ik had vorige week een prachtig inzicht. Dan vind je dat inzicht mooi en hebt er een mooi lijstje omheen gemaakt. Dan is het juist niet meer Dat waar het om gaat. Dus, breng steeds weer de aandacht die je voor de verschijnselen hebt letterlijk terug, terug, terug naar de bron van jezelf, zodat werkelijk alles omstulpt binnenstebuiten.

Bijlage

Bruno Nagel, naar aanleiding van een stukje tekst van Meester Eckhart (1260 - 1328)
Trouw 1 juli 2002, in de serie ‘Fragment’

“Als je duizend jaar lang aan het leven zou vragen: 'waarom leef je?' en als het kon antwoorden, zou het niets anders zeggen dan: 'ik leef omdat ik leef'. Dat komt omdat het leven uit zijn eigen grond leeft en opwelt uit zichzelf. Daarom leeft het zonder waarom, zelfs hierin dat het voor zichzelf leeft. Als je nu een waarachtig mens die werkt vanuit zijn eigen grond, zou vragen: 'waarom doe je je werk?' en als hij goed zou antwoorden, zou hij niets anders zeggen dan: 'ik werk omdat ik werk'.''
Meester Eckhart

In deze preek laat Eckhart een 'enkelvoudige' manier van leven zien. Enkelvoudig, niet eenvoudig, want dat vind ik zo'n slappig, vromig woord. Ik bedoel iets pittigs, een niet door bijbedoelingen gespleten innerlijk leven. Dat spreekt mij zeer aan. Het gevoel dat het leven ons draagt en voedt. Op mijn betere momenten voel ik dat, kan ik het leven mij laten overkomen.

Eckharts preek is geen recept, maar de verschillende spirituele tradities kennen er wel trainingen voor. De Chinese taoïsten beoefenen het spontane, niet-opzettelijke 'handelen door niet te handelen' (wei wu wei), de Zen-traditie kent de stille zit-meditatie.

Een zenmeester gaf een westerling die het geheim ervan wilde leren kennen het advies om te gaan boogschieten. Want westerlingen kunnen toch niet stilzitten, dacht de zenmeester. Hij kreeg de instructie de pijl niet actief af te schieten, maar de boog te spannen en te wachten tot de pijl zichzelf schoot. Na een tijd was het nog niet gelukt en gaf hij de hoop op. Maar aangespoord door de meester ging hij toch maar weer door met oefenen. Tot hij op een dag de meester hoorde zeggen: 'Het heeft zojuist geschoten'.

Enkelvoudig leven en werken zonder waarom is paradoxaal. Je kunt het niet nastreven. Het is net als 'spontaan moeten zijn'. Je kunt het alleen ontvangen door het juist op te geven. De betere dingen in het leven hebben hier iets van. Ook kunstenaars weten dat. Ondanks allerlei inspanningen en kunstmatigheden worden de betere dingen niet gemaakt maar 'geboren', om in Eckharts termen te spreken. Ze vallen je toe, worden je geschonken.
Veel pijn in het leven komt er uit voort dat we proberen ze af te dwingen. Want ons leven is vaak complex, 'dubbel', vol bijbedoelingen als zelfbehoud, zoeken naar bevestiging en macht, bedelen om aandacht en liefde.
Leven omdat je leeft en werken omdat je werkt betekent niet dat het niet uitmaakt hoe je leeft. Soms past het bij je dat je moet knokken. De hindoeïstische Bhagavad Gîtâ spreekt er over als 'handelen zonder de vruchten van je daden te begeren'.
De vraag 'waarom leef ik' heeft mij minder beziggehouden dan de vraag 'waarom kom ik eigenlijk mijn bed uit'. Floep, daar sta ik weer. Onbegrijpelijk. Het is pure levenslust zonder waarom, een wonderlijk iets.''
Bruno Nagel was docent vergelijkende wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam en geeft les bij de Stichting Filosofie Oost-West te Utrecht


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod