3-16 Alleen de fundamentele relativering en het mededogen heffen het lijden op


jaargang 3 nr. 16 (7 mei 2002)

Als bijlage vindt u het tweede deel van het interview met Jac Zitman. Teksten die aansluiten op het interview staan op zijn website www.jaczitman.nl – onder ‘spiritueel’.
Een tweede bijlage bevat de informatie over de nieuwe cursussen Pranayama vanaf september. In deze cursussen gaat het om een vrij-worden op het energetische vlak.
Ten slotte is er nog een derde bijlage – het kan niet op – met een aankondiging van een “debat over Verlichting” met Jan Bor. Het is een lachertje, maar vooruit, met Jan valt er ook wat te lachen.

Lijden en bewustzijn
Deze rubriek is elke week wel relevant, maar altijd hetzelfde herhalen heeft ook geen zin. Steeds is er lijden dat voorkomen had kunnen worden en dat aanleiding had kunnen geven voor een helderder bewustzijn dat toekomstig lijden zou kunnen voorkomen. Maar, de keten van oorzaak en gevolg gaat door. Dat is na de moord op Pim Fortuyn weer heel duidelijk.
Je hoeft zijn ideeën niet te onderschrijven, terwijl je erkent dat zijn optreden veel energieën in de maatschappij kanaliseerde. Als zodanig had hij een belangrijke functie. Als spreuk van week stond de vorige keer boven aan Advaita Post: “Vrijheid vieren: in stille openheid de energieën spontaan kosmisch laten stromen”. Als plaatselijk deze stroming wordt geblokkeerd, komen er problemen in de mate waarin met de blokkering meer geweld wordt gebruikt. In een democratie wordt, als het goed is, het geweld alleen in woorden uitgeoefend. Maar ook daarmee moet men voorzichtig zijn, omdat zo toch een geweldspiraal op gang kan worden gebracht. Gewelddadige actie en lijden gaan dan op een steeds sterkere wijze door.
Je ziet het hele gebeuren in het maatschappelijke veld. Afhankelijk van de gezamenlijke krachten in het veld ontstaat een resultaat dat opnieuw meedoet met de vormende krachten. Een volk krijgt de regering die het verdient, een volk krijgt de leefsfeer die het verdient. Voor zover je daarin participeert, behoor je tot dat proces. Voor zover je “in stille openheid de energieën spontaan kunt laten stromen” is er de Ruimte van bewust-zijn, waardoor de processen inclusief jezelf en inclusief het lijden worden gerelativeerd. Dan is er ook ruimte voor mededogen. Alleen de fundamentele relativering en het mededogen heffen het lijden op.

Het automatische doen
Interview met Jac Zitman (deel 2)
door Patricia van Bosse

Hoe is je leven daarna verlopen?
Het belangrijkste is altijd mijn gezin geweest, misschien ook omdat mijn vader het gezin in de soep had laten draaien. Toen ik hem na al die tijd weer ontmoette, heb ik hem flink aangepakt - heel rechtstreeks, open. Hij zei dat hij te trots was geweest. Nou dat kon ik wel begrijpen. Ik heb door hem heel veel leren kennen van mezelf en ik vind het mooi om te zien dat, omdat ik het verleden los heb kunnen laten, mijn kinderen wel een goede opa aan hem kunnen hebben.

Is het nodig wel eerst die confrontatie te hebben?
Als je iets meemaakt in je leven dat conflict veroorzaakt dan ga je dingen doen, vechten of vluchten. Dat is nou eenmaal een menselijke eigenschap. Of je wilt er niets meer mee te maken hebben, maar dan loop je vaak toch de hele dag in jezelf tegen je vader te schelden. Ik ben wel iemand die meteen wat zegt, maar dat komt ook omdat ik niet bang ben. Ik had al lang geleden geleerd angst naast me neer te leggen. In een directe confrontatie ontstaat een stuk eerlijkheid. Ik kan dat vergelijken met als ik zo’n ex-vechter ontmoet, wanneer ik hem in de ogen kijk dan weet ik het. En zij weten ook dat ik het weet. Door die confrontatie is er ook de mogelijkheid elkaar de ruimte te geven. Als je mensen wilt afrekenen op het verleden is het eigenlijk afrekenen op het ego.
Toen mijn zoon werd geboren had ik in de wieg al door dat hij datzelfde in zich had. Ik ben gestopt met werken en ik ben naast hem gaan lopen, de rest van zijn leven. Wij zijn naar Friesland verhuisd en ik ben lekker met die kinderen bezig geweest. Op een gegeven moment moest er toch weer wat gebeuren en ben ik tweedehands spullen gaan verkopen. Ik wist wel dat ik ooit die praktijk zou gaan doen, maar ik had het losgelaten. Op een gegeven moment kwam ik mensen tegen die hulp nodig hadden.
Ik heb van dat paranormale altijd gezegd dat het een talent is dat ik heb ontwikkeld en waar ik mee werk. Een ander gaat vioolspelen. Ik zit liever hier te werken dan in de bouwerij en het is mooi om mensen te kunnen helpen. Die vrouw met wie ik voor het eerst naar Croiset ging, daar had ik niets voor, maar nu heeft haar achterkleinkind ook last van haar longen en die kan ik nu helpen. Mijn vrouw had een postnatale depressie na de geboorte van mijn zoon, mijn schoondochter zal dat niet gebeuren, want ik weet nu hoe ik het moet voorkomen. Ik heb veel bijgeleerd in die jaren. Elektricien vond ik ook leuk, het is een andere manier van licht brengen, maar het heeft beiden niet te maken met dat. Maar af en toe komt het wel eens te pas.
In eerste instantie zijn die paranormale beelden belangrijk. Ga je daarnaar blijven kijken dan zit je weer aan die beelden vast. Ga je een stapje verder en heb je dat door, dan is er in dat ik dat die beelden herkent een direct weten, maar als dat ik verdwijnt is er een direct handelen, dan valt alles weg en dan is er dat automatische doen waar ik het over heb. Dat is uiteindelijk de normale of de egoloze situatie. En als je dat principe kent, ga je het niet meer naderhand claimen. Maar dat blijft oppassen, de dingen gaan vanzelf en dat betekent dat het heel mooi is om te zeggen, ik heb dat toch maar zo gedaan. Het ego wil het meteen claimen, dat is de werking ervan, maar als je dat inziet ben je er ook weer los van.

Dat verklaart gevallen van kennelijk wel verlichte leraren die toch de mist ingaan.
Dat kan gemakkelijk genoeg. Er komen in mijn praktijk veel vrouwen die geen kinderen konden krijgen. Natuurlijks is het zo als je geen kind hebt kunnen krijgen en iemand helpt je of je zit diep in de put door een postnatale depressie en ik haal je eruit, er allerlei gevoelens komen die persoonlijk van aard zijn. Maar dat leg ik gewoon uit en ik maak er geen drukte over. Voor je het weet word je heilig verklaard en daar moet je mee uitkijken.
Ik zit wel eens op die websites te kijken, de een doet het zo en de ander zo en ik ben blij dat ik het in mijn praktijk kan doen. De mensen komen omdat ze pijn aan hun been hebben of overspannen zijn en in mijn werk kan ik het gebruiken. Ik had een stukje in de krant geschreven over dat automatische, dat dingen gewoon vanzelf gaan. Op een gegeven moment komt iemand naar me toe die zegt: het werkt, ik doe het de hele dag! Wat is je beroep, vraag ik hem? Hij is vuilnisman. Die had het begrepen en loopt de hele dag fluitend achter de vuilnisauto. Ik weet niet meer wie het was, maar je zal met zeker respect naar alle vuilnismannen moeten kijken, want het kan hem zijn.

Is dat dan voldoende doorbraak om niet meer terug te vallen in het ego?
Als die doorbraak komt vanuit een situatie van meditatie en dergelijke of als mensen de neiging hebben in een traditie te blijven lopen misschien niet. Die kans is veel groter als je zegt dat het helemaal niets bijzonders is, want het is alleen maar iets dat eigen is, doorbraak is alleen maar een herkenning. Het kan bij de een wel met wat meer gespetter gaan dan bij de ander, het kan enorme lichttoestanden geven en dergelijke, maar ik blijf er toch bij dat het een situatie is waarin het ego er niet is en dat komt in het gewone leven ook al heel veel voor.
Je hebt in de geschiedenis ook dat mensen op een berg blijven zitten, want op de markt kunnen ze het niet vinden, ze kunnen dat alleen in een heel speciale situatie ervaren. Dat heb je bij een vechter bijvoorbeeld, als het er echt om gaat of jij of je tegenstander het eerst een mes langs je keel haalt, of mensen die bergen gaan beklimmen of in de sport records breken. Maar het gaat er juist om dat je beseft dat het je natuurlijke staat is en zo’n vuilnisman heeft dat veel beter beseft dan zo’n sporter die misschien een seconde sneller was dan de rest.
Zo’n ervaring is wel mooi, maar je moet oppassen dat je niet als een halve heilige verder door het leven gaat. Bhagwan, Sai Baba, dat soort mensen staan dat wel toe. Douwe was een van de eersten die het naar Nederland bracht. Voor die tijd heb ik me kapot lopen zoeken. Ik was misschien een van de eersten die dat weer van Douwe heeft begrepen. Er is nu iets in Nederland aan het ontstaan. Het zou mooi zijn als hier die dingen gewoon verteld worden als iets wat eigen is en niet met woorden uit tradities. En als het niet weer zo’n elitegedoe wordt. Het gaat mij om de gewone mensen, de elite is niet zo’n punt, die zullen niet de boel in brand steken.
Als ik zou willen zou ik hier ook satsangs kunnen geven, ik heb de ruimte, maar dan denk ik wat zouden die mensen hier komen doen? Ik vertel het en dan kunnen ze gaan. En zo gaat het hier ook. Er komt een man voorbij. Die zet zijn fiets neer en hij zegt, ik ben hier binnengekomen en ik weet niet waarom. We praten wat en dan blijkt dat de man een zoeker is, die gewoon op zijn intuïtie binnen is gestapt. Ik zeg hem dan: als jij aan het fietsen bent, zijn er hele stukken dat het gewoon helemaal vanzelf gaat. Nou dat is het. Ga maar weer, dat is het. Die jongen is weer gegaan, die begreep het meteen. Dan ga ik toch niet weken zitten praten met die lui. Als je het weten wilt, kom maar dan zal ik het je vertellen en als je het niet snapt dan ben je er schijnbaar niet klaar voor, of misschien vind je het later wel eens. Het heeft geen haast, als je dood gaat komt het toch vanzelf, zeg ik dan, dus je hoeft ook die moeite niet te doen. Jij wilt het en anders hoeft het niet.

Het is eenvoudig om het uit te leggen op basis van de ervaring die mensen toch al hebben.
Wat moet je anders? Je kan ze niet een nieuwe ervaring geven, dat zou weer uit het denken voortkomen. Het is iets wat er al is. Het enige waarom ik er nog over praat is omdat mijn kinderen erover praten, anders was ik het allang vergeten. Mijn kinderen zijn ook aan het zoeken, maar zelf heb ik er helemaal geen belangstelling voor.

Je gaat gewoon je gangetje
Ja, je kan er niet bij stil blijven staan, anders zou ik er ook bij blijven stilstaan dat mijn vader vertrokken is toen ik drie was. Ervaringen van gisteren daar heb ik toch niets meer aan.
Toen ik het begreep moest ik erg lachen, want ik wist het eigenlijk altijd al. Ik heb nog een pilsje met Douwe gedronken. Ik dacht als je daar naar zoekt, dat heb ik mijn hele leven al, waar maak je je nou zo druk over. Ik heb altijd lopen zoeken naar de bril die ik op had.

Toch gaat het niet altijd zo snel.
Er moet ook een zekere energie zijn om te willen zoeken, om los te willen laten. Als alles prima in orde is, waarom zou je je die ellende op de hals willen halen? Dat is toch omdat je niet tevreden bent of met dingen geconfronteerd wordt die de niet begrijpt, dat zet je aan.

Er moet een of ander soort spanning zijn die je de energie geeft.
Ik zie een hoop mensen en kinderen. Niet van iedereen zeg ik: die heeft het. Je kan mensen ook nooit meer vertellen dan de volgende trede, als er al een trap is. Maar het is onzin om mensen die problemen hebben met hun kinderen het hele verhaal uit te leggen; nee, een klein stukje verder, zo van: je kan het ook zo zien. Als hier een moeder komt die zich zorgen maakt om haar kind en het is een christelijk mens, dan zeg ik: je kan ook tegen de grote baas zeggen ‘ik weet het niet, daar moet jij voor zorgen’. Dan kan ze het loslaten. Mensen komen hier voor andere dingen, dat ze ziek zijn of pijn hebben, geen kinderen kunnen krijgen. Als er iemand komt, die van de pijn in zijn been afwil dan kan ik hem wel op een bepaald moment laten zien hoe die spanning ontstaat in zijn persoonlijke leven, maar ik maak er niet een te groot verhaal van. Ik zeg wel: je hebt vaak genoeg in je leven meegemaakt dat het gewoon vanzelf ging, heb er maar vertrouwen in, jij hoeft er niet altijd bij te zijn. Vanuit dat gevoel komen mensen dichter bij zichzelf. Als ze dan niet verder vragen hoef ik ook geen antwoord te geven.

Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Meditatieboekje

    Korte teksten die je meenemen naar openheid

  • Non-dualiteit - de grondeloze openheid

    Non-dualiteit is niet-tweeheid (Sanskriet: a-dvaita), de afwezigheid van scheidingen. Deze openheid vormt de kern van elke spiritualiteit en mystiek. Maar wat is non-dualiteit nu precies? Daarover gaat het nieuwe boek van Douwe Tiemersma. In zijn vorige boeken stond de non-dualiteit ook al centraal, maar nu laat hij stap voor stap zien wat non-dualiteit in de eigen ervaring betekent. Iedereen blijkt die ervaring te kennen en te waarderen.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • Psychotherapie en non-dualiteit

    De psychotherapie en oosterse bevrijdingstradities zoals advaita vedânta en boeddhisme hebben in de laatste jaren een steeds grotere belangstelling voor elkaar gekregen. Ze hebben elk specifieke noties en werkwijzen, maar overlappen elkaar voldoende om een vergelijking mogelijk te maken.
    In dit boek worden diverse westerse psychotherapeutische stromingen en twee bevrijdingswegen die van oorsprong respectievelijk hindoeïstisch (Advaita Vedânta) en boeddhistisch zijn, met elkaar geconfronteerd.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod