Dattâtreya, De Avadhûta Gîtâ
vertaling en inleiding Henk Spierenburg, Ankh-Hermes, Deventer 1998 (Oriëntserie), ISBN 90-202-1958-8, prijs f 24,50
Verschenen in: InZicht 1 nr. 1 (mei 1999), p. 26
Het is nauwelijks te geloven dat in de laatste paar jaar zoveel waardevolle klassieke oosterse teksten in Nederlandse vertaling verschijnen, en dan nog direct vertaald uit de oorspronkelijke taal. Het geeft aan dat de belangstelling voor oosterse denkwijzen de fase van oppervlakkig exotisme ver achter zich heeft gelaten. De Avadhûta Gîtâ is zo'n mooie klassieke tekst en wel uit de traditie van de Advaita Vedânta. Dit is de stroming die teruggaat op de Upanishaden en deze op een nondualistische wijze interpreteert. De grootste naam hierin is Shankara (Shankarâcarya). De auteur van de tekst noemt zich Dattâtreya, naar de mythische incarnatie van Vishnu uit de Purâna's, de middeleeuwse Indische geschriften, maar dat had waarschijnlijk het oogmerk de tekst van een grote autoriteit te voorzien. Waarschijnlijk zijn de verzen geschreven door een verlichte yogi uit de tiende eeuw van onze jaartelling, die zich net als de legendarische Dattâtreya terugtrok uit de maatschappij als niets bezittende en bevrijde asceet (Avadhut). 'Avadhûta Gîtâ' betekent dan de zang van degene die bevrijd is.
De tekst maakt een grote indruk, omdat deze voortkomt uit het hoogste inzicht en omdat deze zo direct is. Dit is het geval als de auteur over zijn eigen 'situatie' spreekt. Bijvoorbeeld
1.10 Ik, de Ene, ben dit allemaal, het uitspansel voorbij en eeuwig. Hoe zou ik het Zelf als zichtbaar of verborgen moeten ervaren? en
4.12 Ik heb geen lichaam, noch ben ik onbelichaamd. Ik heb geen intuïtie, noch verstand, noch zintuigen. Hoe kan ik dan spreken van gebondenheid en niet-gebondenheid? Ik ben onaangetast, mijn natuurlijke vorm is bevrijd.
Deze directheid is er ook als de woorden op de leerling zijn gericht.
1.16 U behoort niet tot dat wat is samengesteld uit de vijf objecten van de zintuigen, zoals geluid; ook behoort het niet tot u. U bent inderdaad de hogere werkelijkheid. Waaroom lijdt u dan?
Het hele boekje staat vol met prachtige uitspaken als deze. Voortdurend verwijst de schrijver naar de ervaring van het overstijgen van de dualiteit van vormen en namen via het inzicht in de identiteit van Zelf (Âtman) en de hoogste werkelijkheid (Brahman).
Het vertalen van de zeer beknopte uitspraken is in zekere zin een herschrijven van de tekst. Daarom lopen de diverse vertalingen sterk uiteen. Hans Spierenburg is volgens zijn verantwoording precies te werk gegaan door een woord-voor-wooord vertaling te maken. Dat moet een heel karwei zijn geweest. De teksten zijn goed leesbaar geworden, maar toch hapert het lezen op verschillende plaatsen omdat er iets mis is met de betekenis. Ik ben geen sankritist, maar bij het bekijken van de Sanskriettekst blijkt soms een betere keuze uit de mogelijke vertalingen voor de hand te hand te liggen. Enkele voorbeelden zijn de volgende.
1.1 " ... om hen te bewaren voor grote vrees" - beter is "om hen de grote vrees te laten overwinnen (upajayate); 1.16 (zie boven) "de hogere werkelijkheid" - beter is: "de hoogste werkelijkheid" (param tattvam); 1.22 "... dat de werkelijkheid zowel enig als het totaal is" - beter is: "dat de werkelijkheid één (ekam) is en altijd dezelfde (samam).
Het is jammer dat de omslag een paar slordigheden bevat: de vermelding van de naam Henk Spierenburg en het weglaten van de naam Dattâtreya geven de foutieve indruk dat Spierenburg de schrijver is van het boek. De afbeelding van de Shrî-Yantra heeft een wel erg onevenwichtige plaats op de voorkant gekregen en verder heeft deze abstracte tekening niets met Dattatreya's Advaita Vedânta te maken. Zij wordt gebruikt in het Shaktisme en Tantrisme.
Ondanks deze opmerkingen is dit boekje alleen maar aan te bevelen aan allen die de bovenstaande citaten iets zeggen.
[DT]
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.