4-13 Wanneer niets meer vast staat, komt er een diepe ervaring van loslaten en stilte
Jaargang 4 nr. 13 (8 september 2003)
De woensdag-satsangs en de cursussen zijn weer begonnen. Het proces van verheldering en lichter worden gaat door.
Velen hebben het nieuwe boek al gezien: ‘Pranayama. Adem en levensenergie kennen, ontplooien en loslaten’.
Er is veel werk verzet, voordat het boek van de drukker kwam, maar iedereen die ik hoor is enthousiast. Als verplicht handboek wordt het al aan een van de yogaleraaropleidingen voorgeschreven. In de bijlage is een aankondiging te vinden.
De investeringen die Stichting Openheid doet in het maken van boeken is aanzienlijk. We moeten nadenken over het vervolg van de uitgaven. Dit vervolg wordt minder problematisch als er een aantal donaties voor het Boekenfonds zou komen. Dus: graag … Donaties kunnen worden overgemaakt op rek. 11.69.79.089 t.n.v. St. Openheid, Gouda, met vermelding van ‘Boekenfonds’.
Als tweede bijlage is er een nieuwe opgave van de gespreksopnames die bij Peter zijn te krijgen. Als achtste bandje is een geleide meditatie aan de serie toegevoegd.
We hebben nu op het Centrum een PC en een printer (Pia en Carmen bedankt). Gert-Jan houdt nu de lijst bij van namen en adressen. Als er aanvullingen of veranderingen zijn: graag deze doorsturen naar Gert-Jan (gertjandegraaf@hotmail.com)
Tekst
Gesprek op Schiermonnikoog 2 februari 2003, deel 5
Het waarnemen van een kaars
De wereld is toch geen schijnwereld. Die kun je toch niet ontkennen.
In deze praktische situatie kun je rustig naar de kaars kijken. Dan zit ik hier en zie ik de kaars daar. Die kaars verschijnt als werkelijk. Ja, dat is de alledaagse vaststelling. Wanneer je even verder gaat kijken, zie je wat verder meespeelt, als je zegt: “Daar staat een kaars.” Er zitten allerlei culturele en sociale constructies aan vast. Die zitten al in de taal. “Daar staat een kaars.” Wat zit allemaal in de betekenis van het woord kaars? Je stelt vast: daar staat een kaars. Wat bedoel je daarmee? Onder andere dat het iets is dat kan branden en licht geven, dat je hem kunt pakken. Dat is de praktische werkelijkheid. Ik zie de kaars en ik pak die kaars. Die kaars is nu van mij. Van mij? Ook allerlei ideeën over ‘mij’ en de relatie met een kaars zitten er in. Allerlei associaties komen op, onder andere beelden van de Kerst. Hoe zit het nou met dat ding? Bij het zien van de kaars kun je herinneringen hebben aan kaarsvet, je weet dat de stof paraffine is. Sommigen weten de chemische samenstelling, enzovoort. Daar zit de hele scheikunde in het zien. Wanneer je bewust wordt van je kijken, kun je net zo goed zeggen: “Er is een bepaald beeld. Het waargenomene bevindt zich in mijzelf. Je ziet een kaars, wat betekent dat zien? Een andere benadering is de fysische. Als je iets ziet, vallen elektromagnetische stralen op het netvlies en dan krijg je impulsen naar en in de hersenen. Waar zit de kaars? Dan wordt wel gezegd dat men die kaars naar buiten projecteert. Wat er gebeurt, bevindt zich dan blijkbaar alleen in de hersenen. Maar de hersenen zelf dan? Deze worden ook waargenomen.We kunnen nooit aan onze hersenen komen. Alles wat we waarnemen zou een proces in de hersenen zijn. Anderen zeggen dat er alleen materiële processen zijn en verdonkermanen het waarnemen zelf.
Zie je het onverklaarbare en onuitspreekbare van waarnemen? Van welk standpunt je het waarnemen ook bekijkt, je krijgt dezelfde problematiek.
De kaars krijg je als een omgekeerd beeld op je netvlies. Het is heel merkwaardig: het is net of die overeind staat, maar het is dus niet zo. Hij staat rechtop.
Nee, hij staat op zijn kop.
Je gelooft dat er niets is.
Wat je ook zegt, het is zo verschrikkelijk betrekkelijk. Als je zegt: “Zo is het”, dan is het fout.
Steeds als je iets vastzet, is er meteen onvrijheid.
Precies.
En zodra je het loslaat, als je het laat zoals het is en je er niet meer mee bemoeit, is het geen plaatje meer dat je interpreteert.
Ja, maar doorzie ook dat passieve zien als betrekkelijk, want elke waarneming is ook geconditioneerd door je ogen, met het omdraaien van het beeld op het netvlies, door het netvlies, de zenuwen, de hersenen, enzovoort.
Ook door de zaal en verdere omstandigheden wordt het zien geconditioneerd.
Oké. Verder: we nemen een besluit door te zeggen dat het een kaars is. Wat voor waarheid is het dan? Het is een conventionele waarheid volgens afspraak. Wanneer we iets dergelijks zien, noemen we dat ‘kaars’. Maar wat gebeurt er bij dat vaststellen? Het gaat er om te doorzien hoe betrekkelijkheid elke vaststelling is. Om die vaststelling los te krijgen, is het goed om andere standpunten in te nemen. Of om precies na te gaan: wanneer ik dat zeg, wat bedoel ik daarmee? Soms kom je op heel rare dingen als je met het denken verder gaat, bijvoorbeeld, wanneer je meegaat met de interpretatie van de natuurkunde. Dan zeg je dat die kaars uit moleculen bestaat, maar vooral uit ruimte. Dat is een ander verhaal. Of je gaat zeggen: “Dit is een sprankje van het goddelijke licht.”
Dat is er ook.
Ik heb gezegd: “Doorzie elke uitspraak als betrekkelijk. Zet niets vast.”
En wanneer alles op drift komt, wanneer niets vaststaat, wat dan? Dan komt er een diepe ervaring van loslaten en stilte.
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.