Kennis en bevrijding van liefde


In: InZicht, 12 nr. 2 (mei 2010), 22-25

Douwe Tiemersma


De advaita-realisatie is het doorbreken van het inzicht in de grondeloze openheid als de ware werkelijkheid. Het is een levend inzicht waarin je ervaart dat scheidingen tussen jezelf en de anderen en het andere wegvallen. Dat betekent dat in je ervaring je beperkte vorm wegvalt en anderen / het andere gaan samenvallen met jezelf. Dit laat je dan blijkbaar gebeuren. Het gevoelsaspect van dit laten wegvallen en samenvallen is liefde. De realisatie is liefde voor alles en iedereen zonder grenzen, een liefde waarin ook de ik-persoon oplost. Het is liefde voor dat Grote waarin geen scheidingen zijn, voor Dat wat je zelf bent zonder bepaling, voor het universele ik-ben zonder invulling. Het is die liefde die de concreet ervaren non-dualiteit mogelijk maakt. Alle liefde gaat uit van een zelf-zijn, ik-ben. Pas in het universele bereikt zij haar hoogste vorm.
Als universeel ik-ben heb je alleen nog de universele kwaliteiten van zijn, bewustzijn en liefde/gelukzaligheid. Daarbij is er ook het bewustzijn van dit ik-ben-universum en het weten dat het zijn oorsprong heeft in het absolute waarover verder niets is te zeggen. De liefde heeft dus haar plaats in je zijn-bewustzijn ik-ben. In de realisatie van het absolute ben je daar vrij van.
Voor zover je je ervaart als een persoon is het dus van het grootste belang je te vestigen in het universele zijn-bewustzijn-liefde, want alleen daar doorheen is de hoogste realisatie mogelijk. Daarom is het nuttig te kijken naar liefde in de wereld van de dualiteit.

Dualiteit en liefde
Waar doet zich in de persoonlijke situatie liefde voor? In relaties met anderen: je geliefde, je gezin, je ouders, enzovoort, in relaties met dieren, planten, dingen, of ook zomaar, zonder dat er sprake is van een duidelijke relatie. De vorm kan steeds verschillend zijn, maar in alle gevallen is er dan een zelf-zijn dat ruimer is dan de individuele persoon, doordat het zichzelf ook herkent in of zich vindt in een ander of het andere.
Ook op egocentrisch niveau is er een uitbreiding mogelijk. Sterker nog: vanuit je ik-zelf probeer je altijd je eigen territorium uit te breiden. Je hebt dan voortdurend een verlangen naar iets of iemand anders en hebt het idee dat dit of deze persoon bij je hoort, je bezit is. Je laat je zelfgevoel in die ander of dat andere stromen. De uitbreiding vindt plaats op basis van een ‘liefde’ die zijn centrum heeft in een gecentreerd ik met een eigenbelang en een zorg voor zichzelf. Deze ‘liefde’ uit zich in de wil tot macht, bezit en consumptie. Andere principes kan het beperkte zelf (ego) niet volgen, omdat het zichzelf en het andere als iets beperkts aanhoudt.
Het is duidelijk dat deze weg niet tot de liefdevolle eenwording leidt. Ten eerste laat je als ego de beperking van dit zelf-zijn niet los. Je wilt je eigen identiteit bewaren. Ten tweede laat je de ander niet echt tot jezelf toe. Je bent op iets speciaals gericht, op wat voor jou voordelig of prettig is; je ervaart de ander vanuit een beperkt standpunt, om te bezitten. Aan het oplossen van de grenzen tussen het ik en de ander, kom je als ego niet toe. Het ego is de ontkenning van liefde. De ego-gerichtheid, als middelpuntzoekende en vasthoudende tendens, is de tegenstelling van liefde, als de middelpuntvliedende, gevende beweging. Het ego is als geslotenheid en hardheid het tegendeel van liefde als openheid en vloeibaarheid.

Zuivere liefde
Belangrijk is echter te zien, dat er zelfs bij egocentrische liefde een openstelling en uitbreiding van het zelf en een zoeken naar eenwording aanwezig is. Dit kan de basis zijn voor een hogere vorm van liefde, namelijk als bij die verruiming de ik-gerichte krachten verdwijnen.
Op het niveau van het ego heeft de liefde een sterk gevoelsmatig aspect. In seksuele relaties spelen driftmatige affecten en sterke energieën een grote rol. Hoewel daar een sterke egocentriciteit en zelfs egoïsme bij kan zijn, betekent de seksuele toenadering al een opening van het eigen territorium en heeft dit de mogelijkheid van verdere opening in zich.
Wanneer dit laatste plaats vindt, werkt het vuur van de echte liefde door. Als het sterk is, verteert zij het ego en wordt kosmisch.
Liefde is er in de sfeer van zelf-zijn, zelfs als je ervaart dat die van buiten komt. Alle liefde is zelf-liefde. Liefde kan niet worden losgemaakt van zelf-zijn. Zij kan alleen gezuiverd worden van beperkingen in het zelf-zijn, als zij boven de ik-persoon uit gaat. Zuivere liefde is er, voor zover je jezelf als ik-persoon loslaat. Ze is er, wanneer je geen tegenstellingen tussen jezelf als ik en de anderen/het andere meer schept, wanneer je je naaste liefhebt als jezelf. Ze is de sfeer waarin alles en iedereen is opgenomen. In Liefde ben je het Zelf van alles en iedereen.

Vreugde
Bij de verruiming van je eigen sfeer en het loslaten van je oude zelf worden alle aspecten van zelf-zijn gezuiverd, ook de gevoelssfeer. Elke verruiming geeft een gevoel van vreugde. Verruiming en vreugde gaan altijd samen. Daarom wordt op ego-niveau voortdurend verruiming gezocht, een overschrijding van bestaande grenzen. Dat gebeurt in het hard autorijden, in elke sport, in elke studie, maar ook door middel van alcohol en drugs. Als grenzen opschuiven of verdwijnen geeft dat vreugde. Vanuit een ik blijft die verruiming beperkt, gericht op iets speciaals en tijdelijk. Daarom blijf je afhankelijk van de condities. Daarom is ook je vreugde geconditioneerd en tijdelijk. Deze beperkingen vallen weg voor zover je jezelf loslaat. Er is dan niet een beetje verruiming met persoonlijke gevoelens van vreugde, maar een oneindige verruiming voorbij de grenzen van tijd en ruimte en daarmee ook een onbeperkte vreugde, gelukzaligheid (ânanda).

De hardheid van liefde
Pas van werkelijke betekenis wordt liefde dus, als ze meer dan een mooi gevoel wordt. Daarvan heeft iedereen een besef. En als je dat veronachtzaamt en blijft bij je egocentriciteit? Dan komt die afgrenzing vroeg of laat duidelijk naar voren in de spiegel van de liefde die je als van buiten gaat ervaren. Dan wordt liefde als iets hards ervaren: ze oordeelt ook. Ze veroordeelt alles wat er nog van het ego over is. Dit oordeel kan hard aankomen en angstreacties geven. De neiging bestaat vaak deze openheid af te weren en weer in de zachte en prettige gevoelssfeer te duiken. Maar Gods liefde heeft twee kanten, die geaccepteerd moeten worden, voordat de eenheid zich kan manifesteren. Kâlî en Shiva in hun vernietigende vorm verslinden het ego. Pas in de overgave wordt duidelijk dat dit oneindige liefde is en dat deze liefde

Je hartenergie
Meestal zit je vanuit je hoofd alles te bekijken en te denken. Je kunt je echter zelf als  standpunt daarvandaan naar beneden laten zakken, in de richting van je hartstreek. Waarschijnlijk kun je al snel ervaren dat je hartstreek zacht is. Je kunt als gevoelig zelf-zijn naar die zachte plaats toegaan. Het zachte hartgevoel wordt sterker naarmate je zelf daar meer naar binnen gaat. De gevoelsmatige hartenergie gaat dan stromen en golven. En dat heen en weer gaan wordt steeds sterker. Ervaar het maar als een sterke golvende energie. Het is een vloeibare lichtende energie. Inademend komt er energie naar binnen, uitademend vloeit en straalt de energie uit naar alle kanten uit. Het is een duidelijk gevoel, maar misschien zie je het ook als een lichtende energie. Visualiseer dat anders maar, zodat je het heel concreet ervaart. Wanneer je het heel duidelijk voor je ziet, kun je langzamerhand zelf steeds meer naar binnen gaan, zodat je zelf van binnenuit mee doet met die dynamische beweging, met dat golven en dat stralen. Laat je er steeds meer in zakken. Vanuit het hoofd met het bewustzijn laat je je steeds meer zakken in het gevoel, in het hart. Zo komen hoofd en hart, bewustzijn en gevoel bij elkaar. Al golvend stroom je als hartenergie in alle richtingen naar buiten. Alles en iedereen wordt daarin liefdevol opgenomen. Het proces van uitbreiding gaat oneindig door tot een universele eenheid. De gescheidenheid van een ego, zijn verlangens en weerstanden zijn verdwenen.

Alles is liefde
Wanneer je de eenheid realiseert, zie je alleen maar liefde, ook in het persoonlijke. De afgrenzing van het leven van de persoon blijkt dan slechts schijnbaar te zijn. De liefde is altijd en overal aanwezig is, ook daarbinnen. Zij uit zich daar op egoniveau als de drang naar liefde. Maar door kortzichtigheid blijft het bij het nastreven en oppakken van compensaties, compensaties voor het gemis van de onbeperkte liefde. Toch is ook dit een uiting van liefde. Als je alles in liefde openzet en laat smelten, zijn er geen grenzen meer aan liefde en geluk. Dan is er een universele liefdessfeer van ongescheidenheid, non-dualiteit in oneindig zelf-zijn, ik-ben, alles zijn.
Wanneer deze sfeer ijler en ijler worden, wat blijft dan nog over? Dat is het absolute dat vooraf gaat aan alles en vrij is van de liefde ik-ben. Dit is je laatste bewustzijn: dat jij die oorspronkelijkheid bent die voorafgaat aan zijn en niet-zijn en waarover niets te zeggen valt. Juist vanuit dat bewustzijn is duidelijk dat, zolang er het zijn van de kosmos is, alles liefde is.

Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Non-dualiteit - de grondeloze openheid

    Non-dualiteit is niet-tweeheid (Sanskriet: a-dvaita), de afwezigheid van scheidingen. Deze openheid vormt de kern van elke spiritualiteit en mystiek. Maar wat is non-dualiteit nu precies? Daarover gaat het nieuwe boek van Douwe Tiemersma. In zijn vorige boeken stond de non-dualiteit ook al centraal, maar nu laat hij stap voor stap zien wat non-dualiteit in de eigen ervaring betekent. Iedereen blijkt die ervaring te kennen en te waarderen.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Meditatieboekje

    Korte teksten die je meenemen naar openheid

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod