6-19 Het punt is dus ontspannen bij en in het ruime zelf-zijn te blijven en .....

Jaargang 6 nr. 19 (1 november 2005)


In de Brieven-rubriek staan nu al vijf brieven die over de relatie tussen lichamelijk lijden en spiritualiteit gaan. Deze problematiek heeft vele kanten. Hier komt vooral het sterker worden van de lichamelijke klachten in verband met een spirituele ontwikkeling aan de orde. De volgende opmerkingen zijn in dit kader relevant.

1. Een verdere spirituele ontwikkeling – welke dat ook is – geeft geen garantie dat er geen lichamelijke stoornissen en ziektes meer optreden. Het lichamelijke leven heeft zijn eigen verloop, compleet met een constitutie en met een aftakeling. Het getuigt van een groot onbegrip ten aanzien van de eigenheid van het biologische als wordt gezegd dat alle ziektes hun oorsprong hebben in de psyche of in slecht karma en dat er bij verlichting – wat men daar dan ook onder verstaat – geen ziektes meer zijn. Natuurlijk, de fijn- en grofstoffelijke niveaus van het leven hebben veel met elkaar te maken. Een goede spirituele situatie heeft een helende invloed op alle andere niveaus (zie Brief 5), alleen al omdat allerlei ik-spanningen zijn verdwenen. De lichamelijke uitgangssituatie en de processen hebben echter ook een zekere zelfstandigheid.

2. De bovengenoemde spirituele interpretatie van ziekte gaat vaak samen met het te zeer gefocussed zijn op gezondheid en een lang leven, uiteindelijk onsterflijkheid. Dat was maar al te vaak het geval in de yoga en andere spirituele tradities. Uitgangspunt van dit verlangen is dan een ik, dat geïdentificeerd is met het lichaam en niet wil sterven. Gezonde voeding, beweging enzovoort, blijken maar tot op zekere hoogte aan een lang leven bij te dragen. Daarom was/is er de notie en de poging om via spiritualisering vrij van veroudering en dood te komen. Tot op zekere hoogte kan er op deze wijze meer ruimte ontstaan, maar wat beslissend is voor vrijheid is niet het werken met grof- en fijnstoffelijke energieën, maar het loslaten van de identificatie ermee. De herkenning van het oorspronkelijke vrije zelf-zijn lost elke gebondenheid op. De pijn die er dan nog is, bevindt zich in het grote geheel en er is geen overbodig lijden.

3. Het verder gaan op een spirituele weg kan in een bepaalde fase de gevoeligheid, ook op lichamelijk vlak, zo vergroten dat er klachten komen en zelfs stoornissen ontstaan. Natuurlijk hangt dit af van de lichamelijk-geestelijke constitutie. Blijkbaar is die zodanig dat er bij het open komen van meer spirituele ruimtes en energieën een minder prettige reactie optreedt. In Brief 12 wordt dit verwoord als het te lang in een fel licht te hebben gekeken.
Meestal verdwijnen de klachten als de spirituele ontwikkeling op een goede manier verder gaat, dat wil zeggen dat het lichaam aan de nieuwe situatie went en zich aanpast. Een belangrijk punt is de helderheid omtrent de eigen situatie, inclusief van de factoren die die situatie beïnvloeden, en dan verstandig te zijn – op materieel, op psychisch, op spiritueel, op alle niveaus. Neem de tijd en praat er over. Alleen al door de geruststelling dat de klachten niet echt vreemd zijn en vaker voorkomen, kunnen ze al minder sterk worden. Vrijwel altijd is het raadzaam terug te gaan naar het eigen zelf-zijn – eerst concreet naar het lichamelijke zelf-gevoel – en daarin je te ontspannen. Dat is trouwens altijd een van de belangrijkste spirituele bewegingen. Als deze ontspanning dieper wordt is er ook op het lichamelijke vlak geen over-spanning meer en is er de grondslag voor een werkelijke doorbraak. Het punt is dus ontspannen bij en in het ruime zelf-zijn te blijven en de aandacht niet gericht te houden op de lichamelijke onlustgevoelens.
Nieuwe Brieven zijn: (klik hier): Oefenen en non-dualiteit, Spiritualiteit en lichamelijke klachten, Daarmee is de kous af.



Aanvullingen van de rubriek ‘Proza en Poëzie’ op de website zijn er ook weer. Meer dan welke teksten ook, zijn die van Erik van Ruysbeek relevant (o.a. ‘Alles is nu Nirvana’ en Autobiografisch grafschrift). En dan zijn er ook de teksten van Harry van Zomeren (‘vanzelf beseft het in me al-vervuld te zijn’, ‘dit licht / daarin is continu / voorbij licht en donker bewustzijnslicht / in de tijdloze flits’). Ten slotte, misschien niet onverwacht, is er een aantal uitspraken van heer Ollie Bommel en anderen van Marten Toonder, die ook in de rubriek thuishoren. Hier zijn stukjes tekst opgenomen uit ‘Het einde van eindeloos’ (‘Oh, eh... Ja,’ stamelde heer Ollie. ‘Eh... Nee, bedoel ik. Waar ben ik?’ ‘Je bent hier,’ verklaarde de oude knikkend. ‘Hier.’) Klik hier: Erik van Ruysbeek, Harry van Zomeren, Marten Toonder



Van kinderen kun je veel leren. Dit is een kort stukje dialoog met mijn kleinzoontje.
‘Ga jij de bal halen?’ Kleinzoontje: ‘Jij gaat de bal halen.’ ‘Oké, dat doe ik.’ ‘Nee, jíj!’


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • Chakrayoga

    Yoga is de weg naar bevrijding van de beperkingen in alle onderdelen van het bestaan. Dit boek richt zich op de bevrijding van de verschillende levensenergieën: de mentale, expressieve, gevoelsmatige, vitale, seksuele en andere energieën.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod