5 - Over geleende woorden


Over geleende woorden

Het is onmogelijk om de verwijzing naar het zelf te bestempelen in de sfeer van "dit heeft 'ie van die of die". Realisatie of "het zelf", is altijd oorspronkelijk. De woorden die gebruikt worden om hiernaar te verwijzen komen altijd voort uit die oorspronkelijkheid. Geleend of niet. Vandaar dat het claimen van copyright aangaande uitspraken over het zelf, altijd belachelijk is. Want wie is de bedenker van het oorspronkelijke? Hoe authentiek moet het zijn? Wat is de hitte van vuur? Welk copyright rust op de fluistering "ik hou van je" in het oor van een geliefde? Ga je dan ook zeggen "nou … dat heb je niet van jezelf…"
Copyright is in deze context alleen voor schriftgeleerden en wetshandhavers. Het onderscheid tussen soap en liefde gaat net zo moeiteloos als het onderscheid tussen authenticiteit en namaak. Je weet het als je het meemaakt.

Het moet duidelijk zijn dat gebruik van woorden altijd geleend is. Er is niets nieuws onder de zon, alles is al eens gezegd. De beoordeling van authenticiteit af laten hangen van de gekozen woorden en deze weer vergelijken met andere woorden is om met de woorden van Alexander Smit te spreken, de spijker op de kop slaan, maar de plank volkomen mis.
Binnen de context van advaita gaat het om dat waarin woorden verschijnen en verdwijnen. De verwijzing daarnaar kan op miljoenen manieren … dus wat zou men malen om "geleende" woorden of begrippen?

*

De verlichte vindt zichzelf in alle anderen.

Ramana Maharshi

Jezelf zien in de ander is het ware ontmoeten.
Hiermee wordt niet bedoeld het herkennen van bepaalde overeenkomende eigenschappen, maar juist de herkenning van het ene, de ingrond van wat we werkelijk zijn, waarin we worden geboren, leven en sterven.
De verlichte is zich durend bewust dat hij hieruit leeft. Niet als een soort van kennisgeving zoals we kennis hebben van het gegeven dat de aarde rond is, maar vanuit dat ZIJN. Er is niets anders dan dat.
Daarom vindt hij zichzelf in alle anderen.
Want de waarheid is dat er geen ander is. Want alle anderen zijn uitdrukking van het ene, en dat ene… in de hoogste betekenis . Is het meest wezenlijke wat je bent.
Die grote gemene deler herkennen . Dat is het punt waarop gezegd kan worden dat je met je hart de wereld en de mensheid omvat.

*

Een reactie op het symposium over zelfmoord

Wandelend met de hond door verlichte straten.
En het was of de straatverlichting langzaam uitdoofde.
Omhuld door diepe duisternis stopte ik het lopen
Om te wachten tot mijn ogen hieraan gewend waren
Maar ze konden niet wennen
Want dit was niet een duisternis
veroorzaakt door afwezigheid van licht
Dit was een duisternis waarin het bestaan van ogen
Geen enkel verschil uitmaakt
Dit was de duisternis waarvoor ik angst behoorde te hebben
Waarvoor ik op m'n knieën zou moeten zijgen
En in doodsnood de goden zou moeten aanroepen.
Omdat dit alles uitbleef,
Was er niets
Behalve het opkomende
lichtende besef
van waarneming
het besef
dat al het licht
onmogelijk anders kán zijn
dan mij zelf
want nergens anders mee
dan dát ..
kan diepe duisternis
zo gezien worden.


Volker Hinten

Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • Mediteren leren

    Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor de gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. 

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod