2009/06 Spiritualiteit: bewuste verruiming en transformatie die doorgaan tot ...........

Jaargang 10 nr. 9 ( 1 juni 2009)
10-9_In_gevoelsmatig_zien_-_non-dualiteit
In gevoelsmatig zien: non-dualiteit


 

Mededelingen

Afgelopen woensdag was er de laatste satsang voor het zomerreces. Begin juni is er deStilteweek op Schiermonnikoog. In augustusis er de laatste retraiteweek dit jaar op Schiermonnikoog, met yoga en Engelstalige samenvattingen. De Retraitedag bij het begin van het nieuwe seizoen is op 30 augustus, op het Centrum.

Nieuwe cursussen vanaf september – opgave: secretariaat, tel. 071-5618828.
*   Non-dualiteit in de praktijk, op de vrijdagochtenden – zie Non-dualiteit in de praktijk 2009
*   Bijscholing op de vrijdagen 1x per maand: Meditatie - kennis en bevrijding van de geest - zie Meditatie
*   Bijscholing op de zaterdagen 1x per  maand: Chakrayoga – kennis en bevrijding van de levensenergieën en lichamen – zie Chakrayoga
*   Bijscholing/opleiding ‘Onbeperkt ontspannen’ van Pia: Activiteiten.
*   Hathayoga, eenmaal per maand op de maandagavond; zie Hathayoga
*   Meditatie, éénmaal op de maandagavond; zie Meditatie
Informatie: op de website en bij het secretariaat. Ook zijn cursusboekjes beschikbaar op de bijeenkomsten.

Op de website staan dit keer zijn weer een paar nieuwe teksten uit de literatuur (Marsman, Jellema, Mandela) – zie hieronder ‘Nieuw op de website’. Bijdragen zijn nog steeds welkom.

Oproep Bibliotheekcommissie: willen degen die nog een boek of boeken uit de bibliotheek hebben, deze binnenkort terugbrengen?

En wil speciaal degene die het boek van Osho Toen viel alles in zijn plaats heeft geleend, deze ook terugbrengen? De uitleenkaart van dit boek is niet ingevuld.

De gespreksopnames van de satsangs worden steeds op de website gezet (Cd's en DVD's) . Besloten is dat iedereen nu de files gratis kan downloaden.
 

Tekst
Spiritualiteit: bewuste verruiming en transformatie

In: Koorddanser 26 nr. 263 (mei 2009), p. 13

De Koorddanser is een blad voor de spirituele tijd en voor spiritualiteit, zoals op de voorpagina staat. Maar wat is spiritualiteit?

Mensen die voor het eerst de artikelen en de agenda in de Koorddanser lezen, worden verbijsterd door de diversiteit van de onderwerpen. Op een willekeurige bladzijde staan de woorden massage, dans, aromatherapie, paranormale waarneming, beeldhouwen, emotie, healing, seksualiteit, levenskunst, yoga, meditatie, God, rechtvaardigheid, en nog heel veel meer. In het ‘KD-kompas’ worden de talloze onderwerpen alfabetisch opgesomd. Wat is het spirituele in al deze dingen? Het heeft zin om hiernaar te kijken, omdat een zekere bewustwording nodig lijkt om niet in de grote zee van het aanbod te verdrinken en beter te gaan zien wat voor jezelf echt van belang is.

Het woord spiritualiteit wordt blijkbaar op allerlei zaken toegepast en een duidelijke definitie ontbreekt. Het komt van het Latijnse ‘spiritus’, dat luchtstroom, adem, leven en geest betekent. De betekenis is steeds meer  ‘geest’ geworden. In de spiritualiteit leg je je toe op deze ‘spiritus’. Dat betekent in ieder geval een verruiming en een transformatie van je eigen bestaan. In de verruiming breidt je eigen sfeer zich uit over grenzen heen. Daarbij is er een transformatie: je wordt vrijer, zuiverder en ijler, minder zwaar materieel. Dat ervaar je als je je in de spirituele richting beweegt. Je hebt blijkbaar een ervaring van verschillende toestanden met een verschillende ruimte, vrijheid, zuiverheid en zwaarte/lichtheid. Ook heb je een besef van iets wat ruimer en zuiverder is dan de bestaande toestand. Die ‘spiritus’ trekt en er ontstaat een behoefte om in die richting uit te gaan, dus om te komen tot verruiming en spirituele omvorming. Op allerlei wijzen krijgt dat vorm.

De vele wegen – de ene essentie

In de religieuze spiritualiteit is er de ervaring van een goddelijke werkelijkheid, bijvoorbeeld van de Bijbelse God, Jezus en Maria, van Vishnu, Ganesha, Krishna. Deze werkelijkheid laat je in je doorwerken, zodat je er bewust deel aan krijgt. Dat wil zeggen dat je eigen bestaan een verruiming krijgt en lichter, zuiverder wordt. Dat geldt ook voor die spiritualiteit die zich niet richt op een persoonlijke God, maar op de Natuur, de Kosmos, een Oerbewustzijn, het Oorspronkelijke zonder beelden en mythen.

De ‘spiritus’ kan zich manifesteren in alle aspecten van het leven en samenleven. Enkele belangrijke zijn de zich kosmisch openende adem, de ruimte van de vrije beweging, de sfeer van vrij stromende gevoelens tegenover verstandelijke starheid, de ruimte van creativiteit, de wereld van de geest, verbeelding, denken, wiskunde, het heilige wonen en de heilige familie, de open relatie met de ander (Ich und Du), de seksuele vereniging (o.a. de Tantra, de bruiloftsmystiek), de betekeniswereld met diepgang en soepelheid tegenover de wereld van vaste regels en vormen (letter en geest), de wereld waarin rechtvaardigheid heerst en vrede is.

De verruimde en lichte werkelijkheid kan ook herkend worden in de natuur. Dan kun je er aan deelnemen of er zelfs in opgaan. Sommigen hebben dat met huisdieren (bijv. de paardenfluisteraar), anderen met wilde dieren zoals wolven, bizons, arenden (sjamanisme), maar ook met dolfijnen. Het landschap kan ervaren worden als heilig; het erin opgaan is als een mystieke vereniging. In de bloesem- en aromatherapie is de wereld van de essence een verruimde, zuivere en ijle sfeer en de deelname daaraan werkt helend. Ook in de alchemie is de ‘spiritus’ een fijnere toestand van een stof die je zelf in die richting meeneemt. Zoutzuur (HCl) werd vroeger ‘geest van zout (NaCl)’ genoemd, omdat het vluchtig is. In het algemeen is er de spiritualiserende lijn van de diverse aggregatietoestanden van de stof: aarde (vast), water (vloeibaar), vuur (energie), lucht (gasvormig) en ether. Verschillende tradities geven wegen om in deze lijn deel te krijgen aan een ruime, vrije sfeer. Steeds gaat het om een overgang naar een ruimere en lichtere werkelijkheid. Deze spiritualisering kan zich tot op de niveaus van het mentale niveau (voorstellen, denken), van het inzicht en van de kosmische bewust-zijn doorzetten. Ze kan in de mystiek een overgang betekenen naar een dimensie die we goddelijk noemen. De ervaren werkelijkheid wordt steeds ‘zuiverder’ en ‘ijler’, dat wil zeggen minder vermengd met zware materialiteit. Ze wordt steeds ruimer en de vrijheid wordt groter. Hierdoor is het begrijpelijk dat mystici gaan spreken van een totale vrijheid in God, als een grote sfeer waarin je bent opgenomen en waarin er geen beperkingen meer zijn die te maken hebben met een gebondenheid aan het materiële.

Helderheid van geest

Blijkbaar gaat het in alle zogenaamde spirituele activiteiten om verruiming en transformatie naar een lichtere en ijlere zijnssfeer. Als je die kern van spiritualiteit herkent en als die voor jou de hoogste waarde krijgt, zul je je steeds meer direct daarop richten, op verruiming en zuivering, op het openen van jezelf. Dat vereist een helderheid van bewustzijn, een tegenwoordigheid van geest, omdat dan pas de oriëntatie goed kan blijven. Dan is het duidelijk wat de goede oriëntatie is en wat afleidingen zijn. De neigingen om in een beperkte situatie mee te gaan, kan dan worden herkend, de aantrekkelijkheid ervan worden doorzien; de goede oriëntatie kan aanblijven en de afleiding zet zich niet door. Ook die helderheid van geest, waarin je voortdurend bewust blijft van je eigen situatie, hoort bij spiritualiteit.

Waarschijnlijk krijg je dan steeds meer door dat die helderheid, die eigen ruimte van openheid en licht, de kern is van spiritualiteit. Je toeleggen op spiritualiteit betekent dan deze helderheid zoveel mogelijk bevorderen door daarin te verblijven. Het is je eigen zijnssfeer van helderheid. In de verruiming ervaar je steeds minder scheidingen met anderen en al het andere. De dualiteit gaat over in een non-dualiteit. De transformatie betekent een vrijer worden van alles wat je eerst beperkte. Die beperkingen blijken vooral ontstaan te zijn, omdat je bent meegegaan in patronen van denken en voelen die dualiteit en afsluiting veroorzaakten. De spirituele weg van verruiming en transformatie betekent een openbreken, een bevrijding. De kern van spiritualiteit is openheid zonder tweeheid ( non-dualiteit).

Non-dualiteit van ‘spiritus’ en alledaagse wereld

Als yogi en mystici weer terugkomen in het dagelijkse bewustzijn, ervaren ze de wereld vaak harder dan ooit. Zolang er een materieel lichaam is, is er een materiële wereld en zijn er lichamelijke en geestelijke processen. Het openkomen is niet alleen de realisatie van een geestelijke werkelijkheid, maar ook de acceptatie van de materiële wereld. De verruiming en transformatie loopt uit op een volledig verdwijnen van elke dualiteit, ook die van materie en geest. Het is prachtig als je de spirituele of bewustzijnswereld ervaart. Je bent daarin vrij, zonder de beperkingen van het materiële lichaam en wereld. Maar zolang er een lichaam is, heb je wel met het materiële bestaan te maken. Zolang dat een tegenstelling blijft, laat die dualiteit het conflict en het lijden voortbestaan. De problemen kunnen alleen verdwijnen als beide opgaan in een non-dualiteit. Het spirituele proces heeft geen grenzen. De hele werkelijkheid krijgt een dieptedimensie die spiritueel en non-duaal is.

Dit is al te vinden in de oudste geschriften die we hebben: de Vedische literatuur van het oude India. Vooral in de laatste delen ervan (de Vedanta: de Upanishaden) wordt steeds die non-dualiteit van de kern van alles (Brahman) en zelf-zijn (Atman) gesteld. Er is één oneindige sfeer van zijn, bewust-zijn, gelukzalig-zijn. Die kan worden herkend en wel als iets wat je altijd al bent. Het wordt meestal niet gezien, doordat mensen bevangen zijn door beperkte zaken. Het kan worden gezien en daarvoor kan het leren kennen van de verschillende spirituele mogelijkheden nuttig zijn. In de actuele situatie kan er steeds een onderscheiding zijn van de mogelijkheden die meer en minder ruimte geven. Als je dit onderscheidende vermogen goed gebruikt zal je spirituele ontwikkeling op een goede wijze verder gaan. De verruiming en transformatie gaan door en daar blijf je je bewust van. Kennen en zijn gaan samen in dit proces, tot de oorspronkelijke en altijd blijvende non-dualiteit duidelijk wordt herkend.

De spiritualisering bestaat er alleen tijdens een weg die je als mens afloopt. Als je werkelijk wakker bent geworden, zie je dat het een droom was. In dat wakker zijn, ben je vrij, vrij van je beperkte zelf-zijn, vrij voor alles en iedereen. Dat is Liefde.

Non-dualiteit
Bespreking ‘Non-dualiteit – de grondeloze openheid’
Door Rik Verbeek, in: Yoga Nieuwsbrief (VvYN) 31 nr. 113 (april 2009), p. 40 - 42


Douwe Tiemersma is van huis uit bioloog, promoveerde als filosoof en is al decennia als yoga- en advaita-leraar verbonden aan onder andere zijn eigen Stichting Openheid (openheid = non-dualiteit, a-dvaita) en de Stichting Filosofie Oost-West. Hij heeft in dit mooie boek teksten bijeengebracht uit een periode van meer dan twintig jaar: artikelen of delen daarvan, en uitgeschreven gesprek­ken, aangevuld met korte, poëtische stukjes. Ondanks het sobere en heldere taal­gebruik is niet alles meteen toegankelijk, daarvoor is het onderwerp soms te moeilijk. Het kan helpen om de moeilijker passages hardop aan jezelf voor te lezen.
Niet alleen uiterlijk maar ook in andere opzichten doet dit boek me denken aan Tiemersma's pranayamaboek uit 2003, naar mijn smaak het beste dat ik ken over dit onderwerp: een degelijk leerboek, met een goed uitgekiend lesplan, dat helder uitlegt hoe pranayama te leren, te beoefenen en al doende te groeien in zelfken­nis. Ook nu, in 'Non-dualiteit', heeft Tiemersma de moeite genomen zijn teksten zo te rangschikken dat ze een didactische samenhang krijgen en een meerwaar­de die ze als losstaande stukken niet hebben.

Het boek begint met een inleiding tot het non-dualisme, waarin het universele en democratische van advaita wordt aangeduid:  ‘Iedereen blijkt een besef en een zekere ervaring van de non-duale openheid te hebben. Vaak kijkt men er over­heen of vergeet men de ervaring zoals die er was. Als deze ervaring zo belangrijk wordt gevonden dat de aandacht hierbij blijft, dat die dimensie open blijft, is er een spontane ontplooiing van die ervaringsinhoud. Dan manifesteert de openheid zich vanzelf op volledige wijze.’
Het tweede hoofdstuk is min of meer autobiografisch. Tiemersma vertelt over zijn vroege spontane spirituele ervaringen, hoe hij in de zestiger jaren oefeningen deed aan de hand van het enige yogaboek dat hij kon vinden, over zijn eerste yogalessen en hoe hij zich een houding gaf in zijn omgeving: ‘Soms uitte zich dat in een naïviteit waar anderen schamper over deden. Deze naïviteit werd gedeel­telijk een bewust beoogde houding om de normaliserende  werking van anderen tegen te gaan.’ (Een scherpzinnige verwoording van iets dat velen van ons zullen herkennen.)
Het gaat in dit hoofdstuk over ascese en discipline, over ademoefeningen als opstap naar transcendentie, en over het continuüm van het fysiek-concrete, het energielichaam en het mentaal-spirituele. ‘In non-dualiteit wordt niets terzijde geschoven, zelfs niet de dualiteit, want dan zou er weer een scheiding zijn.’
Tiemersma schrijft over het belang van traumatische gebeurtenissen: hoe die de ervaring van het Niets kunnen oproepen, en daarmee angst; en hoe die angst weer kan leiden tot overgave, acceptatie en bevrijding.
Hoofdstukken 4, 5 en 6 behandelen drie soorten non-dualiteit: non-dualiteit in uiterlijke situaties; in het innerlijk ervaren; en de non-dualiteit van de absolute openheid en de betrekkelijke wereld. ‘Er is een weten dat het geluk totaal kan zijn. Als je dat ooit zelf hebt ervaren, dan weet je dat het geluk geen waarneming is. Het is een opgaan in geluk, zodat er niets anders meer is. Er is zelfs geen erva­ring meer; er is alleen geluk. Toch heb je er weet van. Dat weten blijft bestaan, ook al is je dagelijkse leven een puinhoop.’
Halverwege het boek, in hoofdstuk 4, vinden we een verhelderend betoog over religie, advaita en humanisme, waarin Tiemersma's filosofische bekwaamheid kan schitteren.
Hoofdstuk 5 bevat een abstract en lastig leesbaar, maar uitermate waardevol exposé over ‘radicaal zelfonderzoek’, goed aansluitend bij de klassieke advaita­opvatting. Daarin staan de volgende twee alinea's voor mij centraal: ‘Op elke weg van zelfonderzoek betekent een verandering van inzicht een veran­dering van de eigen zijnswijze. Kennen en zijn gaan hier samen in het eigen bewust-zijn. In deze sfeer betekent een groter inzicht (bewust-zijn) meteen een zijnswijze die vrijer is ten opzichte van de eerst niet-bewuste identificaties.’
En: ‘Het radicale zelfonderzoek leidt dus naar een punt waar een inzicht in het onbeperkt-zijn kan doorbreken dat samengaat met de bevrijding van elk beper­kend ik-aspect. Dat is het einde van het onderzoek, het einde van elke bepaling door woorden, het is het einde van het ik-zelf. Het is het inzicht dat het geloof in al deze beperkingen een illusie was, het inzicht dat je altijd al jeZelf was, de niet tot een object te maken achtergrond van alles wat verschijnt, de openheid.’
Het staat er zo kaal, streng en abstract. Ik moet het mezelf hardop voorlezen, meerdere keren, voor ik het vat. Maar dan bewonder ik de precisie en duidelijk­heid van deze woorden. In een lezing of gesprek zou het bovenstaande me waar­schijnlijk ontgaan. Nu kan ik het opnieuw lezen om het tot me te laten doordrin­gen.
Hoofdstuk 6, ‘De non-dualiteit van het absolute en relatieve’, legt uit dat we niet in het luchtledige bezig zijn (‘Het leven en de wereld gaan door in die openheid’) en dat het belangrijk is om de momenten waar we vrijkomen van onze standaard­patronen bewust te ervaren: ‘Als het op een half- of onbewuste manier plaats­vindt, kun je wel honderd of duizend keer dezelfde mooie ervaring hebben, ter­wijl je steeds in kringetjes loopt.’
Het laatste hoofdstuk gaat over de aard van de ervaring van de non-dualiteit.

Vele van de citaten die ik verzamelde bij het lezen van dit boek, komen buiten hun context minder tot hun recht: de teksten maken deel uit van een leergang. In die zin zijn het oefeningen, stappen van een weg, zoals de oefeningen in Tiemersma's ‘Pranayama’ ook het best tot hun recht komen in de context van het leerlingschap. Tiemersma's taal heeft een specifieke frequentie, en het loont de moeite de juiste afstemming te vinden.
 

Nieuw op de website Advaita Centrum

Kennis Non-dualiteit – Samenvattingen – Boeken Advaita
- Doniger – The Hindus –an alternative history (over de relatie tussen cultuur en waarheid)

Jongeren – Ervaringen met ontspanningslessen
- Eindexamenkrant
- Evaringsverslagen deelnemers ‘Onbeperkt ontspannen’ voorjaar 2009

Poëzie en Proza
- Onder Poëzie

- C.O. Jellema: “…Leef met je lichaam van nachtwind de koelte./ Geeuw je een gat in het hart en proef het / zo rood als sap van bramen. Wees langzaam/ door vogels gezongen het wordende licht.”

- Onder Proza

- H. Marsman, uit Zelfportet van J.F.: “…Maar nu moet ik gaan en mij zelf laten zinken in dat bodemloos aandoend souterrain van mijzelf en Europa. Ik moet er veranderen of langzaam wegsterven. Al het andere is vluchten en uitstel.”
- Nelson Mandela, uit zij Inaugurele rede voor het presidentschap. “… Als wij van onze eigen angst bevrijd zijn, bevrijdt onze aanwezigheid vanzelf anderen.”

Uitgeverij - Non-dualiteit - de grondeloze openheid
- Bespreking in Yoga Nieuwsbrief (Ver. v. Yogaleerkrachten Ned.)

Ook deze keer een hartelijke groet,
Douwe Tiemersma


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Pranayama

    Dit boek is een praktische handleiding bij het beoefenen van pranayama. Alle onderdelen van de traditionele pranayama komen hierbij aan bod.

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Verdwijnende scheidingen

    Douwe Tiemersma
     

    Verdwijnende scheidingen

    Proeven van intercultureel filosoferen

    276 pagina’s, paperback

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod