4-8 Ervaar je de eigen stilte, voorafgaande aan de schepping?-

jaargang 4 nr. 8 (14 april 2003)


Op het weekend op de Hoorneboeg met een grote groep mensen was veel stilte. De grote stilte werd voor velen erg duidelijk: de stilte voorafgaande aan de tegenstelling stilte-geluid, de stilte voorafgaande aan de schepping. Die is de eigen stilte en altijd aanwezig. Ervaar je deze?
Het gesprek op de vorige woensdagavond ging onder andere over het te belangrijk vinden van je eigen persoon, waardoor het als moeilijk wordt ervaren deze persoon werkelijk los te laten. Wat in de persoon van waarde is, is het Zelf. Vanuit het Zelf zie je de futiliteit en het illusoire van de persoon. Dan wordt de verwarring van het hoogste (Zelf) en het betrekkelijke (persoon) opgeheven.

Allerlei plannen voor september liggen weer klaar. Dit keer staat in de bijlagen informatie over de pranayama-cursussen en de cursus Advaita Vedanta in Rotterdam.

Tekst

Uit een gesprek op Schiermonnikoog 1 februari 2003
‘Stilte’

[Stilte] Jullie weten wat het thema is: stilte. Het is hier weer zoals het was: stilte. Er is niets veranderd. Tussen de vorige keer en nu lag het drukke leven. Dat valt nu weg in de stilte. Laat het maar wegvallen. Dan merk je dat die stilte nooit is weggeweest. Als je helder bent, is dat duidelijk.
Wat gebeurt er in de stilte? We komen in de winternacht met storm en sneeuw aan op een ver eiland en het wordt doodstil. Wat gebeurt er met die mensen? In de nacht, in de sneeuw, aan het eind van de wereld, is het stil. In de stilte van de nacht, van de sneeuw, in de werkelijke stilte, lost alles op, lost de hele groep op.
Ga heel precies kijken hoe dat bij jezelf zit, waar je alles in de stilte laat oplossen. Jij luistert, jij luistert. Luister naar de stilte. Als het luisteren iets vindt om naar te luisteren, is er een duidelijke relatie met aan de ene kant jezelf en aan de andere kant dat waarnaar je luistert. Nu is er de sneeuw die door blijft vallen in de donkere nacht, de sneeuw die heel gestaag en heel stil naar beneden gaat, en jij luistert. Maar, er is niets dat aan het luisteren beantwoordt. De intentie van het luisteren is er en gaat door, maar de stilte van de sneeuw overal in het donker is oneindig. De intentie van het luisteren wordt oneindig. Alles van jezelf gaat in het luisteren naar het oneindige, en zo blijft niets over. Ga precies kijken hoe het is. Het luisteren krijgt geen houvast. De energie van het luisteren vervluchtigt in de sneeuwlaag. Wat ben jij zelf? In het luisteren naar het geluid van de sneeuw ben je zelf luisteren. Je lost in de stilte op, je wordt zelf sneeuw. Er is geen geluid voor jeZelf. De oneindige stilte blijft. Zie hoe die stilte alles oplost. Ze hebben nog gezocht naar de mensen van de groep op dat eiland, maar hebben niets gevonden.

Zie, hoe de stilte verder gaat dan de tegenstelling geluid en stilte. Geluid en gewone stilte wisselen elkaar af. Je stelt nu eens vast dat er geluid en dan weer dat er geen geluid is, dan weer geluid. Aan deze afwisseling gaat de Stilte vooraf. Het is de oorspronkelijke stilte waaruit de gewone stilte en het geluid voortkomen. Er is een periode van geluid en periode van afwezigheid van geluid. Geluid komt op als een verschijnsel, en stilte komt op als een verschijnsel. Deze Stilte is er altijd, continu, onafhankelijk van geluid en afwezigheid van geluid. Ga naar de stilte van de nacht, de stilte van het vallen van de sneeuw. Het is belangrijk op deze eerste avond dat die oorspronkelijke dimensie van Stilte weer open is.
Let op, nu die dimensie van Stilte open is. Stilte is geen verschijnsel tussen de geluiden. Hij gaat eraan vooraf, zoals je zelf vooraf gaat aan de verschijnselen. Wanneer Stilte verschijnt, ervaar je dat hij niet verschillend is van je eigen zelf-zijn. Die Stilte is geen verschijnsel (derde persoon), want Stilte ben je zelf (eerste persoon). Als je gaat luisteren vanuit je zelf-zijn naar de stilte, ben je ‘luisteren’. Dan gaat het luisteren samenvallen met de oorspronkelijke stilte, zelf ga je samenvallen met de oorspronkelijke stilte. In die oorspronkelijke sfeer ben je als stil luisteren niet verschillend van de stilte. Dat is de meditatie. Stilte die luistert naar de stilte, Dat ben jij.
We zetten een CD op met stilte, er staat niets op. We luisteren. “Volgend nummer” … Als je naar iets wilt luisteren, ben je gespitst op geluid. Wanneer het geluid niet wil komen, wat gebeurt er dan? Óf je gaat terug naar je denken, óf je gaat mee in die stilte. Je bent in je luisteren op iets gericht en wanner je niets vindt, gaat je gerichtheid verder door. Zo gaat ze verder en verder en vindt geen object om te grijpen. Ze gaat oneindig door.

[Stille muziek]

De muziek is dus een verwijzing naar de stilte, aanvankelijk naar de stilte tussen de tonen, uiteindelijk naar de oorspronkelijke Stilte. Je kunt gericht zijn op het geluid van de tonen. Als je helder bent, word je je bewust van de ruimte tussen de tonen, van de stilte. Als je helemaal open staat, opent zich de dimensie van de voorafgaande grote Stilte.
Dit was het over stilte en geluid, de komende dagen komen we er zeker op terug, maar dit blijft het belangrijkste.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • Meditatieboekje

    Korte teksten die je meenemen naar openheid

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod