2009/09 De waarheid van non-dualiteit wordt niet geconditioneerd door culturele overtuigingen en voorstellingen

Jaargang 10 nr. 15 (28 september 2009)
10-15Vanuit_je_oudheid
Zie de oudheid
zie de openheid
Mededelingen
 

A.s. zaterdag en zondag is er al het Retraiteweekend: ‘Realisatie, de overgave in helderheid’.

De Retraiteweek in augustus 2010 op Schiermonnikoog is in verband met andere activiteiten verschoven naar de week 3-10 september 2010.

De nieuwe website

Na het vele werk aan de nieuwe website, komt er langzamerhand weer meer tijd voor aanvullingen. Er zijn onder andere nieuwe teksten van Simon Vinkenoog en van Tara Chatterjee over de getuige (saksin)(zie hieronder).
In de vorige AP’s stonden aanwijzingen voor de Zoekfunctie en de Agenda. Hier volgt een tip over de rubriek ‘Brieven’. Deze heeft nu de titel ‘Vragen en antwoorden’ gekregen, omdat sommige lezers bij ‘brieven’ verkeerde ideeën hadden. Er zijn veel vragen te vinden die in e-mails werden gesteld en die ook bij anderen leven. Op die vragen antwoordde Douwe Tiemersma en de gedeelten van deze antwoorden die ook voor anderen verhelderend of nuttig kunnen zijn, zijn ook opgenomen. De vragen betreffen alle aspecten van de spirituele weg. Dat is duidelijk als u op de introductiepagina de hele lijst van titels ziet. Door op een titel te klikken, krijgt u de betreffende tekst. Er zijn een paar nieuwe brieven toegevoegd, over Relaties, zelfstandigheid en hartgevoel (Brief 57), Neurofeedback en bewustwording (Brief 58) en Verkramping ondanks helderheid (Brief 59) – zie hieronder.

Tekst
 

Oost en West – traditie, moderniteit en openheid (Deel 1)

In: InZicht – Wegen van radicaal zelfonderzoek 11 nr. 3 (september 2009), p. 4-9

In het kader van het thema van dit nummer stelde de redactie van InZicht Douwe Tiemersma een aantal vragen over de relatie tussen Oost en West.

In hoeverre is er een onderscheid te maken tussen het Oosten en het Westen?

Als over ‘het Oosten’ wordt gesproken, verwijst deze uitdrukking naar de traditionele culturen van India, China en Japan. Daarin zijn het hindoeïsme en boeddhisme, het confucianisme en daoïsme, en het shintoïsme de belangrijkste stromingen.?‘Het Westen’ verwijst naar de ‘moderne’ cultuur die zich sinds 1600 in West-Europa en later ook elders ontwikkelde. Kenmerk van die moderniteit is de visie dat mensen in hun rationaliteit zelfstandig de waarheid omtrent de kosmos en de moraliteit (het goede handelen) te weten kunnen komen. Daarvoor is geen transcendente openbaringsbron nodig. De empirie, het verstand en de rede staan centraal in wetenschap en leven. De wereld is een object van onderzoek, op afstand van de onderzoeker. Het leven kan pragmatisch worden ingericht vanuit een redelijk inzicht. Ondanks deze ontwikkeling bleef ook hier een traditionele culturele laag aanwezig vanuit de Middeleeuwen: de christelijke cultuur, waarin het transcendente en de participatie aan de kosmos min of meer behouden bleef. Christendom en moderniteit hebben in een voortdurende wisselwerking gestaan. Dat geldt ook voor het christendom en het zogenaamde post-modernisme. Daarin worden juist weer openingen gezien naar wat in de christelijke traditie belangrijk was.

De westerse cultuur heeft zich over een groot deel van de wereld verspreid, ook over de Zuid- en Oost-Aziatische landen. Sindsdien is daar ook een voortdurende wisselwerking tussen traditie en moderniteit te zien. De huidige situatie in Oost en West is dus wat dit betreft niet zo erg verschillend. De secularisatie lijkt in het Westen misschien verder voortgeschreden dan in het Oosten, maar voor een groot deel is dat gezichtsbedrog. Buiten het formele lidmaatschap van een kerk in het Westen zie je veel van wat je in het Oosten ziet, waar zo’n lidmaatschap niet bestaat. En in het ‘spirituele’ Oosten vind je globaal dezelfde regenboog van instellingen en oriëntaties als in het Westen. Wat dat betreft zijn ze niet sterk verschillend.?Waarom werd vanuit het Westen dan naar het Oosten gekeken om een hogere waarheid te vinden? Dat was vooral het geval in de jaren ’70.

Radicale vrijheid

“Eind jaren ‘60 en in de jaren ‘70 ging bij velen ineens de eigen wereld open, was er een zien van de mogelijkheid van een veel grootser bestaan. Het werd een algemene beweging die zich uitte op alle terreinen: in de psychologie met onder andere Alexander Lowen (bio-energetica), Abraham Maslow (zelfactualisatie), Charles Rogers (persoonlijke groei), op sociaal-politiek terrein: geweldloze weerbaarheid (onder andere Gandhi), economie (Schumacher), politiek (de jonge Marx, Mao, etc.), het samenleven (experimenten met leefgemeenschappen, de Hobbit), in verband met de ecologie (Rachel Carson, De Kleine Aarde), enzovoort. Boeken op al deze terreinen werden gretig gelezen, de ideeën op allerlei plaatsen bediscussieerd en toegepast. Als de overheid of een andere gevestigde autoriteit, zoals het universiteitsbestuur, dwarslag, volgden er acties. Aan dat lezen, discussiëren en actievoeren deed ik uitgebreid mee. Het belang van vernieuwende politiek werd mij erg duidelijk. Toch bleven de mogelijkheden van bewustzijn en zijnswijze het zwaartepunt van mijn interesse. In de mooie theoretische discussies en in de praktijk van sociale en politieke actie bleek vaak een open en zelfkritische instelling van de betrokkenen te ontbreken. Dat was het geval bij de meeste studenten. Existentiële transcendentie, basisdemocratie, ecologisch leven, enzovoort kunnen blijkbaar pas gedijen bij een grondige zelfkennis. Velen gingen bewustzijnsverruimende middelen gebruiken. Ik ging de weg van yoga en daarmee kom ik bij India.”?(Uit: Non-dualiteit – de grondeloze openheid, p. 32)

Velen gingen naar India of begonnen met yoga en het lezen van oosterse filosofie, omdat zij iets gingen ervaren van de mogelijkheid van de realisatie van een onbeperkte vrijheid. Deze vrijheid achtten zij niet realiseerbaar in de westerse cultuur met alle dogma’s en vanzelfsprekendheden. De onbeperkte vrijheid werd gedeeltelijk gezocht in het overschrijden van grenzen in het gedrag en in de gevoelservaring, bijvoorbeeld in Poona bij Bhagavan Rajneesh. Gedeeltelijk was er de gerichtheid op de realisatie van een totale vrijheid door een levend inzicht in de oneindige non-dualiteit. Bij de vraag van Oost en West is het belangrijke punt dat in het Oosten, en niet in het Westen, deze radicale vrijheid op enkele plaatsen op een authentieke wijze werd onderwezen. In India is er altijd, in ieder geval vanaf de tijd van de oude Upanishaden, de doorgaande lijn van leraar-leerling gebleven waarin de realisatie van het echte zelf-zijn dat volkomen vrij is van externe en interne condities centraal staat. Dat is de lijn van de Advaita Vedanta waarin onder andere Ramana Maharshi en Nisargadatta Maharaj stonden. Die alles relativerende non-dualiteit is nauwelijks in de geschiedenis van het Westen te vinden. Alleen bij Meester Eckhart vind je die.

Gaat het onderscheid dat gemaakt wordt tussen Oost en West over meer dan alleen culturele verschillen?

Die non-dualiteit en dat onderricht gaat verder dan de culturele condities. De waarheid van non-dualiteit wordt niet geconditioneerd door culturele overtuigingen en voorstellingen, bijvoorbeeld over man en vrouw, over sociale verhoudingen, over mens en God. Voor zover de mensen in India religieuzer of spiritueler zijn dan die in westerse landen, zegt dit niets over hun existentiële vrijheid. Juist de voorstellingen die met de religie zijn verweven, zijn moeilijk open te breken. Als je bijvoorbeeld gelooft dat je bestaan opgaat in de kringloop van wedergeboorten (samsâra) zit je daaraan vast. Alleen al het geloof dat je een persoon bent, houdt in dat je aan de karmische wetmatigheid bent gebonden en dat je een bepaalde plaats in de maatschappij, de kosmos en ten opzichte van de goden hebt. Het waren maar enkelingen die bij een authentieke leraar tot een werkelijke bevrijding van dat geloof kwamen. Er kwamen regelmatig Indiase mensen bij Nisargadatta Maharaj om hem te zien en hem een bloemenkrans om te hangen. Hij liet ze begaan, maar als ze wegwaren, zei hij: “Laten we nu weer ter zake komen.”

(Deel 2 verschijnt in de volgende AP.)

Een hartelijke groet,?
Douwe Tiemersma


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Satsang

    Dit boek is een bloemlezing van satsangs gehouden door Douwe Tiemersma. Bijeenkomsten waarin hij als advaitaleraar de kern van het advaita inzicht doorgeeft.

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • Non-dualiteit - de grondeloze openheid

    Non-dualiteit is niet-tweeheid (Sanskriet: a-dvaita), de afwezigheid van scheidingen. Deze openheid vormt de kern van elke spiritualiteit en mystiek. Maar wat is non-dualiteit nu precies? Daarover gaat het nieuwe boek van Douwe Tiemersma. In zijn vorige boeken stond de non-dualiteit ook al centraal, maar nu laat hij stap voor stap zien wat non-dualiteit in de eigen ervaring betekent. Iedereen blijkt die ervaring te kennen en te waarderen.

  • Mediteren leren

    Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor de gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. 

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod