Brief 46 – Niks niet Openheid
... Het raakte mij tot in mijn hart, tot in mijn ziel. Het liefst had ik het uitgeschreeuwd en was ik op de grond gevallen.
Op dat moment was het kennelijk nodig voor mij om het oude ik er even bij te halen en die vertelde mij dat ik het toch echt niet maken kon om hier mezelf te laten gaan.
Vervolgens worstelde ik om overeind te blijven. Het lukte redelijk tot vijf minuten voor het einde. Ik rende naar de gang en hing als een vaatdoek op de trap.
Ik zag een ik die dit soort reactie helemaal niet leuk vind. Niks niet Openheid. Misschien is het wel een oud patroon. Het hele weekend heeft het door gewerkt.
Mijn vraag is eigenlijk: mag ik de tijd nemen om door dat verdriet heen te gaan, of moet ik zo snel mogelijk die Openheid zoeken? In het laatste geval heb ik het gevoel of ik het weg ga duwen en dat het er niet wezen mag.
Uit het antwoord
Laten we vaststellen dat wat er gebeurde iets essentieels is, iets dat op een gegeven moment wel moet doorgaan.
Als daar te grote weerstand bij komt, zul je toch zoveel mogelijk bij die grens moeten blijven. Natuurlijk moet je daarin niet forceren - wees daarbij op gevoelige wijze verstandig. Toch zal het moeten doorwerken; dus laat dat grote toe, totdat het zich vanzelf doorzet.
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.