5-1 Blijf niet in oude cirkels ronddraaien, maar stel je open voor het echt nieuwe
Jaargang 5 nr. 1 (19-01-2004)
Dit is de eerste Advaita Post dit jaar, het vijfde jaar al weer. Vier jaargangen verschenen met meer dan honderd afleveringen. Misschien is het goed hiermee eens te stoppen. De jaren en de levens gaan in cirkels voort. Het onderricht heeft ook dezelfde neiging. Alleen de bevrijdende doorbraak uit die cirkel is eenmalig. Daarop komt het aan. Voorlopig gaat de AP nog maar door, om hier op te wijzen. Verder zijn er oude en steeds nieuwe abonnees die dit blijkbaar ook de moeite waard vinden. Voor dit nieuwe jaar is er dan ook de aansporing: blijf niet in oude cirkels doordraaien, maar stel je open voor het echt nieuwe.
De bijeenkomsten zijn ook weer begonnen. De eerstvolgende retraites zijn 31 januari – 7 februari op Schiermonnikoog (info: Wieke Janssen, 020 – 4195888) en het weekend op de Hoorneboeg op 3 en 4 april (info: Marjo Vredenbregt, 030 - 2282857).
Determinatie en vrijheid
Vaak krijg ik deze dagen de vraag: ‘Hoe was het in India?’ Daarover kan veel worden gezegd. Hier is het misschien nuttig iets te zeggen – zoals ik afgelopen woensdagavond deed - over mijn ontmoeting met Ramesh Balsekar, die ik na 24 jaar voor het eerst weer zag. Daarbij gaat het niet om Balsekar, maar om steeds bewuster te worden van het enige criterium dat in spiritualiteit geldt: de verruiming. Balsekar heeft, zo zegt hij en zo laat hij zien, maar één punt van onderricht en dat is het kennen van de determinatie waaraan iedereen is onderworpen. Dat kan vrijheid geven ten opzichte van een ik-persoon die denkt van alles te kunnen en moeten doen uit vrije wil. De overgave aan ‘God’s will’ laat het ik-doenertje verdwijnen en geeft ontspanning. Als Balsekar dan echter elke ervaring van aanwezigen dat ze meer zijn dan de gedetermineerde condities, terugvoert op ervaringen van de fysisch-mentale persoon die wel degelijk is bepaald, is dit beperkend. “You as a person identified with the mental-physical system has these experiences.” In een paar gevallen was dit opsluiten zelfs voelbaar pijnlijk bij mensen. Dat is jammer, het voelde haast misdadig aan, hoewel Balsekar het eerlijk meent.
Ik nam aan, dat zijn nadruk op de bepaaldheid didactisch was, een hulpmiddel, maar dat ontkende hij op allerlei wijzen. “De verlichte is een persoon die is geïdentificeerd met zijn lichaam en geest. Het enige dat hem onderscheidt van andere mensen is, dat hij weet heeft van de voorafgaande determinatie van alles. Hij is geen doener meer. Dat geeft harmonie en vrede.”
Determinatie (bepaling) vindt plaats door een kenner die de wetmatigheden op een bepaald terrein kent. Dat bepaalde terrein moet een gesloten systeem zijn, want anders komen er invloeden van buiten die nooit voorspelbaar zijn. Nu, volledig gesloten systemen bestaan niet – dat het heelal een gesloten systeem zou zijn, is een onbewezen aanname - en daarom bestaat volledige kennis niet. Volledige kennis bestaat ook al daarom niet, omdat elke kennis geconditioneerd is. Dat geldt voor de ‘natuurwetten’ (ze gelden alleen onder bepaalde omstandigheden; ze zijn gevat in menselijke symbolen), dat geldt oneindig meer voor de kennis van mensen, omdat mensen in hun bewustzijn altijd de mogelijk hebben afstand te nemen van wat eerst als feitelijk werd gezien. Het is de principiële opening van elke geslotenheid: de diepte van het eigen bewust-zijn dat niet geobjectiveerd en geconditioneerd is. Uiteindelijk is er het onuitsprekelijke. Op het praktische vlak komt dat tot uiting in het gegeven dat determinatie en vrijheid door elkaar lopen. Wel is het zo dat hoe meer object-kennis je krijgt, des te meer je de bepaaldheid ziet. De eerste-persoon, in zijn zuivere bewustzijnsvorm, blijft vrij daarvan.
Toch nog even een andere impressie van India –
Nieuwe schepping
Het pasgeboren licht ontsluiert de eerste mangroves,
het begin van een vissersbootje
in de nevelige monding van de Ganges.
Een spiegeling begint,
heel voorzichtig,
op het stille water van de geest.
Ten slotte, de bijlage bevat de tekst van de inleiding op de manifestatie ‘Advaita Cinema’.
Douwe Tiemersma
Tekst
Gesprek 5 april 2003 op de Hoorneboeg, deel 8
Het niveau van verantwoordelijkheid en het absolute
Een aantal advaita-leraren voor wie ik geweldig respect heb, zoals Wolter Keers en ook Alexander Smit, zeggen: ‘De wereld is helemaal niet zo belangrijk. Het is gerommel in de marge.’ Wolter Keers zei: ‘Je kunt je best volgieten met whisky.’ Hij rookte ook; trouwens dat deed Nisargadatta ook; het is allemaal ... Waar het om gaat is, waar jij het over hebt. De wereld: forget it.
Ik heb al gezegd: herken dit element van volledige relativiteit. Wanneer je het herkend hebt en voor zover het leven doorgaat: laat het alsjeblieft helemaal open doorgaan. Wanneer het open is, stroomt alles spontaan en is niets verschillend van jezelf. Dus je hoeft de wereld niet kwijt, niet te vergeten. Wat je vergeten moet is het beperkte zelf-zijn wat daarin op een bepaalde manier wil reageren. Vergeet dat zelf-zijn, vergeet de beperking. Daarom gaat het. Dus het gaat er niet om om de wereld te vergeten. Het gaat erom de beperkingen los te laten die je jezelf oplegt wanneer je erin duikt. Dan komt alles open. Laat het maar prachtig stromen. Je moet eens kijken, wanneer alles in de sfeer van zelf-zijn aanwezig is, wanneer alles zelf-zijn is. Je kunt net zo goed zeggen dat alles geweldig kostbaar wordt.
Nog even over de verantwoordelijkheid. Enerzijds zeg je: op relatief niveau is die er ten aanzien van je eigen leven, hoe je met je eigen lichaam en met anderen omgaat, anderzijds is er het absolute niveau waarop alles wegvalt, waarop die wereld niet meer belangrijk is. Op het moment dat je naar het absolute niveau gaat, loop je het risico van niveauverwarring.
Ook al in de wereld, hoor. Daar hebben we het ook al vaak gezien.
Dat onderscheid in het relatieve en het absolute vind ik op zichzelf ook een constructie, er wordt wel gezegd: het is een wisseltruc. Dus je kunt zeggen: op relatief niveau ben ik verantwoordelijk en op absoluut niveau zie ik het wel. Maar ook dat is een bepaald beeld waar je uiteindelijk helemaal niets over kunt zeggen.
Dat zeg ik toch steeds? Voor zover je werkelijk op het absolute niveau bent, is er een loslaten. Dan is er helemaal geen bekommeren om iets; op dat niveau is dat niet meer aan de orde.
Dat betekent dus dat je niet vanuit een relatief niveau, waarin er sprake is van verantwoordelijkheid, kunt gaan naar een niveau waarop die verantwoordelijkheid wegvalt en alles, wellicht iets slechts, kan gebeuren.
We praten er alleen over omdat mensen op een beperkt niveau dat zo ervaren. Dat is het uitgangspunt. Als mensen kun je ze aanspreken en vragen: hoe is jouw situatie? Dan krijg je een verhaal op dat relatieve niveau, dat als werkelijkheid wordt ervaren. Dan zeg ik: ga nu eens verder kijken. Dan ontstaat een verandering. In de ervaring is dat blijkbaar op deze manier: dat je van het ene niveau naar het andere niveau overgaat. Het is niet erg om het zo te benoemen, want dat doet zich in de ervaring voor, heel concreet. Natuurlijk, als eenmaal de absolute werkelijkheid zich manifesteert, is het allemaal zo verschrikkelijk betrekkelijk. Dan herken je: het was alleen in de ervaring zo.
In feite heb je eigenlijk nooit te maken met verantwoordelijkheid, want deze was altijd van buiten af opgelegd.
Als je dat nu heel serieus zou nemen, wat je nu zegt ... klaar.
Voor zover er personen zijn, mensen die leven in de gewone wereld, is het maar gelukkig dat zij een verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Dan ga ik toch niet zeggen: het is allemaal maar inbeelding? Dat is juist weer het door elkaar halen van niveaus.
Vaak is het zo dat het idee van een ik samengaat met het idee dat je verantwoordelijk bent. Op het moment dat je zegt: ik ben niet verantwoordelijk, wordt dit vaak geïnterpreteerd in de zin dat er geen ik is. Als je vanuit onverschilligheid gaat zeggen: ik ben niet verantwoordelijk, dan ketst het op een andere manier wel weer terug natuurlijk.
Dan zie je toch dat de niveaus door elkaar worden gehaald? Want dan is er een ik dat tegen een ander zegt: ik ben niet verantwoordelijk op het absolute niveau. Dingen worden door elkaar gehaald en dat schept de verwarring en de ellende.
Ja, maar wie haalt ze door elkaar? Er wordt uiteindelijk van buiten iets opgelegd omdat de persoon niet zelf die actie inzet maar als het ware ingegeven wordt.
Laat dat denken nu eens zitten. Stel alleen maar vast wat er gebeurt. Zie wat er gebeurt.
Het enige wat over blijft zijn gebeurtenissen.
Ja, dat kun je alleen maar zeggen vanuit dat hoge bewustzijnsniveau, wanneer je daar aanwezig bent. Dan zie je dat er alleen maar verschijnselen zijn die opkomen en weer verdwijnen. Maar wanneer dat zo is, is er helemaal geen sprake meer van een ik en van onverschilligheid en verantwoordelijkheid. Er is geen egocentriciteit meer.
We hebben alles wel weer gehad. We zullen er in ieder geval voorlopig maar mee stoppen.
Bijlage
Inleiding Advaita Cinema (uitgewerkte versie)
21 december 2003 – Bibliotheektheater Rotterdam
Douwe Tiemersma
Dames en heren,
U bent hier gekomen voor Advaita Cinema. Daarover heb ik een paar opmerkingen, die me belangrijker lijken dan een inleiding over de leraren. Velen kennen hun teksten en biografie. De films gaan over hen, op de advaita cinema brochure staat het een en ander, overal is informatie over hen te krijgen.
‘Advaita Cinema’ -
De combinatie van de woorden advaita en cinema is, op zijn zachtst gezegd, vreemd. Het is goed dat, wanneer u naar de films over een aantal Indiase spirituele leraren kijkt, deze vreemdheid blijft beseffen.
1. Beelden versus waarheid
De combinatie is vreemd, omdat in de cinema een lange reeks filmbeelden worden getoond, terwijl de advaita-traditie zich zo weinig mogelijk met beelden inlaat. Waar gaat het om in de advaita?
Advaita
De leraren die u in de films zult zien, gaven de mensen geen beelden. Ze gaven onderricht over de waarheid, de waarheid van het ongescheiden-zijn, de niet-tweeheid, a-dvaita.
De realisatie van deze waarheid heft het lijden op dat wordt veroorzaakt door de fundamentele scheidingen die worden gemaakt: de scheiding tussen ik en de ander / het andere, de scheiding tussen hoofd en hart, de scheiding tussen mens en god, de scheiding in tijd en ruimte.
Hierdoor ontstaat het verlangen, het gemis, de afkeer, de frustratie, de conflicten in de binnen- en buitenwereld. Deze problemen worden door allerlei middelen bestreden, maar ze blijken hardnekkig. Pas door de kernoorzaak weg te nemen, dat is de verdeeldheid, de tweeheid, verdwijnen die problemen.
Als je terugkeert naar de bron van jezelf, dat is, als je je bewust wordt van die kern van jezelf, zul je ervaren dat alles één is, ook al is er een zintuiglijke ervaring van veelheid. Ten opzichte van die non-dualiteit is de dualiteit erg betrekkelijk. Het geloof in de wereld van scheidingen blijkt een fictie. Dan verdwijnen de problemen die die scheidingen veroorzaakten.
Deze realisatie van de non-dualistische waarheid is direct. Je ziet iets of je ziet het niet, zoals bij de Gestaltswitch (het konijn en de eend, de lelijke oude en de mooie jonge vrouw). Het inzicht is er zonder middelen.
Fictie
Waarom dan filmbeelden? Ook al wordt een film als documentaire gebracht, elke film is ook fictie. Dat geldt ook voor de documentaires over het leven en werk van advaita-leraren. De bewuste en onbewuste bijdrage van de filmmakers is ontzettend groot. Vaak is er een devotie, vaak een mystificatie – kijk maar straks. Schijn en werkelijkheid, fictie en waarheid lopen juist in de film dooreen. Ze zijn niet uit elkaar te halen.
Maar is dat nu juist niet de definitie van de alledaagse werkelijkheid volgens de advaitatraditie? Deze gewone werkelijkheid is weliswaar niet verschillend van de hoogste werkelijkheid, maar ze is vergankelijk en afhankelijk van die hoogste werkelijkheid. Ze blijft afhankelijk in haar bestaan van de ene onuitsprekelijke wereldgrond en het ene licht van het grote bewustzijn. Ze blijft een betrekkelijke sfeer waarin fictie en waarheid niet uit elkaar zijn te halen. Dat kan alleen op het niveau van het hoogste inzicht.
De film verschijnt dan als een fictie van de alledaagse fictie, het geloof in de werkelijkheid van de filmfictie als een dubbele illusie.
U bent gewaarchuwd.
Ook op het spirituele pad hebben mensen beelden nodig. Gelukkig zijn er slechtere en betere. U krijgt nu de betere voorgeschoteld. Ze zijn beter op het spirituele pad, omdat, als u niet bij de beelden blijft staan, ze misschien iets duidelijk maken over dat waarom het op het pad gaat. Dat heeft dus des te meer kans, als uw aandacht verder gaat dan de beelden, open staat voor de waarheid waarnaar de beelden en woorden verwijzen.
Dat zult u ook in verschillende film horen. In de film over Ramakrishna, die vooral een devotionele weg volgde met een gerichtheid op het beeld van moedergodin, zult u iets horen over zijn ervaring van het doorbreken van het laatste beeld van de Moeder onder leiding van een advaitaleraar. In Ramakrishna’s eigen woorden:
“... Zodra de goddelijke moeder voor mij verscheen, gebruikte ik mijn onderscheidingsvermogen als een zwaard en hakte haar doormidden. De laatste barrière was gevallen. Ik kwam terecht in het gebied waar geen tweeheid is.”
Het gaat dus niet om de beelden.
Het gaat niet om de woorden. Ramana Maharshi sprak niet veel tegen de mensen die hem bezochten. Vooral in zijn zwijgen was er het onderricht.
2. De leraren
Een toespitsing van de problematiek van de beelden in deze advaita cinema betreft de plaats van de leraren. De advaita-leraren benadrukken alle dat niet zij belangrijk zijn, maar de waarheid waar zij naar verwijzen. Dat komt overeen met wat ik al naar voren bracht over de relatie tussen de beelden en de waarheid.
Een leraar die tussen de leerling en de waarheid blijft staan is een slechte leraar, een obstakel op het spirituele pad. Daarom wilde Jiddu Krishnamurti niet als wereldleraar optreden, hoewel hij door de Theosofen hiertoe was voorbestemd. Hij waarschuwde voor ‘leraren’, hoewel hij zelf wel degelijk als leraar functioneerde.
Dode en levende leraren
Deze waarschuwing geldt des te sterker voor leraren die niet meer levend in deze wereld aanwezig zijn. Dat geldt voor vier van zes leraren van wie vandaag films worden getoond. Alleen Ramesh Balsekar en U.G. Krishnamurti leven nog. Alleen een levende leraar kan in de foutieve voorstellingen van leerling ingrijpen. Natuurlijk films en boeken kunnen nuttig zijn. Maar, vooral als het proces van spirituele ontplooiing doorgaat tot op de meer subtiele niveaus, blijkt de externe spiegelfunctie van de levende leraar vrijwel voor iedereen onmisbaar. Het gaat namelijk tot en met het oneindige en het absolute. Als de ontplooiing in die buurt komt, is er al lang geen eigen kritische functie meer. Bijvoorbeeld Nisargadatta zei dat we dolblij moesten zijn met een leraar zolang hij leefde. Na zijn dood houdt het echte levende onderricht op.
Dus, gedeeltelijk is Advaita Cinema ook een portret van doden voor zover het de beelden van de leraar gaat. Ook hier is er weer de raad voorbij de beelden gericht te blijven op de waarheid.
Gelukkig is er een levende lijn van advaitaleraren. Het begin ervan is in de onbepaalde voorhistorische tijd. De Indiërs zeggen dat deze teruggaat tot in den beginne, toen de zieners de waarheid gemanifesteerd kregen. In ieder geval vanaf de oude Upanishaden is de lijn van leraar-leerling duidelijk. Dat is op zich een bijzonder gegeven, dat de waarheid op deze levende manier van de een op de ander gedurende drie of meer millennia is doorgegeven. Het is een continue lijn tot op de dag van vandaag. De lijn heeft zich wel vertakt. Er zijn verschillende lijnen en deze verschillen in het accent. Dat zult u merken: Ramakrisha, Ramana Maharshi, Nisargadatta Maharaj, Ramesh Balsekar, Jiddu en U.G. Krishnamurti.
Shoppen bij allerlei leraren
Dan is er bij Advaita Cinema het verschijnsel dat er niet één, maar een zestal leraren de revue passeren.
De belangstelling voor de waarheid van advaita en het aantal advaitaleraren is snel gegroeid. Dat is vooral in de afgelopen vijf jaar opmerkelijk. Het is begrijpelijk dat rijp en groen door elkaar aanwezig zijn. Vele mensen hebben een algemene interesse en komen ter oriëntatie op allerlei leraren af. Nu, Advaita Cinema is net een markt, waar u naar hartelust kunt shoppen. De kwaliteit van de leraren staat buiten kijf.
Wel is het goed te beseffen dat de oriëntatiefase niet te lang zal moeten duren. Het gaat hier om de realisatie van non-dualiteit die alles van je vraagt. Alles zul je moeten overhebben voor deze realisatie. Met minder lukt het per definitie niet. Deze overgave, zo is ook de traditionele visie, komt niet of nauwelijks voor zonder een vertrouwensrelatie met één levende leraar. Dat is ook nog een punt ter overweging, als u naar de films kijkt.
Conclusie
Bij het kijken naar de films gaat het dus niet om de beelden. Het gaat niet om de leraren. Het gaat om de ene waarheid.
Ik hoop dat deze zich vandaag dóór de beelden van de leraren en hun wereld heen aan u mag manifesteren.
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.