2-3 Reactie op Sai Baba / geen leraar ,geen leerling, geen voetstuk

jaargang 2 nr. 3 (29 januari 2001)

Aan alle geadresseerden
Vanaf begin november 2000 is er een wekelijkse 'Advaita Post' verstuurd naar geïnteresseerden die zich hiervoor hebben opgegeven. De Post bevat nieuws, diverse kleine teksten en bijlagen op het terrein van de Advaita-traditie en -praktijk. De inhoud komt een dezer dagen op www.advaitacentrum.nl. Omdat wij vermoeden dat u ook belangstelling heeft, krijgt u de Post twee keer toegestuurd. De e-mails hebben de neiging zich te vermenigvuldigen, dus we vragen u of u 'Graag Advaita Post' of iets dergelijks als antwoord wilt sturen als u belangstelling heeft. Als we geen bericht van u krijgen, stoppen wij de versturing na de volgende Advaita Post.

Reactie op 'Sai Baba'

Naar aanleiding van de bijlage bij de vorige WeekPost over Sai Baba schrijft Robbert over de principiële moeilijkheid van elk voetstuk van de leraar. "En ook een héél klein voetstukje is een voetstuk, maar dan een kleintje. Dus waar ligt de grens?" Het antwoord, met een paar kleine aanpassingen, is misschien nuttig ook voor anderen en volgt hieronder.
"Het belangrijkste is het onderscheid tussen de twee werelden die je noemt. In de meest wezenlijke is er geen leraar en geen leerling, dus ook geen voetstuk.

Een voetstuk kan in zekere zin aanwezig zijn in de relatieve wereld. Dat betreft inderdaad een beeld. Het principe van beeldvorming is onvermijdelijk in deze wereld. De relatieve wereld bestaat uit beelden. Daar functioneren ze in de relatie tussen mens en wereld, mens en mens.

Sommige beelden zijn nuttiger dan andere. Als er een leerling-leraarverhouding ontstaat, betekent dit meteen dat er een voetstuk van de leraar is. Dat kan nuttig zijn, voor zover het doel van de relatie (inzicht in de fundamentele betrekkelijkheid en doorzichtigheid van alle beelden, inclusief woorden) wordt gediend. De eis aan de leraar is dus zijn beelden zo functioneel mogelijk te houden. Voor de leerling is het zaak een kritische blik hierop te behouden, al kan hij/zij niet alles overzien. Als je merkt dat het nut van de leraar verdwijnt doordat hij zijn beeld belangrijker maakt dan zijn leegte, moet je wegwezen. Besef wel, dat de grootste bijdrage aan de beeldvorming door de leerling wordt geleverd. De column was op het doorzien daarvan gericht.
Blijf gericht op leegte, zie door de vormen heen en besef dat jezelf en de ander geen vorm hebben. Dan is er geen leraar, geen leerling."

Jaarverslag

Bijgevoegd is een kort jaarverslag 2000 van het Advaita Centrum. De gebeurtenissen aan de EUR krijgen de meeste aandacht, omdat er een uitgebreid jaarverslag is van Stichting Openheid.

Whopperland

Een bijlage van een krantenartikeltje over de kritiek van Bhutanezen op ons land (Whopperland, McDonaldsland). Langzamerhand gaan de sociaal-culturele beoordelingen niet alleen meer van West naar Oost, maar krijgen wij ook wat op ons bord terug, of we dat lekker vinden of niet. Het verhaal van de man die zijn bezittingen ruilt voor een lied, is erg instructief. Juist in het kader van Advaita is het zinnig na te denken over wat dat in onze situatie zou kunnen betekenen.


Van Vinod kwam de vraag de volgende aankondiging op te nemen.
Swami Veda Bharati in een drieluik over de Vedas: op Nederland 1 - OHM
- Zondag 28 januari om 13.00 uur Ned 1; thema "Atman, de Ziel, en de zoektocht naar het Zelf".
Dit programma wordt herhaald op zaterdag 3 februari op Ned 1
- Zondag 4 februari om 13.00 uur Ned 1; thema "Solidariteit".
Dit programma wordt herhaald op zaterdag 10 februari op Ned 1
- Zondag 11 februari om 13.00 uur Ned 1; thema "Spiritualiteit".
Dit programma wordt herhaald op zaterdag 17 februari op Ned 1

Met hartelijke groet,
Douwe Tiemersma

Eerste bijlage

Kort jaarverslag 2000 van het Advaita Centrum (kies 'annuleren' als u na het aanklikken van de link wordt gevraagd om een naam en wachtwoord in te voeren)

Tweede bijlage

Meer geluk buiten Whopperland

Florentijn van Rootselaar
in: Trouw 19 januari 2001

De zoektocht naar geluk leidt in het verre Bhutan niet tot meer bezit, maar naar natuur, verhalen, een lied. Een ongewone uitwisseling van Bhutanezen en Nederlanders, waarin de laatsten te horen kregen dat zij leven in een Whopper-wereld.

De nieuwe ontwikkelingswerkers willen de vreemde volkeren niet meer opvoeden, maar zoeken nu zelf verlossing bij hen. Door het alomtegenwoordige kapitalisme in ons land, de aantasting van het milieu en misschien ook uit schaamte over al te koloniale praktijken, luisteren we nu naar 'minder ontwikkelde landen' die een ander, en misschien zelfs beter leven kennen. Zo probeert Nederland sinds 1994 te komen tot een nieuwe vorm van samenwerking met het boeddhistische Bhutan. Geen klassieke ontwikkelingshulp, maar een gesprek tussen twee gelijke partners over duurzame ontwikkeling, over milieuproblemen en het behoud van de eigen cultuur. De afgelopen dagen bezocht een Bhutanese delegatie Nederland om met Nederlandse wetenschappers en politici 'een dialoog aan te gaan over geluk'. En gelukkig, dat moeten ze wel zijn in Bhutan. Bijna driekwart van het land van de draak - dat ligt ingeklemd tussen India en Tibet - is bedekt door een wilde natuur. Er wonen ongeveer 700000 mensen in Bhutan, een land dat iets groter is dan Nederland, toeristen komen er nauwelijks en televisie is nog maar zo'n twee jaar geleden ingevoerd. Het paradijs, kortom. Maar zelfs dit paradijselijke Bhutan krijgt te maken met vervuiling, met vragen over duurzaamheid en vooruitgang. Leidraad voor het land in het omgaan met deze problemen en vragen, zo heeft koning Jigme Singye Wangchuck verordonneerd, is het Bruto Nationaal Geluk. Al jaren probeert het Himalaya-staatje zijn beleid te baseren op geluk, en niet op het economische principe van Bruto Nationaal Product. Het is een polemische term, Bruto Nationaal Geluk. De Bhutanezen kiezen niet zomaar voor geluk, maar geven ook duidelijk aan dat geluk niet schuilt in het kapitalisme. Als om hun paradijselijke wereld nog eens te bevestigen, lopen de kleine Bhutanezen rond in bontgekleurde tuniekjes en hoog opgetrokken kniekousen. Maar zijn ze nu echt zo gelukkig in Bhutan? Geluksprofessor Ruut Veenhoven stelde zondag in conferentiecentrum Woudschoten in Zeist, dat geluk afhankelijk is van de mogelijkheid om in vrijheid keuzes te maken. De professor toonde de Bhutanezen de resultaten van zijn onderzoek in prachtige tabellen, grafieken en cijfers. Hoe individualistischer, hoe gelukkiger, zo zou blijken uit wereldwijd onderzoek. En de collectieve geest die heerst in Bhutan, draagt volgens Veenhovens geluksbarometer bepaald niet bij aan geluk. Dasho Meghraj Gurung - politicus en betrokken bij de duurzame ontwikkeling - noemt de theorie van Veenhoven een interessante conceptuele verheldering, maar concludeert dat Veenhoven uiteindelijk 'een heel andere ball game speelt' dan het boeddhistische Bhutan. Het boeddhisme leert, vertelt Dasho, dat het menselijk lijden juist verbonden is met individualisme. Hij las laatst een verhaal over keuzevrijheid die eerder leidde tot overeten en walging, dan tot geluk. Bij Burger King kan iedereen, vertelt hij, zijn eigen Whopper kiezen. En die mogelijkheid is een heel goed beeld voor onze samenleving. We zijn gefragmenteerd in een samenleving van miljoenen individuen, waarin niemand meer accepteert wat is gegeven, maar waarin we alles op onze manier willen hebben, en wel nu. Het leven is, kortom, een supermarkt, waarin jekunt kiezen wat je gelukkig maakt. Trouwen en daarna scheiden bijvoorbeeld. Of plastische chirurgie. Het eigenbelang staat centraal in deze Whopper-wereld. Toch kent de gelukkige zekerheid, het leven in een vast patroon in Bhutan, ook een keerzijde. Om dat eenvormige leven te garanderen, is een grote groep Nepalezen met harde hand verdreven door Bhutan. Niet alleen de 'vreemdelingen' worden streng behandeld, ook de eigen bevolking moet een hoge prijs betalen voor het behoud van de eigen cultuur. Eind jaren tachtig werd de Bhutanese levensstijl verplicht, en alle inwoners moesten de pittoreske tuniekjes - met een klemmende band - gaan dragen. Verder werd het Dzongka, de taal van de heersende boeddhistische groep, tot nationale taal verheven. En dat terwijl die taal maar in drie van de twintig districten werd gesproken. Ondanks deze uitglijders, blijft Bhutan inspireren, zo blijkt uit de enthousiaste reacties van de Nederlanders. De keuze voor duurzame ontwikkeling van natuur kan een goed voorbeeld zijn voor een wereld waarin de natuur in snel tempo verdwijnt. En verder zijn de Bhutanese verhalen aardige morele vertellingen voor de jachtige Nederlander. De man die een kostbare steen vindt, en probeert die te ruilen om zo nog meer te krijgen, is het favoriete verhaal van Aum Kunzang Choden Roder, een van de weinige vrouwen in de Bhutanese delegatie. Ze heeft een bundel gepubliceerd met folkloristische Bhutanese verhalen. Als uitgangspunt nam ze de verhalen die ze had gehoord in haar jeugd. De man met de steen begrijpt, zegt Aum, niets van marketing, waardoor hij als handelaar niet erg succesvol is. Eerst ruilt hij de steen voor een stier, lang geen slechte ruil, maar na nog een paar keer ruilen heeft de eens zo trotse bezitter van de edelsteen niet meer dan een blèrend schaap. Uiteindelijk houdt hij de woorden van een lied over. Maar, vertelt ze, de man is gelukkig en trekt zingend de wereld rond. Dat is dus het boeddhistische geluk van de Bhutanees. Geen aardse goederen, maar een lied. De vraag is of het mogelijk is dit soort verhalen te vertalen naar, zoals ze in Nederland zeggen, beleid.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod