Tukaram (ongeveer 1608-1649)
Tukaram was een Zuid-Indiase dichter in de bhakti-traditie der zuidelijke Sants. Het woord Sant heeft als betekenis ‘gericht op de ware werkelijkheid’. Er zijn duizenden abhangs van hem overgeleverd, dat zijn korte verzen die geciteerd en gezongen worden bij pelgrimages. De bhakti wordt bij Tukaram op vele manieren onder woorden gebracht. Het smeken tot God beeldt hij bijvoorbeeld uit met een bedelaar die afwachtend en volhardend aan de deur staat. De bhakta kan zichzelf echter ook zien als een kind dat door God bij de hand genomen wordt. In veel gedichten wordt ook de vreugde tot uitdrukking gebracht die voortvloeit uit de Eenheidservaring.
Dit gedicht is ontleend aan Mystiek ervaren van Ben-Ami Scharfstein, Servire Uitgevers B.V., Katwijk aan Zee, 1987.
*
Jij, jij neemt een vorm aan
Ik, ik wordt eindeloos herboren:
Beiden in het streven naar vereniging.
Mijn vreugde, jouw lichaam.
Jouw verrukking, mijn aanwezigheid.
Ik geef jou je voorkomen,
Jij schenkt me de oneindigheid.
Wij tezamen vormen één enkel lichaam.
Een nieuw wezen wordt geboren,
Het Jij-Ik, het Ik-Jij.
Er is niet langer een verschil tussen ons,
Ik-Jij, Jij-Tuka.
*
Jij, jij neemt een vorm aan
Ik, ik wordt eindeloos herboren:
Beiden in het streven naar vereniging.
Mijn vreugde, jouw lichaam.
Jouw verrukking, mijn aanwezigheid.
Ik geef jou je voorkomen,
Jij schenkt me de oneindigheid.
Wij tezamen vormen één enkel lichaam.
Een nieuw wezen wordt geboren,
Het Jij-Ik, het Ik-Jij.
Er is niet langer een verschil tussen ons,
Ik-Jij, Jij-Tuka.
*
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.