2018/12 Advaita Post december 2018

Uit een inleiding en gesprek met Douwe Tiemersma, te Rotterdam op 9 december 1981

 
Uit Yoga en Vedanta 24 nr. 2 (juni 1982)

DT : We hebben vaker gesproken over het vertrouwen dat nodig is om de laatste spanning van het ik los te laten. Soms is er het vertrouwen volledig, zomaar. Dan is er de realisatie direct Als de overgave nog niet volledig is kan het nuttig zijn te beseffen dat je moedig moet zijn om alles los te laten, om vertrouwen te hebben in dat wat geen houvast geeft. Daarmee wil ik vanavond beginnen. Wanneer alles los komt gebeurt het vanzelf. Je kunt er niets aan doen. Wel kun je gaan beseffen dat je er de moed voor hebt. Aan de ene kant is er de tendens om alles vast te houden. Dat is het werk van de angst. Aan de andere kant kun je inzien dat er niets is om vast te houden en kun je de moed hebben om dit te accepteren. Het ik met zijn hele wereld en met zijn angst is slechts een kunstmatig idee. Dat kun je direct inzien, als je de moed ervoor hebt. Om de werkelijkheid te zien, om de werkelijke situatie onder ogen te zien, daar is moed voor nodig. Steeds weer is er de afweerreactie om oogkleppen voor te doen, om alles te zien door de bril van het verleden. Zoals het toen was, is het nu ook. Dat zijn de ideeën die voortwoekeren: ik ben dit lichaam, ik ben dit en dat. De aard van deze situatie moet helder onder ogen worden gezien. Zie de afleidingsmanoeuvres, waardoor je de werkelijkheid niet ziet zoals die is. Je zegt : "Ik ben er nog niet aan toe" en je kijkt niet verder dan je neus lang is. Je zegt: "De omstandigheden zitten tegen" en kijkt voorbij aan jezelf. Het punt is dat je niet de moed hebt om de werkelijkheid in de ogen te kijken, om jezelf in de ogen te kijken. Steeds is er weer de angstreactie om je te verschuilen achter het verleden, om het heden te verstoppen in het verleden. Wanneer je helder kijkt, zie je dat alles een persoonlijk maniertje van denken is, van vormgeving en dat je dat gemakkelijk kan loslaten. Alleen, er wordt zoveel energie in gestopt, er worden zoveel persoonlijke gevoelens aan het oude gehecht. Oude wijn in oude zakken en nieuwe wijn in oude zakken. Maar het zijn slechts ideeën, doorzichtig, tot op de draad versleten. Je pakt ze tussen duim en wijsvinger en laat ze los. Dat kan, wanneer je hun ware aard onder ogen durft te zien, wanneer je durft te zien dat je nergens aan vast zit, dat je niet beperkt bent, dat je zonder vorm bent. Durf die werkelijkheid te zien. Dan verdwijnt de laatste spanning van het ik. Als je werkelijk gelooft, vertrouwen, moed hebt is alles mogelijk. Niets is onmogelijk. En waarom zou je dat niet hebben ? Waarom zou je een zielig, in elkaar gedoken vogeltje blijven, dat niet durft te vliegen ? Het houdt zich vast aan de stevige, maar beperkte ondergrond. Als het niet gaat vliegen is het in zeer korte tijd een prooi voor roofdieren. Je kunt vliegen. Waarom doe je het niet ? Misschien ken je het verhaal van de man die na zijn leven een poort ziet. Hij weet: daarbinnen moet ik zijn. Maar hij ziet ook de zwaar gewapende poortwachter en is bang. Hij denkt: ik zal wachten totdat de: wachter weg is, en gaat op een bankje zitten. Hij wacht jaren en jaren, eeuwen en eeuwen. Af en toe kijkt hij naar de grimmige wachter, maar durft niet op hem af te gaan. Op een bepaald moment vraagt de wachter : Waarom ging je niet naar binnen ? Niemand had je tegen gehouden. Maar nu is het te laat, de poort gaat nu definitief dicht. ..Het zijn ideeën, schrikbeelden, die jezelf schept en bij jezelf angstreacties oproepen. Je houdt jezelf tegen, omdat je de werkelijkheid door je zelf-opgeroepen angst verwringt. Het berust nergens op. Het gaat zoals bij mensen die altijd krom lopen, naar beneden kijken en zeggen : de hele wereld is zo somber en slecht. Ze kunnen ook naar boven kijken: de blauwe lucht is er, als je maar op een open wijze kijkt. Het is het meest natuurlijke dat er is. Alleen door de vorming van de ik-spanning komt het onnatuurlijke. De kop wordt in het zand gestoken. Het is toch te gek. Jullie zijn toch geen struisvogels ? De Werkelijkheid is er, durf maar te kijken. Dat betekent geen persoonlijke moed, maar moed als overgave die de beperktheid van het persoonlijke standpunt opheft. Waarom niet ?
Bezoeker: De vorige keer zei je :Je moet het zelf doen. Dat zie ik nu in. Ik zie nu in dat ik niet eeuwig hier kan blijven zitten. Ik kom hier graag, maar er is iets in me dat bezig is me hiervan los te maken. Er is iets gebeurd. Ik heb de hele week in mijn stoel gezeten en heb me niet verveeld. Alleen is mijn rug wat moe geworden. Ik snap er zelf niets van, maar het interesseert me niet hoe het verder gaat.
DT: Het is niet nodig meer hier te komen. Ga je gang. Blijf helder en blijf bij het punt: er hoeft niets meer te gebeuren.
Bez : O.K.
DT: Wanneer een kind is opgegroeid in een gezin komt het op een leeftijd waarop het op eigen benen gaat staan. Het zou niet goed zijn langer van de ouders afhankelijk te zijn. Hetzelfde geldt voor iemand die langer dan nodig is met krukken blijft lopen. Wanneer het belangrijkste gebeurd is komt de rest vanzelf. Wanneer de herkenning er is, hoeft er niets meer te gebeuren. Er kan en mag echter alles gebeuren. Alles wordt dan geaccepteerd, zoals het zich voordoet.
Bez: Zijn er dan nog geen spanningen, ver weg ?
DT : Wanneer de motor van het ik is ontkoppeld, zie je de auto langzaam uitlopen, totdat hij stilstaat. Besef dat je volwassen bent. Dan verdwijnt wat nog bij de kindertijd hoort. Maakte je je vroeger niet druk om allerlei zaken die je nu niets meer doen ? Is dat niet vanzelf gegaan ? In een bepaalde fase is het goed je volledig te richten op je ouders en op te gaan in de religie. Maar in een andere fase besef je op bovenpersoonlijk vlak: ik ben van niemand en niets afhankelijk. Je zult geen andere goden dienen, geen afgoden buiten je, geen persoonlijk ikje. Je zult niets als absoluut zien wat een beeld is of vorm heeft. Dan wordt het ik alzijdig, oneindig uitgebreid. Dan ben je Zelf-standig, totdat ook dat verdwijnt. Het Uiteindelijke heeft geen vorm. Er is niets om je aan vast te klampen of om afhankelijk van te wezen. Dan zou dat een afgod zijn. Het kan niet anders dan jeZelf zijn. Via jeZelf realiseer je Het alleen. Openheid voor alles en iedereen, Liefde, boven gevoelens uit. Heb de moed maar dat te laten ontstaan.
Bez: Ik zie mijn eigen situatie, maar zijn zien en loslaten geen twee verschillende dingen ?
DT: Bekijk je eigen situatie zo eens iets langer en probeer hierbij nog helderder te kijken, eerlijker, met steeds minder betrokkenheid. Vraag je af: ben ik dat ? En besef wie je als waarnemer bent, wat je werkelijk bent. Dan is het loslaten geen punt meer.
Bez: Hier lukt het aardig, maar in het dagelijks leven is er weinig van over.
DT: Omdat je niet durft te zien dat ook in je dagelijks werk alles vanzelf gebeurt in de open ruimte. Je schermt je weer af wanneer je met anderen krijgt te maken, je duikt weer in je eigen gemaakt persoontje. Wanneer je dit nu ziet, blijf dat dan ook duidelijk zien wanneer je de deur opendoet van je kantoor en daarna. Blijf helder en moedig, en heb vertrouwen in de Openheid.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • Psychotherapie en non-dualiteit

    De psychotherapie en oosterse bevrijdingstradities zoals advaita vedânta en boeddhisme hebben in de laatste jaren een steeds grotere belangstelling voor elkaar gekregen. Ze hebben elk specifieke noties en werkwijzen, maar overlappen elkaar voldoende om een vergelijking mogelijk te maken.
    In dit boek worden diverse westerse psychotherapeutische stromingen en twee bevrijdingswegen die van oorsprong respectievelijk hindoeïstisch (Advaita Vedânta) en boeddhistisch zijn, met elkaar geconfronteerd.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod