35. Twijfel en zelf-liefde


Ik ervaar mijzelf als in een voorhof van een verdere - meer definitieve - afsluitende beweging. Terwijl ik zie dat opening en afsluiting iets van elk moment 'nu' is, herken ik ook een grotere lijn van afsluiting die zich in de tijd laat uitmeten. Ik heb er weinig (toch een beetje) vertrouwen in dat de opening zich nu verder kan voortzetten. Het lijkt ook heel sterk op een persoonlijk handelen te moeten aankomen, om de opening er te laten zijn, of beter misschien, de afsluiting niet verder door te laten gaan.

Onder dit proces zit iets waar ik voor mijn gevoel niet bij kan komen. Ik probeer het via schrijven en denken maar het lijkt erop dat dingen slechts gedeeltelijk duidelijk worden. Toch ervaar ik een grote noodzaak dit onderliggende 'iets' aan het licht te krijgen. Het is misschien wel een niet-vertrouwen waardoor het moeiteloos openen een geforceerde afsluiting wordt. De notie van 'Vertrouwen' (het diepste van mijzelf en alles) geeft al aan dat het alleen maar een vertrouwen is. Dit is een vertrouwen van mijzelf, dat alles goed is en dat alles goed zal komen.

Ik ervaar een angst voor definitieve afsluiting. Dat is eigenlijk een niet-vertrouwen van de opening. Terwijl ik eigenlijk verlang naar oneindige opening! Dit wordt dus ervaren vanuit een standpunt in de Ruimte die ik (notiegewijs) ook ben. Zodra ik mijzelf ben als Ruimte, als de stille vreugde van het inzicht, dan staat een standpunt niet meer primair. Dan ben Ik eerder de Ruimte dan dat ik er ben met angst en verlangen. Dan ga Ik vooraf aan ik.

Nu een keuzemoment mij op te stellen als persoon of mijzelf te zijn als Ruimte. Twijfel in de lucht: ben ik wel Ruimte en niet alleen maar een persoon? Ben ik ooit echt Ruimte geweest? Of alleen maar een persoon die zich opent of sluit? Dat ik ben in een wereld van verschijnselen - die ervaring - en afgescheiden ben van die wereld, dat is de primaire werkelijkheid van persoon-zijn. Ruimte-zijn valt niet te beschrijven, maar het is wel werkelijkheid. Is het nu zo dat Ruimte-zijn en persoon-zijn wederzijds afhankelijk zijn?

Terug naar de helderheid en ontspanning van dit moment. Ik wil ergens achterkomen maar ik kan er niet bij. Is het nu zo dat juist deze instelling de blokkade, het probleem is? Wat kan ik anders doen dan bij de kosmische glimlach blijven, in het vertrouwen dat alles goed komt, dat alles wat niet helder is vanzelf aan het licht komt? Vanzelf, juist omdat er een gerichtheid is op (en een zijn van) die kosmische glimlach?

Wat is dan - in elk moment weer - de verbinding met die kosmische glimlach? Of, waardoor lijkt die verbinding er niet te zijn? Het is inderdaad dat 'stille stromen', zonder etiketten. De gevoelsmatige (lichamelijke) en mentale afsluiting (afscheiding) maken dat die verbinding er niet lijkt te zijn. Toch ben ik er binnen dat afgesloten geheel en hou ik van mijzelf daarin! Van daaruit probeer ik tot een oplossing van die afgeslotenheid te komen. Het is de vaker gehoorde suggestie: vanuit het afgescheiden-zijn is het afgescheiden-zijn niet op te lossen.

Ik mag er zijn, ik mag er zijn, ik mag er zijn, ik mag er zijn, ik mag er zijn. Toch hou ik van mijzelf in dat afgesloten geheel. Die liefde heeft een verruiming van dat geheel in zich. Die zelf-liefde is misschien wel dat geheel. Daarbuiten is dan het (veronderstelde) niet-zelf. Dat afgesloten geheel, die bol van zelf-zijn, dat ben ik nu eenmaal. Toch heb ik er weet van dat ik zonder scheidingen ben, Openheid ben. In dat weten keert die bol zich binnenste buiten, vervagen de scheidingen tussen zijn en niet-zijn.

