Jaargang 2004

Jaargang 2004

• 4-1 Als je terugkeert in het besef vrij te zijn, stel je zelf vast: ik bén vrij
• 4-10 Kijk, er is steeds opnieuw een schepping uit het niets
• 4-11 Wat heb je werkelijk nodig? Niets toch? Je bent en blijft jeZelf
• 4-12 Gooi die maskers, kleden en decors in de Noordzee
• 4-13 Wanneer niets meer vast staat, komt er een diepe ervaring van loslaten en stilte
• 4-14 In het primaire leven is er toch een stil zelf-zijn dat continu blijft registreren
• 4-15 Je bent jezelf als stille getuige
• 4-16 Blijf maar in het interne weten van dat lege bewust-zijn, voorafgaande aan leegte en volheid
• 4-17 Dan is er een directe herkenning: inderdaad, Dit was er altijd al
• 4-18 Je bent het universele zelf-zijn waarin je zelf-zijn samenvalt met het zelf-zijn van alles
• 4-19 Heb er maar vertrouwen in: als alles open komt, blijkt alles op een meest ideale manier te gaan
• 4-2 Vrijheid is het openbreken van het systeem persoon-wereld
• 4-20Steeds is er het nieuwe zien, als de verschijnselen in de tijd doorzichtig blijven in het geheel
• 4-3 Je bent niks. Alles gaat vanzelf. Maar, je staat er niet los van
• 4-4 Houd je aandacht oneindig open. Dat is al een stuk bevrijding
• 4-5 De aandacht is zomaar open op een vanzelfsprekende wijze
• 4-6 Wat je kunt doen is je zijnsmogelijkheden en de dynamiek van zelf-zijn leren kennen
• 4-7 Als je met je beeld van de dingen meegaat, offer je je aan zo’n beeld op. Dat is afgodendienst
• 4-8 Ervaar je de eigen stilte, voorafgaande aan de schepping?-
• 4-9 Beweging en geen beweging: ze komen voort uit de stilte zonder tweeheid, de non-duale stilte