8-20 Laat het Licht maar teruggaan naar jezelf; dan is alles Licht
Jaargang 8 nr. 20 (20 december 2007)
Licht
Het golven van de oceaan is ook dit jaar volop doorgegaan als Advaita Centrum. Het belangrijkste is de verruiming en het groeiende inzicht in ongescheidenheid bij veel mensen. Dáár gaat het om bij al die gebeurtenissen, bijvoorbeeld bij de satsangs, de retraites, de stiltedagen. Dat geldt ook voor de cursussen die er waren: Levenskunst (als het opbloeien van reflexieve non-dualiteit), Chakrayoga (bevrijding op alle chakra-niveaus), Non-dualiteit (pas besproken: in het Kashmir shivaïsme en boeddhisme).
Op 2 december was er de TV-uitzending van OHM over 'God binnen of God buiten?'. Opvallend was het sfeerverschil tussen de bijdragen vanuit de hindoegemeenschap en die van mij. In de hoogste non-dualiteit lag de eenheid van het rijke hindoeïsme en de directe advaitabenadering. De uitzending is nog te zien op de OHM-website: http://player.omroep.nl/?aflID=6010505.
Ook in het nieuwe kalenderjaar worden weer vele gelegenheden geboden waarin het alles doorbrekende inzicht grote kansen krijgt ...
Tekst
Inleiding 12 december te Gouda - Lichtmeditatie
Steeds weer opnieuw gaat het om de benadering van non-dualiteit. We hebben langzamerhand talloze benaderingswijzen gevolgd. Als er maar eentje aanslaat is het genoeg. Vanavond beginnen we met de vraag die vaak wordt gesteld: hoe zit het nu met de intensiteit van bewustzijn? Die vraag heeft te maken met wat ik vaak zeg: blijf bewust van je eigen situatie; blijf helder zodat je ziet wat er gebeurt. Daarvoor is een heel helder bewustzijn nodig. We zullen nog eens gaan kijken wat dat betekent: helder bewustzijn.
Het uitgangspunt is je actuele situatie waarin je naar de dingen om je heen kijkt. Daarin zit een dualiteit: ik zie de dingen. Kijk maar naar de kaars in het midden: ik zie daar de kaarsvlam. Je kunt zo naar de kaarsvlam blijven kijken, terwijl je ook bewust wordt van de ruimte rondom de kaars. Je kunt zo blijven kijken, terwijl je ook bewust wordt van je eigen bewustzijn in het kijken. Je bent je dan intern bewust van je eigen bewustzijn. Is dat duidelijk?
Terwijl dit zo blijft, kun je opmerken dat je bewustzijn kan variëren in intensiteit. De intensiteit kan vrij laag zijn, bijvoorbeeld als je ook nog aan andere dingen zit te denken. Het bewustzijn kan ook intenser worden, een intense kwaliteit krijgen. De dingen komen dan in een sterk licht te staan. Het is niet zomaar dat bewustzijn geassocieerd wordt met licht. Bewustzijn is licht. Alleen in het licht van het bewustzijn wordt iets zichtbaar. Dat licht kan intenser worden. Waar is dat licht, als je je ogen open hebt en voor je uit kijkt? Vaak zijn we vanuit de aandacht voor de wereld teruggegaan naar de bron van aandacht, naar binnen. Maar nu, terwijl je blijft kijken naar de dingen en mensen vóór je: waar is dat licht van bewustzijn? Is dat licht dan niet als sfeer vóór je aanwezig, het bewustzijnslicht waarin de dingen zichtbaar zijn? Ga je dan niet terugtrekken in je geest en ga niet denken; blijf bij je ervaring van het licht in de ruimte vóór je. Daar is het licht van je bewustzijn. Dat licht heeft een gevoelskwaliteit, zodat het zien een gevoelsmatig zien is, haast een zien waarin je de dingen op gevoelige wijze aftast. Merk op dat het licht eenzelfde dubbele kwaliteit heeft als je lichaam meestal heeft: aan de ene kant is het een verschijnsel vóór je in de ruimte; aan de ander kant is ben je dat gevoelsmatige bewustzijnslicht zelf. Het subjectieve en het objectieve gaan daarin samen.
Focus eens bewust op dat licht daar. Kun je ervaren dat dat licht intenser wordt?
De vormen worden intenser ...
De contouren van de vormen verdwijnen ...
Het wordt een overbelichte foto ...
Alles krijgt meer de kwaliteit van licht.
Wat gebeurt er met jezelf? Ga precies zien wat er gebeurt. Het licht waarin alles verschijnt wordt sterker. Je hoeft je maar te richten op het lichtkarakter van het licht waarin de vormen verschijnen en het gebeurt. Wat gebeurt er als het licht nog intenser wordt? Ervaar je ook dat het dichter bij je komt, dat je ermee gaat samenvallen? Klopt dat?
Ja.
Heeft het ook te maken met hoe je zelf in het licht staat?
Natuurlijk. Het hangt af van je eigen instelling. Je bent gericht op het licht dat je eigen bewustzijn is. Dat licht wordt sterker en breidt zich uit, vooral ook naar je eigen innerlijk, jezelf. Je lichaam komt meer in het licht en wordt doorzichtig. Voor zover je het licht ervaart van buiten - het objectaspect van het licht als verschijnsel - komt het op je af, overweldigt het je en ga je er volledig mee samenvallen. Dan is het overduidelijk dat het licht het licht is van jezelf als bewust-zijn, niet te objectiveren, subject.
Ik word er warm van.
Ja, zo concreet werkt het.
Als je precies gaat ervaren, kun je in elke situatie het belangrijkste leren: dat de scheidingen gaan verdwijnen, dat er zo maar een non-dualiteit is.
Ik heb wel de indruk dat je er iets voor moet doen.
Het enige wat je kunt doen is je op een goede wijze afstemmen. Dat betekent alleen dat je je beperkingen van je instelling die zitten in de dualistische gerichtheid, loslaat. Meer kun je en hoef je niet te doen. Dat doen is niet meer dan je ontspannen, loslaten. Dat is eigenlijk geen doen. Dan wordt de non-dualiteit duidelijk. Daar gaat het om.
Misschien is het goed het nog eens door te lopen.
Je wordt je bewust van de dingen die je ziet. Je wordt je bewust van het licht waardoor de dingen kunnen verschijnen Het licht wordt sterker door je er alleen maar ontspannen op af te stemmen. Wat is dat licht? In deze benadering is dat niet helemaal het licht van jezelf als eerste persoon, subject, want je ervaart het ook vóór je. Dit licht daar is er nu in zijn aspect als basis van het verschijnen van de dingen, de grondslag van de dingen. Dat is de definitie van Brahman, de wereldgrond, aan de objectzijde. ' Er zij licht' - de eerste schepping. Als dit licht er niet zou zijn, zou er geen verdere schepping zijn. Er licht iets op - hoe is het mogelijk!
Het is een wonder
Ja.
Dat wonder is mogelijk op grond van het oorspronkelijke licht. Alles ontstaat uit dat licht en is niet anders dan het licht. De verschijnselen verschijnen als grovere vormen, als stollingen van het licht. Hun kern blijft licht. De kern van andere mensen blijft licht. Zelf blijven ze licht. Toch verdwijnen de verschijnselen vroeg of laat in het oorspronkelijke licht; dat licht blijft.
Laat het licht dan sterker worden. Hoe zit het dan met je zelf? Dat oorspronkelijke licht blijkt dan niet verschillend te zijn van je eigen kern als bewust-zijn, als licht. Je stelt vast dat je zelf altijd al dat oorspronkelijke licht was. Er is geen tweeheid.
Is dat het absolute?
Laten we zeggen dat het licht als zuivere zijnservaring er vlak tegenaan zit.
Nog eens het sterk worden van het licht daar, dat op je af komt. Dat kan oneindig intens worden. Niet voor niets wordt dat licht al heel lang bliksem genoemd - in de oude Upanishaden en later in het boeddhisme: vajra. Je krijgt het dus niet alleen warm, maar gloeiend heet. Als nog vasthoudt aan een vorm, word je verteerd.
We hebben het wel gehad over luiheid, traagheid, donkerte. Het is duidelijk dat als je wat meer op het intense licht oriënteert, alle traagheid en vaagheid verdwijnt. Dat licht is universeel, ontzettend scherp en intens.
Dus bij deze benadering is er een herkenning van het oorspronkelijke licht in de wereld, het zelf van alle levende wezens en dingen. Er is ook een herkenning van jezelf als hetzelfde licht, door het licht terug te laten gaan naar jezelf. Eigenlijk is het een terug laten gaan van je eigen bewustzijn dat geprojecteerd werd als licht in de wereld. Dan zie je jezelf als licht in alle wezens en dingen en deze zie je in jezelf.
Wat is bezit?
Een oud Perzisch verhaal
Op een dag zat sjeik Ibrahim temidden van zijn edelen bij de poort van zijn paleis. Een derwisj (bedelmonnik) kwam aanlopen en maakte aanstalten het paleis binnen te gaan.
'Zeg oude', zei een van de edelen, 'waar ga je heen?'
'Ik wil hier naar binnen, in deze karavanserai (een rustplaats en herberg voor karavanen).' 'Maar dit is geen karavanserai', zei de edelman, 'dit is het paleis van Ibrahim, de sjeik van Balkh.'
Ibrahim wenkte en liet de derwisj bij zich komen: 'Derwisj, dit is mijn paleis. Wat wil je?' De derwisj knikte en vroeg: 'Ibrahim, aan wie behoorde dit paleis het allereerst?'
'Aan mijn grootvader; die heeft het gebouwd', antwoordde lbrahim minzaam. 'En na hem, wie was de eigenaar?' 'Mijn vader.'
'En aan wie komt het na zijn dood?' Ibrahim glimlachte: 'Aan mij.'
'En als ge sterft, aan wie komt het dan?' 'Aan mijn zoon.'
'Ibrahim', zei de derwisj, 'een gebouw waar de één na de ander komt en gaat, is geen paleis, dat is een karavanserai.'
Bij de lichtmeditatie werd duidelijk wat 'Ik ben het licht der wereld' betekent. Dat is een goede Kerstmeditatie.
Goede feestdagen gewenst met overweldigend licht.
Hartelijke groet,
Douwe Tiemersma
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.