4-17 Dan is er een directe herkenning: inderdaad, Dit was er altijd al

Jaargang 4 nr. 17 (5 november 2003)

Het was bijzonder vrijdagavond in Groningen te zijn met zoveel echt geïnteresseerde mensen. Het is bijzonder, omdat het directe en radicale advaita-pad altijd slechts enkelingen trok. Het is een kaal pad: het gaat alleen om het vaststellen van wat zich primair toont (voor de ordeningen die het gevoel en denken scheppen) en dat is het onuitsprekelijke zonder scheidingen. Daarover ging het die avond, zoals altijd trouwens. Volgend jaar maart of april zal er een vervolg zijn.
Voor het Pranayama-boek bestaat veel belangstelling. Ik kreeg al heel wat berichten van mensen die er enthousiast mee werken. Ik kreeg van iemand ook het bericht van een storende fout. Foutjes zitten er wel meer in, maar deze moet worden rechtgezet. Op bladzijde 146 staat de houding van hand beschreven bij de nadi shodana. Het begin moet zijn: De wijsvinger en de middenvinger buigen naar binnen ... De tekening geeft het goed aan. De uitvoering volgens de tekst (De wijsvinger en ringvinger ...) levert problemen op. Degenen die het boek hebben kunnen de zin veranderen.
In de bijlage is weer een interview te vinden, deze keer met Willem Steetskamp.

Tekst

Gesprek 5 april 2003 op de Hoorneboeg, deel 4

Ik merk dat wanneer ik naar het geluid van dat vliegtuig luister, ik niet eens weet dat het het geluid van een vliegtuig is. Ik hoor iets, maar ik kan er niet over praten. En wanneer ik mezelf niet meer lokaliseer als zittend op een stoel in dit lichaam, dan wordt het totaal ...
Leeg. Herken de verschillende niveaus. Blijkbaar is er een diep niveau met een sfeer waarin geen herkenning is van het geluid als het geluid van een vliegtuig, zelfs niet meer van het geluid als geluid.

Ik begrijp niet dat je dan nog in de wereld kunt functioneren, dat je dan niet gaat dwalen of zo.
Als je daar helemaal in duikt, je zwaartepunt helemaal daarnaar laat verschuiven, je helemaal daarin terugtrekt, is er geen functioneren meer in de wereld. Zie maar naar de diepe meditatie. Wat er verder gebeurt, kan verschillend zijn: of je vliegt door, of de wereld komt terug.

En als je doorvliegt, dan is het einde verhaal.
Dat verhaal bestaat dan al lang niet meer. Hier gaat het er om al die verschillende niveaus te herkennen. Dat die sfeer van stilte of stille weerspiegeling open blijft als zelf-zijn. Dan mag alles best terugkeren.

Dan blijft alles direct, zonder lange verhalen en zonder vragen?
Er blijft een stil weerspiegelen.Verder niets - punt.
In dat weerspiegelen kunnen allerlei geleerde dingen een rol spelen, bijvoorbeeld de kennis dat het een vliegtuig is, maar de diepte van het ondefinieerbare blijft open en de vaststellingen blijven direct. Die open diepte blijft. Daarom blijven de verschijnselen betrekkelijk. Daarbij blijft er de herkenning van die diepte als zelf-zijn. Als die diepte er niet is, blijf je in de golven van de gebeurtenissen zitten die zintuiglijk en denkmatig worden ervaren.

Er zijn twee vragen die bij me opkomen omdat de taal me zo verwart. Bedoel je met stilte de afwezigheid van geluid?
Ook de afwezigheid van drukte, van bewegingen, van de dingen, van het denken, enzovoort.

Hoe zit het met iemand die doof geboren is?
Iemand die doof is, heeft nog allerlei andere zintuigen die informatie leveren en er is denken. De geest heeft dan ook wervelingen. Waar het werkelijk om gaat, is het open blijven van wat vooraf gaat aan de vormen van ervaring, denken, enzovoort, en Dat herkennen als jezelf.

Dan heb ik nog een vraag: zit in elke ervaringsvorm de stille getuige?
Ja.

Het is dus mogelijk om vanuit de meest grofstoffelijke vorm de overstap te maken naar die getuige?
Ja.

Waarom is dat zo ontzettend moeilijk? Hoe kun je die andere kant opgaan?
Dat kun je bewust leren kennen. Ik geef wat aanwijzingen om iets daarvan te ervaren. Er kan werkelijk een verschuiving van je zelf-zijn plaatsvinden, van je eigen identiteit. Wanneer je identiteit helemaal vast zit in je lichaam, is er weinig te herkennen van die stille getuige. Maar, de ervaring daar is ook de basis waarop je dat getuige-zijn kunt herkennen. In elke gewone situatie zit iets beschouwelijks, een weet hebben van de eigen situatie. Als dat zich verder ontplooit - en dat doet het regelmatig - blijkt de diepte van het beschouwen, het gewaar zijn, geweldig ver door te gaan, in de sfeer van zelf-zijn. Als iemand die hiervoor gevoelig is meegaat met de aanwijzing, kan er een directe herkenning plaatsvinden: inderdaad, Dit was er altijd al.

Het is natuurlijk geweldig aantrekkelijk wat je zegt: je trekt je terug op dat stille bewustzijn en dan kun je je denken helemaal deleten, je programma's net als op de computer helemaal deleten, en vanuit dat stille bewustzijn leven.
In die stilte kunnen de programma's van het leven rustig doorgaan, maar dat is niet erg. Dus, het gaat inderdaad over het werkelijk alles loslaten. Maar, als dat plaatsvindt en als je dat herkent, hoort daarbij dat je niets afweert van wat er van de wereld terugkomt. Het is niet alleen een je terugtrekken.

Bijlage

Het is zo natuurlijk
Interview met Willem Steetskamp
door Patricia van Bosse


We kennen Willem als iemand die op een rustige, bescheiden manier altijd straalt. Als ik zijn huis binnenkom valt meteen op dat er iemand woont die geniet van schoonheid. Er is veel dat aan reizen naar India herinnert, beeldjes, tanka’s aan de muren, veel dat aan spiritualiteit herinnert. Hoewel fotograferen al jarenlang een hobby is, hangen er geen foto’s aan de muur. Wel een’ Harry’, een klein portretje van Douwe, met op de achtergrond het strand en de zee. Het is aanleiding geweest voor veel gesprekken, vertelt Willem. In zijn lichte flat, gezeten in het zonlicht en met uitzicht op de boomtoppen van het park praten we.
Eerder had hij gezegd liever niet weer al die verhalen op te rakelen, die er over een leven en een zoektocht zijn te vertellen, maar toch gaan we het ergens over hebben. Hij zou veel kunnen vertellen over India, over alle mooie en moeilijke dingen op zijn spirituele pad, maar het doet er allemaal niet zoveel toe. De lading is eraf, het zijn echt verhaaltjes geworden. Het is niet waar het uiteindelijk om gaat, maar hoe kan je daar over vertellen? Zo beginnen we ons gesprek.

Waar het uiteindelijk om gaat, is geen verhaal, het is niet iets dat gebeurt. Het is iets dat er altijd is en het besef daarvan is steeds meer aanwezig. Al het andere wordt dan een verhaaltje, niet alleen over hoe het vroeger was, maar ook wat er op een dag gebeurt, wie je tegenkomt op straat. Ook dat zijn verhaaltjes, even komt het naar boven, het heeft een begin en een einde. Het mag allemaal komen en ook weer weggaan, maar het is niet waar het om gaat.
Daar kan je verder niet zo vreselijk veel over zeggen. In feite wijst Douwe alleen maar daar naartoe. Dat sprak me geweldig aan in hem, dat het alleen maar dat is, elke keer weer. En hij praat vanuit die waarheid, niet erover. Als je daarmee in contact komt - en het is ook in jou, die essentie is altijd hetzelfde - dan valt er zoveel weg. Die geschiedenissen zijn er wel geweest en soms zijn ze wel aardig, maar ze zijn niet essentieel.

Ja, als we praten over gebeurtenissen, een levensloop, dan zitten we onmiddellijk in het perspectief van een persoon die zich ten opzichte van de wereld opstelt en dan een ontwikkeling doormaakt. Dat is ook zo’n oude gewoonte….

We zijn gewend veel te praten en dan zeggen we wel: toen gebeurde dit en toen ging ik dat doen, maar het is allemaal achteraf bedacht. Je creëert ter plekke een verhaal met de verbanden die je op dit moment legt. Toen ik een diepe crisis had en heel somber over alles was, vertelde ik een heel ander verhaal over India dan nu. Alles wat ik vertel is zo betrekkelijk.

Toch kan het zinvol zijn iets te vertellen, ook over gebeurtenissen en een ontwikkeling zoals het nu in je opkomt. Het kan toch een herkenning geven voor anderen, het kan toch wijzen naar dat waar verder niet zo veel over te zeggen is.

Dat is zo, als maar duidelijk blijft wat de essentie is, dat het daarom gaat en dat alle andere dingen een verhaaltje zijn.
Wat voor mij enorm belangrijk is geweest, is om een bevestiging te krijgen. Dat heeft Douwe gedaan. Dat er iemand is die op een gegeven moment zegt: dit is het en laat het maar doorgaan. En, laat het hem maar duizend keer zeggen, want ik heb het nodig om het duizend keer te horen: dit is het en laat het maar doorgaan.
Wie zegt dat verder tegen je vanuit dat van waaruit hij het kan zeggen? Je ouders hebben altijd gezegd dat je een goede jongen moest zijn, je moest een baan hebben, er leuk uitzien, ‘netjes voor de buren’, hoe vaak heb je dat soort dingen niet gehoord? Op school moest je heel veel kennis verzamelen. In het contact met de meeste mensen die je ontmoet gaat het ook altijd een bepaalde kant op. Tot je iemand als Douwe ontmoet en dan keert het zich totaal om.
Dan is er de herkenning van wat essentieel is, wat aan alle dingen vooraf gaat en wat zo heel natuurlijk is. Want daar kom ik vandaan, dat ben ik eigenlijk. De hele rest wordt dan zo kunstmatig. Dat herken je dan ook, de kunstmatigheid van dat andere.

Voor jou was er meteen de herkenning toen je Douwe ontmoette?
De crises had ik eerder gehad. Toen ik Douwe ontmoette was er een zucht van opluchting, alsof je toch een fiat nodig hebt: het is ok. Dan is het zo concreet, iemand die je gewoon ziet die dat zegt.
Dezelfde dingen had ik vaak gehoord, maar nooit van een leraar die dat zo direct tegen mij zei. En dat geeft wel een heel speciale kwaliteit, dat maakt het heel direct en heel dichtbij, heel erg dichtbij.
Het was goed dat ik al eerder door die crises was heengegaan, dat het grootste deel van de ergste verkrampingen al weg was. Daar had ik overigens heel lang tegenaan gehikt. In ‘72 is mijn spirituele weg begonnen en twee jaar geleden heb ik Douwe ontmoet, daar zit 30 jaar tussen. Je kan je voorstellen dat er in die periode wel wat is gebeurd. Eerder was de tijd kennelijk niet rijp.

Een beginpunt, crisis, dan opluchting, zo glijden we vanzelf in het verhaal van je levensloop.
Ach ik wil alles wel vertellen, als maar duidelijk is dat het een verhaal is en niet de essentie. Al die verhalen komen in grote lijnen op hetzelfde neer. Je hebt een ervaring, dat is mooi, dat wil je nog eens hebben en dan lukt het niet, je gaat verder zoeken en dan kom je problemen tegen.

Variaties op een thema.
En de variaties zijn op zich niet zo belangrijk.

Laten we praten over hoe je het leven nu ervaart. Een tijdje geleden heb je een stukje geschreven over je werk, dat in de Advaita Post heeft gestaan. Je werkt in de zorg met zwakzinnige mensen in de nachtdienst. Je schreef dat als jij in helderheid en stilte blijft heel veel agressie en opwinding wegsmelten.
Het is wel apart hoe dat stukje is ontstaan. Op een woensdagavond was ik bij Douwe geweest. Aan het einde van de avond vroeg hij aan me: wat doe jij nu eigenlijk op je werk. Ik was heel verbaasd, de vraag kwam schijnbaar nergens vandaan. We hebben toen maar even gepraat en thuis dacht ik: het is toch niet voor niets dat hij dat vraagt. Via de e-mail heb ik hem wat over mijn werk geschreven, over wat het inhield en mijn houding daarin. Hij schreef terug dat het misschien goed zou zijn om iets daarover voor mijn collega’s te schrijven. Daar had ik een flinke weerstand tegen, ik treed op zo’n manier niet zo gemakkelijk naar buiten. Ik dacht als ik het niet doe, hoor ik er waarschijnlijk nooit meer iets over, maar toch wordt er een appèl op me gedaan. Het was ook een mogelijkheid om een verbinding te maken tussen waar we mee bezig zijn met Advaita en het werk. De verschillende delen van het leven waren altijd zo gefragmenteerd. Familie, thuis, werk, vrienden en kennissen, andere interesses waren allemaal aparte stukken. Dat is heel kunstmatig, terwijl het gaat om eenheid. Zo’n stukje schrijven gaf mij de kans daarin iets te doorbreken, dat voelde ik eronder zitten. Een paar dagen later zat ik op de fiets naar mijn werk en opeens was het hele stukje er. Het was er in één keer, een totaal en compleet verhaal, maar zo vluchtig dat het zo met de lucht mee weg zou kunnen vliegen. Na ongeveer een uur had ik op mijn werk de tijd en kon ik het opschrijven. Het was er nog en ik hoefde er alleen goede zinnen van te maken.
Het is uiteindelijk niet in het personeelsblad geplaatst, hoewel de eerste reactie heel leuk was. Vermoedelijk past het niet in de manier van denken over verpleging. In het stukje staat een passage dat je op een bepaalde manier aanwezig kunt zijn waardoor er geen verpleegkundige en geen patiënt meer is. Op een bepaald niveau zijn die er natuurlijk wel, maar op een dieper niveau zijn ze er helemaal niet. Ik merk op mijn werk dat naarmate ik meer op dat andere niveau kan zijn en die verpleger en patiënt wegvallen het fantastisch gaat lopen. Het zijn vaak heel moeilijke patiënten die om kleine dingen soms heel agressief kunnen worden, er is vaak veel onenigheid en ruzie, er zijn mensen die psychotisch dreigen te worden. Juist deze mensen die verstandelijk op een heel kinderlijk niveau functioneren reageren heel sterk op de manier waarop je aanwezig bent, niet op wat je zegt. Dus het is een mooi oefenterrein.

Je bent je waarschijnlijk nu ook heel duidelijk bewust hoe dat werkt, is je werk daardoor anders geworden?
Uiterlijk gezien moet je soms bepaalde maatregelen treffen, dat blijft zo. Maar die laag van waaruit ik die maatregelen tref is helemaal anders geworden. Vroeger was dat mijn bodem: we hebben hier een systeem, we werken op een bepaalde manier en van daaruit doe ik dingen en moet ik zorgen dat het zo gaat en niet zo. Die laag is er nog, maar daar zit een laag onder. Dat andere is nu een instrumentele laag die je kan gebruiken. Dat is soms handig en het is de manier van werken met bepaalde afspraken waar je je aan moet houden. Maar daaronder is die laag waar eenheid is, waar patiënten en ik als personen verdwenen zijn, waar je een bepaald soort aanwezigheid hebt. Ja, en dat is genieten. Dan zitten de patiënten soms gewoon bij me zonder dat we wat zeggen, we drinken een kopje thee. Ze zitten er een kwartiertje en dan gaan ze naar bed. Er is niets gebeurd, maar het is gewoon goed.



Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Meditatieboekje

    Korte teksten die je meenemen naar openheid

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod