De directe weg en de psychologische kennis

In: InZicht. Wegen van radicaal zelfonderzoek 2 nr. 2 (mei 2000), p. 44-47

Op de gespreksavond van 16 februari van dit jaar kwam de directheid van het inzicht en indirectheid van psychologische kennis ter sprake.

Ga, terwijl je zo in stilte en ontspanning zit, precies na wat er gebeurt. Hoe helderder je bent, des te preciezer je dit kunt vaststellen. De ontspanning gaat diep door. De scheiding tussen jezelf en het andere, tussen jezelf als denker, het denken en het gedachte, kan wegvallen. Dit is een zomaar verglijden in de nondualiteit, een direct gebeuren, zonder middelen ...
De vorige keer hebben we al gesproken over de psychologie en psychotherapie. Natuurlijk is het nuttig om aan je psyche aandacht te besteden, omdat je jezelf er beter door leert kennen. Je leest psychologische boeken, observeert je psychische processen, doet mee aan psychotherapeutische sessies. Daarbij moet je niet over het hoofd zien dat je in een geheel van psychologische begrippen zit, zelfs wanneer het gaat om transpersoonlijke psychologie. Het woord 'psychologie' zegt het al: het is het denken over de psyche, het onderzoek, de wetenschap van de psyche. Als je je in de psychologie begeeft, zit je dus meteen vast aan een denken en aan een speciale benadering van verschijnselen. Dit beperkt je. Zelf ben je beperkt, omdat je op een bepaalde manier bezig bent: je objectiveert en analyseert de verschijnselen, je bent gericht op algemeenheden en wetmatigheden, je maakt gebruik van een bepaald begrippenapparaat en een bepaald jargon. Door deze benadering construeer je aan de objectkant een bepaalde psychische wereld. In het kader van het psychologische onderzoek en in de psychotherapie heb je de structuur: ik ben hier, mijn doel is daar en dat doel wil ik bereiken met deze middelen. Nogmaals, tot op zekere hoogte kan het nuttig zijn om zo bezig te gaan, om in ieder geval door te krijgen hoe je vastzit aan allerlei patronen en wereldse zaken.
Maar hoe wil je Dat bereiken, dat niet met woorden kan worden aangeduid, niet met begrippen kan worden gepakt, niet met observatie kan worden ontdekt, niet door een therapeutische methode kan worden bereikt? We begonnen met de diepe ontspanning. Enkelen ervoeren bewust een verglijden naar de Ongescheidenheid. Deze wordt het Absolute genoemd, dat betekent het totaal los-zijn van alles. Wanneer iets absoluut is, is er geen weg naar toe. Wegen zijn er alleen in de sfeer waarin een begin- en eindpunt is en een methode om de tussenliggende afstand te overbruggen. Naar het Absolute leidt geen enkele weg. Geen enkel middel dat je tot je beschikking hebt, is geschikt om Dat te bereiken, alleen al omdat niets en niemand het Absolute kan bereiken. Het is de altijd aanwezige oorsprong van alles en iedereen. Deze Ongescheidenheid kan zich manifesteren, waarbij de vormen van het ik wegvallen. Dan spreek je van de directe weg. Deze directe weg is geen weg, want er is geen doel, geen gescheidenheid van beginpunt en doel. Wanneer je naar iets streeft, maak je er een beeld van en richt je je daarop als doel. Op de directe weg is geen doel. De directe weg is geen weg. Pas wanneer de hele structuur van denken en gerichtheid verdwijnt, wanneer dat allemaal kan oplossen - en dat gaat zomaar, zonder middelen - blijkt de Open sfeer altijd al aanwezig te zijn geweest.
In het zelfonderzoek blijft de scheiding een tijdje bestaan tot je op een grens komt. Voortdurend is het zaak dat je zo open mogelijk blijft, want het gaat om het dóórbreken van iets dat niet te vatten valt. Het enige wat je kunt doen is open, helder blijven, zonder dat dit een middel is om en doel te bereiken.

Wanneer weet ik dat ik helder ben?

Je weet het verdraaid goed als je helder bent. Dat stel je direct, zonder middelen vast. Als je duf bent en het niet meer weet, ga je rustig zitten, heel rustig zitten en dan merk je het weer op: het verschil tussen een beetje zitten suffen en de sfeer van helderheid. Alle kennis die je nodig hebt is aanwezig. Die kennis is er zonder middelen, direct, als je maar open blijft.

Ik ervaar bij het mediteren dat het kennen gebonden is aan het denken: ik ken, ik denk.

Dat is dus het geval voor zover je je voorstelt dat je als een denkend persoon zit te mediteren. Als je terugkeert naar de helderheid van jeZelf, wanneer je werkelijk helder bent, dan vervallen alle denkbeelden. Ze kunnen best opkomen, maar dan als een verschijnsel. Voordat ze zich vastgezet hebben, kunnen ze weer verdwijnen. Wanneer je helemaal open blijft, blijven het allemaal plaatselijke verschijnselen, of bepaalde gevoelsmatige krachten die een vorm willen aannemen. Als je ze herkent in een vroege fase, wanneer ze nog niet zo sterk zijn, verdwijnen ze weer gemakkelijk. Je hebt ze doorzien en dan verliezen ze hun kracht. Dat is het directe zien. Het denken is indirect. Het schept een eigen wereld en je zit weer in de cirkel van denken gevangen. Zie ook het denken als een verschijnsel op een afstand. Dan blijft er alleen het directe zien over. Je ziet de gedachten opkomen en weer verdwijnen, in de openheid. Wanneer je die openheid intern ervaart, stel je meteen vast: dit is het. Je stelt zonder middelen vast: dit is een grotere ruimte dan wanneer ik in het oude patroon zit. En dat stel je direct vast. Dan is er een totale relativering van het denken.

In de meditatie ervaar ik dat er dingen veranderen in een bepaalde richting. Dan ga ik proberen om dat wat er speelt te begrijpen. En dan merk ik op een gegeven moment dat ik weer vastzit aan iets wat zich ontwikkelt en dat ik dat ook moet loslaten.

Je ervaart bepaalde dingen als verschijnsel en dat stel je vast in de openheid van bewust-zijn. Die bewuste manier van aanwezig zijn is iets anders dan totaal in de ontwikkelende situatie te zitten. Je bent er niet aan onderworpen.

Maar is dat niet dubbelzinnig? Je zegt: 'Er is geen weg', maar er is een weg, een ontwikkeling.

Zodra je denkt 'er is een weg', kun je ook doorhebben: ik zit te denken. De natuurlijke gang van zaken is, net als in het begin van de avond, gaan zitten en de ontspanning heel diep laten worden terwijl je helder blijft, en dit laten doorgaan totdat er geen scheidingen meer zijn.

Ja: 'totdat'. Je zegt het zelf.

Het wezenlijke is een doorbreken van de nondualistische openheid. Dit vindt niet in de tijd plaats, of je moet zeggen dat het wegvallen van de tijd verschrikkelijk snel gaat. Er is een uitgangspunt van ontspanning, maar als deze op gang komt is er geen notie meer van tijd en weg, het is het wegvallen ervan.

Maar waarom gebeurt het dan niet meteen?

Dat vraag ik me ook af. Blijkbaar zit er weer het denken tussen.

Ik kan me wel zoveel mogelijk ontspannen, maar ik merk dat dit toch beperkt blijft. Wat kun je daaraan doen?

Wanneer de volledig ontspannen helderheid zich niet spontaan manifesteert, ga je kijken hoe het zit. Je zult dan een obstakel opmerken, een oud patroon van voelen en van voorstellen. Vaak is het een denken dat er een weg moet zijn, dat er condities moeten zijn of dat er angst opkomt. Je stelt het vast: daar zit het. Dat is psychologische kennis door een directe vaststelling. Je kijkt ernaar, maar word dan meteen bewust van de grote ruimte van Zelf-zijn waarin het verschijnt. Accepteer het in die Zelfruimte. Ook wanneer dit niet volledig plaatsvindt, kun je je zo open mogelijk opstellen. Blijf daar, daar is voorlopig je grens. Wanneer je daar blijft, dan ontwikkelt zich het inzicht en de ontspanning, dan schuift de grens op, totdat de resten van het ego in het ravijn vallen. Laat het maar gebeuren. Je hoeft niet te denken over helderheid, enzovoort. Blijf alleen maar helder-zijn. Laat dit zich maar ontwikkelen.

Vaak ben ik bezig om de belemmeringen kwijt te raken, ik wil ervan af.

Dan ga je op dat niveau vechten, tegenkrachten ontwikkelen. Dat lost dus niets op. Blijf helder en doorzie de krachten die het  heldere aanwezig-zijn willen verduisteren. Dat doorzien is letterlijk een erdoorheen zien, een doorzien van de vermomming. Net als de grote boze wolf die zich steeds weer anders vermomt om de biggetjes te verschalken. Maar de biggetjes hebben hem door en zo wordt hij onschadelijk. Hier gaat het om projecties. De kracht die in obstakels zit komt van jezelf, omdat je blijkbaar allerlei dingen belangrijk vindt. Als je deze verschijnselen doorziet in hun vermomming van belangrijkheid, kun je erom lachen en dan verdwijnt de kracht.

Hoe kun je dat zonder denken doen?

Het is een directe constatering, net zo direct als het vaststellen: dit is open, en: dit is meer waardevol dan dat. Je kunt zeggen dat alles betrekkelijk is. Maar in het hier en nu kun je direct vaststellen: dit is een hogere werkelijkheid dan die, en: het geloof in de vermomming is een illusie. Dat stel je zonder middelen vast. Daar hoef je niet bij na te denken.

Maar dan constateer je: ik heb het geconstateerd.

Het is een intern, direct weten, zonder een 'ik denk'. Daarbij is het een laten oplossen van de resten van het 'ik denk', waardoor het Zelf zich kan ontplooien. Juist om de natuurlijke aard van je te realiseren hoef je niets te doen. Laat je alleen niet meer fixeren en obsederen door andere dingen. Er zal geen psychologische kennis moeten komen, want dan blijf je in het denken steken. Het kennen is direct, een kennend-zijn. Psychologie, ook transpersoonlijke psychologie, houdt zich bezig met ervaringen en kenstructuren, denkt en praat daarover. Het kan per definitie niet spreken over waar het hier om gaat: het eenvoudige, weerspiegelende zelfzijn als kennend-zijn. De psychoanalyst zegt: je bent genezen als je mijn denkpatroon hebt overgenomen. Dat is het geval als de cliënt bijvoorbeeld erkent dat hij een Oedipuscomplex heeft. Misschien helpt het hem iets, maar dit gebeurt door middel van allerlei theorieën die opgepakt moeten worden en die nieuwe identificaties leveren. Hier gaat het om de radicale en zo direct mogelijke weg. dat je het direct maar laat gebeuren. En alles wat er nog zit aan vaste energieën en patronen, komt vanzelf op voor zover dat nodig is. Voor zover er blokkades zijn, komen zij in het bewustzijn op. Je ziet ze op een afstand en je doorziet ze. Ze komen op en verdwijnen weer. Wanneer niets opkomt? Prachtig, want dan gaat het proces zo verschrikkelijk snel door, dat er direct vrijheid is, openheid. Deze open vrijheid is de voorwaarde ook van psychologie en psychotherapie, niet het object ervan of een element in een constructie.

Als ik de vormen zie verschijnen in de ruimte, vraag ik me af hoe de onderlinge verbindingen tot stand komen.

Wanneer je duidelijk gaat kijken, dan zijn er geen verbindingen. De verschijnselen komen op zonder dat je iets over de relatie ervan kunt zeggen. Ze verdwijnen weer, zonder dat je iets over de oorzaak kunt zeggen. Accepteer het maar. Wanneer het om de totale ontspanning gaat, gaat het ook om het loslaten van dat willen begrijpen. Zodra je iets wilt begrijpen, ontstaat een ikspanning, een samenklontering van jezelf in de gerichtheid op het begrijpen. Dit begrijpen heeft bepaalde vormen en daar zit je dan weer aan vast. Welke begrippen en theorieën je ook zou willen gebruiken, psychologische of karmische: de verschijnselen zijn onbegrijpelijk. De nodige kennis heb je trouwens al, want tot op zekere hoogte heb je heel goed door waar het om gaat.

Ik voel wel waarover het gaat.

Wat zit je dan nog te praten

Om de openheid te voelen. Dat is toch iets anders dan verstaan waar het om gaat.

Je hebt er een notie van. Welke beperkingen er ook zijn, je hebt een zekere notie van je onbeperkte Zelfzijn. Dat is het. Blijf daar op gericht. Wanneer die notie in het centrum van je aandacht blijft, zie je hoe betrekkelijk de rest is. Dan zeg je: 'De rest kan me gestolen worden.' Moet je eens kijken wat er dan gebeurt.

Ik laat me toch gemakkelijk meeslepen door allerlei dingen.

Je hebt verbazend goed door wanneer je fout zit. Alle kennis die je nodig hebt heb je. Maar laat je niet afleiden, laat je niet afleiden. Blijf helder in het centrum van jezelf en laat je daarin geheel ontspannen. De openheid die altijd als enige 'werkzaam' was, kan zich dan volledig manifesteren.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Mediteren leren

    Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor de gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. 

  • Psychotherapie en non-dualiteit

    De psychotherapie en oosterse bevrijdingstradities zoals advaita vedânta en boeddhisme hebben in de laatste jaren een steeds grotere belangstelling voor elkaar gekregen. Ze hebben elk specifieke noties en werkwijzen, maar overlappen elkaar voldoende om een vergelijking mogelijk te maken.
    In dit boek worden diverse westerse psychotherapeutische stromingen en twee bevrijdingswegen die van oorsprong respectievelijk hindoeïstisch (Advaita Vedânta) en boeddhistisch zijn, met elkaar geconfronteerd.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod