Teksten van Pia
*
Open brief (naar mezelf)
Eerlijk, wees vol eer naar jeZelf.
Wat brengt je hier en nu?
Vertrouwen hebben in de leraar door te
Herkennen in wat hij zegt
Daaruit volgt Overgave, Geloven wat hij zegt
door zijn woorden te overwegen, mediterend, langzaam
Mag kritisch vanuit je eigen innerlijk weten, niet vanuit de samenleving met zijn biljoenen stemmetjes ( mode, markt, media )
Respect hebben
Zijn uiterlijke vorm loslaten
Handelen, dat wil zeggen; steeds opnieuw naar jezelf kijken
Niet te snel denken dat je er? al bent
Onderzoeken van grof naar fijn en volhouden
Jezelf niet voor de gek houden en Eerlijk zijn
Milde Strengheid tegenover jezelf
Niet splitsen door verschillende leraren te gaan volgen,
is verwarrend, volg er eens Een
Weten dat deze de jouwe is, de Ware is, herkennen is voldoende
Steeds mediteren op de Stilte
Volhouden, ook in het vertrouwen
Hunker niet naar bevestiging van buitenaf
Het uiteindelijke ... niet bij hem leggen maar
de Verantwoordelijkheid in eigen hand nemen
Je doet het uiteindelijk helemaal Zelf alleen
Geluk zit In je, wordt niet aangedragen:
de Opening, dié wordt aangeboden
Dan ga je er vanZelf (met die hulp) al-een door.
*
Wat is Advaita?
Wat is Advaita, wordt me wel eens gevraagd.
De eerste keer dat het gevraagd werd, zo komt de herinnering langs, was toen ik op Schiermonnikoog was.
Ik zit op een bankje, voel ineens een hand op mijn schouder.
'Ben jij het Pia?' En ik kijk verrast op in de ogen van een vriendin uit mijn opleidingstijd in de verpleging. We hebben elkaar jaren niet gezien.
We vertellen elkaar wat we daar doen op Schiermonnikoog en zij vraagt: 'Wat is dat, Advaita?'
We kijken elkaar in de ogen en: 'Zoals we elkaar nu aankijken. We zien nog precies dezelfde ogen als vroeger. Alleen onze uiterlijke vormen zijn veranderd, onze omstandigheden zijn veranderd, onze gedachten zijn alle kanten uitgeweest, onze gevoelens idem dito. Toch hebben we weet van iets gemeenschappelijks wat ons verbindt, iets wat niet te benoemen is en toch is het er. Wat niet aan verandering onderheven was. Dat is Advaita: Niet-Tweeheid. Een grondgemeenschappelijk niet te benoemen X (X staat voor het onbekende) met zogenaamde verschillende uitingsvormen: lichamelijke, gedachten, gevoelens en levensachtergronden, te zien in het plaatje van de een en het plaatje van de ander. En zie al die andere plaatjes.'
'Ja', zei ze, 'ik zie wat je zegt.'
*
Ook een dier zoekt eenheid
Polle, het katertje uit Schiermonnikoog, is pas in zijn nieuwe huis hier in Hellevoetsluis. Ik zie de saamhorigheid wanneer we spelend samen door de kamer rennen achter een speelgoedmuis aan. Wanneer we kroelen is het verwonderlijk hoe zacht hij met me omgaat, met ingetrokken klauwtjes; steeds likt hij me. Er is alleen maar Liefde en rust. Overal waar ik heenga in huis komt hij achter me aan..Eenheid zoekend komt hij bij me zitten. Dan kijkt hij plots diep in mijn ogen, zonder verwondering, met open blik. Hij lijkt te zeggen: ik ken jou. Dat straalt hij uit en het is helemaal goed. Dan is er Eenheid zonder dat er twee zijn.
Vol Vertrouwen ligt hij dan in mijn schoot. Alleen maar Overgave, en Ananda (spinnen). Ik zie een wakker-zijn en tegelijkertijd een geheel ontspannen-zijn.
*
Een hekel aan iemand hebben
Naar aanleiding van de vraag, die regelmatig voorkomt, ‘ik heb zo’n ontzettende hekel aan iemand; wat kan ik daar aan doen?’ schoot mij het volgende verhaaltje te binnen. Het is, in het kort, een verhaal uit Een gesprekje met God, de kleine ziel en de zon. Dat is een kinderboek van Neale Donald Walsch.
Er is een zieltje dat tegen God zegt: ‘Ik weet wie ik ben. Ik ben het Licht.’ God zegt: ‘Dat klopt.’ Het zieltje is heel blij dat hij weet wie hij is, maar als hij erover na gaat denken zegt hij: ‘Ik weet wel wie ik ben, maar ik wil ook weten hoe het voelt om Licht te zijn.’ ‘Maar dat ben je al!’, zegt God met een glimlach. Je bent één van die zonnestraaltjes die samen met al die andere straaltjes de zon vormen. Om jezelf te herkennen als het Licht als je omringd wordt door Licht, is wel moeilijk.’ ‘Toch wil ik het voelen, verzin maar wat God’, zegt het zieltje. ‘Goed’, zegt God, ‘dan zal ik je omringen met duisternis, dat wat je niet bent.’ ‘Ben ik bang voor de duisternis?’, roept het zieltje uit. ‘Alleen als je er voor kiest’, zegt God. ‘Er is eigenlijk niets om bang voor te zijn, tenzij jij vindt van wel. Het is allemaal verbeelding, snap je. We verzinnen het zelf. Dus als je omringd wordt door duisternis, moet je niet boos worden. Juist dan moet je ontdekken dat jij een Licht in de duisternis bent. Zo ontdek je wie je zelf bent. Anderen zullen het ook ontdekken en weten hoe bijzonder je bent. Let wel: bijzonder is niet “beter”. Iedereen is bijzonder op zijn eigen manier. Maar er zijn er een heleboel die dat vergeten zijn. Zeg maar zieltje, wat voor soort bijzonder wil jij zijn?’ vraagt God. ‘Ik weet het’, roept zieltje, ‘ik wil vergevingsgezind worden genoemd. Dat is toch wel bijzonder toch?’ ‘Ja’, zegt God, ‘dat is heel bijzonder.’ ‘Oké’, zegt zieltje, ‘ik wil voelen hoe het is om dat te zijn.’ ‘Maar’, zegt God dan, ‘er is een probleem. Er is niemand om te vergeven.’ ‘Niemand?’Zieltje kon zijn oren niet geloven. ‘Niemand’, zegt God, ‘alles wat ik heb geschapen is perfect. Er is geen zieltje in de schepping minder perfect dan jij. Kijk maar om je heen.’ Alle zielen kwamen rondom God en het zieltje staan, nieuwsgierig als ze waren hoe dit nu verder ging. Zieltje werd verdrietig. Een van de andere zielen zag dat en stapte naar voren. ‘Ik help je wel’, zegt hij, ‘ik zal je iemand geven die je kunt vergeven.’ ‘Je bent een engel’, zegt zieltje blij verrast. ‘Natuurlijk’, zegt God, ‘alle zielen zijn engelen.’ ‘Hoe dan?’, vraagt zieltje aan de Vriendelijke Ziel. ‘Ik kan naar je volgende leven gaan en zal iets doen, zodat jij kunt voelen hoe het is om de Vergevingsgezinde te zijn. Reken er wel op dat ik heel zwaar zal zijn en dat je misschien dit gesprek zult vergeten. Want ik doe alsof ik heel anders ben dan ik in werkelijkheid ben. Daarom moet ik je in ruil daarvoor een gunst vragen.’ ‘O, goed hoor’, roept zieltje verheugd uit, ‘alles wat je maar wilt.’ Omringd door een onvoorstelbare grote Stilte zegt de engel: ‘Als ik je kwets en pijn doe, als ik je het ergste aandoe dat je je kunt voorstellen, dan… moet je bedenken Wie Ik Werkelijk Ben.’ ‘Natuurlijk’, roept zieltje uit, ‘ik zal me dat altijd herinneren.’ ‘Goed’, zegt de Vriendelijke Ziel, ‘want het zal zo erg zijn dat ik mezelf ook zal vergeten. En het kan lang duren voor dat ik daar weer achter kom. Als jij het me dan weer wil helpen herinneren?’ ‘Beloofd’, zegt zieltje. En zo werd het afgesproken. Zieltje ging naar een nieuw leven. Verrukt van het feit dat hij Licht was, verrukt dat hij dat deel van bijzonder mocht zijn dat vergevingsgezind heette.??En hij weet nu dat als er een nieuwe ziel in zijn leven langskomt, of die nu vreugde of verdriet brengt, dat er in iedereen EenZelfde ziel zit, dat iedereen hetzelfde Licht is als hij Zelf is. Er is geen ‘ ander’
*
Alles is goed
In het kader van het Project Jongeren werd mij de volgende vraag gesteld.
Alles is goed, zegt men vaak in advaitakringen, maar dit lijkt zo fatalistisch. Hoe kun je zo opvoeden?’ Daarbij werd ook verwezen naar wat Balsekar vaak zegt, je bent niet de doener, dus wat zou je zelf kunnen doen
Dit kan fatalistisch lijken, maar dan wordt het verschil tussen het hogere inzicht van waaruit je dit kunt zeggen en het gewone leven niet gezien. Vaak worden niveaus door elkaar gehaald wanneer er te pas en te onpas gezegd wordt ‘Alles is (altijd) goed’.
In Werkelijkheid zijn er natuurlijk geen niveaus. Chakra’s, energetische lichamen, spier- en ademspanning, gedachten: dat noemen we allemaal ‘ niveaus’ hoewel het eigenlijk tijdelijke verschijnselen zijn. Ze komen voorbij in het Bewustzijn. Zolang men niet helemaal in die Werkelijkheid is gevestigd, is het goed om alert te blijven in plaats van zich fatalistisch te gedragen terwijl men zegt: ‘alles is (altijd) goed’. Want natuurlijk is het niet goed als je bijvoorbeeld ziet dat je kind drugs gebruikt. Dan moet je zeker bijsturen.
Elk moment zijn er keuzes te maken in het dagelijks leven. In Openheid is dat zonder problemen. Wat te doen als men nog niet volledig in Openheid is en men ervaart iets wel als een probleem, bijvoorbeeld met een kind? Dan is het aan de ene kant goed om zo veel mogelijk los te laten dat het een probleem is - problemen zijn namelijk hoofdzakelijk egogedachten. Maar tegelijk zal men wat betreft de praktische zaken heel goed moeten letten op de voortgang van het kind, zoals bijvoorbeeld op tijd thuis zijn en gewoon naar school gaan. Dus loslaten wil niet zeggen het kind geen aandacht meer geven, zo van ‘zoek het zelf maar uit, alles is toch goed’. Nee, aandacht geven op een ándere wijze. En tegelijk wel praktische richtlijnen geven en nee is nee.
De uitspraak van Balsekar: ‘je kunt toch niets doen, alles gebeurt zoals het gebeurt’, kun je alleen zeggen vanuit volledige Openheid. Wanneer daar gezegd wordt Alles is Goed, dan wordt er een Goed bedoeld dat vooraf gaat aan goed en slecht. En je kunt niets doen, niet- iets doen is iets anders dan het wel of niet handelen zoals een persoon handelt.
Zolang je nog niet volledig en altijd in de Openheid aanwezig bent, kun je wel degelijk ‘iets doen’, namelijk je steeds door de eigen grenzen (egospanningen) heen laten zakken, steeds jezelf richten op Openheid. Daarin ben je jezelf, natuurlijk, ontspannen.
Ja, van daaruit gaan de dingen vanzelf goed. Omdat je die ontspanning al zelf bent, hoeft of moet niets, speelt er geen egobelang mee. Het vergt echter eerst wel een voortdurende alertheid om in die toestand te blijven. Hierbij kan een leraar behulpzaam zijn.
Een andere praktisch punt dat Balsekar lijkt te vergeten, is dat er ook de gewone dagelijkse omstandigheden zijn. Je kijkt toch ook uit als je oversteekt, eerst naar links en dan naar rechts! Dan zeg je toch ook niet alles is goed en steek je zo over!
Als jij de opvoeder bent, wees dan inderdaad de volwassene. Je hoeft geen vriendje of vriendinnetje van je kind te zijn, die hebben ze genoeg. Ze hebben maar 1 vader en 1 moeder. Ze hebben een volwassene nodig als voorbeeld. Dat helpt ze om later ook volwassen te worden en niet het hele leven als een puber achter alle verleidingen van de consumptiemaatschappij aan te hollen.
Wat bedoelen we nu precies als er gezegd wordt: Alles is Goed? Het gaat om het accepteren van alles wat is en van alles wat niet is. Daarin, in alle twee, daarin Is alles Goed. De praktische zaken worden gewoon gedaan, en door dit inzicht, juist in alle Helderheid, gaat het zoals het gaat.
Pia de Blok
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.