Kenmerkend voor de bol (de gesloten eenheid) is de aanwezigheid van een centrum van die bol. Heel duidelijk is nu ook de golfbeweging vanuit dat centrum, waardoor de bol kleiner of groter wordt. In het wegvallen van de bol is er de ervaring zonder centrum, zonder vorm te zijn. Hoewel het gevoel vrij stroomt in deze ervaring, blijven vormen buiten mij. Teruggaande nu naar die ervaring.. het is alleen maar een uit het oog verliezen van de doorzichtigheid van de waarnemer (omdat er een fixatie is op vorm) waardoor vormen buiten mij lijken te zijn.

Hoe vertaalt dit alles zich naar de problematiek van dit moment? De problematiek van het niet-vertrouwen, de angst, het verdriet, de pijn, de woede, de twijfel, de verslaving. Zijn het allemaal oude gewoonten, fixaties vanuit de overtuiging afgesloten te zijn? Het kan niet anders. Hoe ga ik hiermee om? Hoe voorkom ik de afsluitende beweging die zal uitmonden in zelfmoord? Alleen al in het toelaten van deze ervaringen komt meer ruimte. Als ik zo veel van mijzelf hou, al is het binnen een bolletje zelf-zijn, dan is het niet vreemd dat ik daarin (geïdentificeerd als persoon) niets wil weten van al die ellende.

Het is wel ellende die zijn wortel vindt in het centrum van dat bolletje. Als ik Ruimte ben, dan moet ik daarvan ook weet hebben (geïdentificeerd als persoon) binnen dat bolletje. Dit weten van Openheid-zijn is niet alleen (het begin en einde van dat centrum) 'ik ben', het is ook (het begin en einde van het bolletje zelf-liefde. Laat ik mij niet langer van de wijs brengen en mij liefdevol overgeven aan de openheid. Dat betekent dat de ervaring 'ik ben' en de zelf-liefde er 100% mogen zijn!

Terug naar het gevoel. Hoe zit het daarmee? Wat betekent het dat de zelf-liefde er 100% mag zijn? Dat die ellende er ook 100% mag zijn. Kan ik dit zo voelen? Ik voel een grote noodzaak dit helder te krijgen.. of ga ik nu op de fixatie-toer? Inderdaad, de helderheid is er al in de ontspanning en overgave. Ben ik daarin alleen? Wat een vraag! Ik ben inderdaad zowel afhankelijk als onafhankelijk! Alleen in overgave gaan die twee perfect samen. In het afhankelijke deel ben ik er juist omdat er anderen zijn!

Nu weer de keuze; ga ik dit verhaal delen met iemand of ervaar ik hier en nu de eenheid met diegene? Ik weet het goed gemaakt, ik deel het en blijf bij die ervaring van eenheid. Laat ik rusten in het vertrouwen dat de opening vanzelf doorgaat. Laat ik het verlangen openhouden (niet invullen, niet laten afleiden) en laat ik de ellende (bekrompen zelf-liefde) aanvaarden voor wat het is. Laat ik dankbaar zijn voor de mensen die mij hierbij helpen. Laat ik de liefde die ik ervaar niet voor mijzelf houden, maar laat Ik het delen met mijzelf, alles en iedereen. Het is zo mooi!


Stukken uit een volgende e-mail


[...] Het delen van deze reactie heeft voor mij twee kanten; de onzekerheid of de tekst klopt en de trots over de formulering. Ik ben er nogal mee bezig geweest en in het proces de ruimte uit het oog verloren. Op een subtiele manier heeft het zo betrekking op mij en zou het zelfs als een instandhouding van een isolement kunnen worden gezien. Maar het mag er zijn, kloppend of niet, zinvol of niet. Ik laat het los, en dat is een openkomen van het isolement. [...] Ik heb moeite mijzelf nu vrij uit te drukken, maar ik zie ook meteen weer de betrekkelijkheid daarvan. [...] Het is ook die verdraaide afstomping en versteende onzekerheid door de cannabis die ik in toenemende mate de afgelopen dagen tot mij neem. Ik zie nu wel duidelijker wat er onder zit of er sterk mee samenhangt, dat is een stuk gevoelsmatig gesloten zijn en gesloten houden. [...] Het is een soort subtiele depressie, maar wel met energetische diepte. Oude vormen van zelf-zijn herleven zich erin doordat ik erin blijf geloven. Het is een sfeer van niet welkom voelen, van een niet willen leven. [...] Het is echt een gebrek aan ervaring van onafhankelijkheid op dat subtiele gevoelsmatige vlak! Het is een brakke, holle basis van gevoel voor het goede, gecompenseerd met onzekerheid, verslaving en zelfdestructiviteit. Eenmaal vastgelopen in deze boot is vreugde en gevoel van zelf-zijn iets heel vreemds! [...] Dit alles heeft mensen in de gevoelsmatige ervaring op een laag pitje gezet. Zo is mijn contemplatie over het artikel maar voor de helft waar, of beter: het ontbreekt aan gevoel. Er is wel een geraakt zijn, een vriendelijk zijn, een hartelijk zijn maar niet echt bewust als zijnde zelf-zijn. Ik zie het terug in mijn eigen woorden ook in andere situaties; de vreugde en dankbaarheid worden afgehouden en gecompenseerd met negativiteit en depressie. Woorden zijn net meetkunde voor mij, alles draait om de punt en dat de punt en alles hetzelfde zijn is niet te meten. [...] Ik heb er ernstige behoefte aan gezien en geliefd te worden in deze eerlijkheid, deze openheid, dit mijzelf zijn. Ik voel mij niet eerlijk en open genoeg naar mijzelf zodat ik zelfstandig en volwassen kan zijn. Tijdens een retraite wordt de aard van deze behoefte duidelijk; terwijl de behoefte er is, ben ik er ook vrij van. Dat de behoefte er mag zijn, dat dat goed is en ook het beste, is wel heel duidelijk geworden de afgelopen retraite, zeker ook door de gesprekken met Willem. Opvallend is een eerlijk en open genoeg zijn naar de ander, en naar mijzelf, waardoor zelfstandigheid en volwassenheid een natuurlijke zaak worden."


Uit het antwoord

Het is goed om deze feitelijke situatie onder ogen te zien. Het conflict van verlangen naar openheid en angst voor de openheid is duidelijk, ook het conflict tussen vertrouwen en geen-vertrouwen.
...
De Ruimte ben je niet alleen notiegewijs, want je schrijft dat je die Ruimte zelf ook ervaringsmatig bent "als de stille vreugde van het inzicht". Dan is er het conflict in je tussen Ruimte en afgesloten zijn opgelost. Ook dat is goed om onder ogen te zien.
...
Ruimte-zijn en persoon-zijn zijn niet van elkaar afhankelijk. Persoon-zijn is een illusoire afscheiding in de Ruimte die er altijd is en blijft.
...
Die zelf-liefde is inderdaad het geheel, dus boven-persoonlijk en zonder een niet-zelf erbuiten! Je ziet en verwoordt het erg duidelijk.
...
Blijf bij de zijnservaring van zelf-zijn. Als de bol open komt is de ervaring en dat zijn oneindig. Het zien van vormen wordt een inwendig voelen van de vormen zonder scheiding.
...
Blijf dus voorlopig binnen de bol bij jezelf en ontspan je daarin - niet meer dan dat.
Van daaruit zal het openen van de bol en de eenwording met alles vanzelf plaatsvinden. Maak je daar geen zorgen over. Laat dus in de bol bij jezelf het denken over Ruimte enzovoort los en blijf helder.
Als je in de bol van zelf-liefde blijft zonder iets anders erbuiten te projecteren, ontstaat er ontspanning en overgave. Je moet eerst diep van jezelf houden voordat je echte liefde aan anderen kunt geven.

Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Satsang

    Dit boek is een bloemlezing van satsangs gehouden door Douwe Tiemersma. Bijeenkomsten waarin hij als advaitaleraar de kern van het advaita inzicht doorgeeft.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod