3-11 De verwarde mens die.......

jaargang 3 nr. 11 (2 april 2002)
Tekst

Dit keer een stukje klassieke tekst. Deze verscheen eerder in het blad ‘Yoga Advaita’ van Wolter Keers. Hij heeft de tekst ook vertaald.

Yoga Vasishta Sara
Inleiding

De Brihat Yoga Vasishta (Grote Yoga Vasishta) of Yoga Vasishta Maha Ramayana, zoals dit werk  ook wel genoemd wordt, bestaat uit ca. 32.000 verzen in het Sanskrit en wordt volgens de traditie toegeschreven aan Valmiki, de schrijver van de Srimad Ramayana. Het heeft de vorm van een dialoog tussen de Wijze Vasishta en Sri Rama, waarin Advaita (de leer van de non-dualiteit) in zijn zuivere vorm van ajatavada (theorie van het niet-geschapene) wordt uiteengezet, onderbroken door illustratieve verhalen. Dit reusachtige werk werd enkele eeuwen geleden door Abhinanda Pandita, een geleerde uit Kashmir, tot 6.000 verzen bekort, die bekend zijn geworden onder de naam LaghuYoga Vasishta. Net als de Brihat is dit een meesterwerk op zichzelf.
Bhagavan Sri Ramana Maharshi haalde de Yoga Vasishta regelmatig aan en heeft zelfs zes verzen ervan in zijn "Supplement to Forty Verses" (slokas 21-27) opgenomen.
Eveneens lang geleden werd door een onbekende auteur een tweede verkorting tot ongeveer 230 slokas (verzen), verdeeld in tien hoofdstukken, gemaakt en Yoga Vasishta Sara (de essentie van Yoga Vasishta) genoemd. Dit is de eerste (Engelse) vertaling van dit werk. Met deze verkorting heeft de auteur alle discipelen een grote dienst bewezen. Het is werkelijk een goudmijn, geschikt om herhaaldelijk te lezen en op te mediteren.
De Engelse versie is gebaseerd op een vertaling door Swami Sureshananda, een oude volgeling van Bhagavan, die te Palghat een ashram gesticht heeft, Vijnana, Ramaneeyam, en die verschillende werken van Bhagavan zowel als de Yoga Vasishta Sara in het Malayalam vertaald heeft. Het werk werd in afleveringen in "The Mountain Path", het tijdschrift van Sri Ramanasramam, gepubliceerd in 1969-1971 en wordt thans voor het eerst in boekvorm uitgegeven, ten einde het gebruik ervan te vergemakkelijken.
* Uit: "Yoga Vasishta Sara" (The Essence of Yoga Vasishta) Uitg. T.N. Venkataraman, President, Board of Trustees, Sri Ramanasramam, Tiruvannamalai, India, 1976.

Hoofdstuk I  Onthechting

1)   Gegroet, kalme helderheid, die eindeloos is en onbegrensd door tijd, ruimte, enz., zuiver bewustzijn, dat uitsluitend door directe ervaring gekend kan worden.
2)   Het is niet wenselijk dat iemand, die totaal onwetend is noch dat iemand die weet (d.w.z. de Waarheid), dit boek leest. Alleen hij, die denkt: 'Ik ben gebonden, ik moet bevrijd worden' heeft er recht op, het te bestuderen.
3)   Totdat iemand definitief de genade van de Allerhoogste deelachtig wordt, zal hij noch een echte Guru noch de juiste geschriften vinden.
4)   Zoals je voor een goed in het water liggende boot, oh Rama, bij een zeeman moet zijn, zo kun je ook leren, de oceaan van samsara (de wereld-van-geboorte-en-dood) over te steken door het gezelschap van de groten van geest op te zoeken.
5)   De grote remedie tegen de langdurige ziekte van de begoocheling is het onderzoek: "Wie ben ik ? Aan wie behoort deze begoocheling toe ?", dat de ziekte geheel geneest.
6)   Niet één dag dient er doorgebracht te worden op een plaats, waar geen boom van een wijze kenner der Waarheid, met zijn goede vruchten en zijn koele schaduw, te vinden is.
7)   Zelfs als zij niet leren, dient men bij de wijzen te verblijven. Ook hun gesprekken over alledaagse onderwerpen bevatten wijsheid.
8)   Het gezelschap van een wijze verandert leegte in volheid, dood in onsterfelijkheid en tegenslag in voorspoed.
9)   Als de wijzen zich uitsluitend om hun eigen geluk zouden bekommeren, bij wie zouden zij, die onder het lijden van de wereld-van-geboorte-en-dood gebukt gaan, een toevlucht kunnen vinden ?
10) Dat, o hooggestemde ziel, wat aan een waardige leerling, welke zijn gehechtheden verloren heeft, wordt medegedeeld, is de werkelijke wijsheid; het is de echte betekenis van de heilige teksten en eveneens de alomvattende wijsheid.
11) De gebruikelijke manier van onderwijzen wordt slechts toegepast om de traditie te bewaren. Het zuivere gewaarzijn komt uitsluitend voort uit de helderheid van het begrip van de leerling.
12) Het Hoogste kan niet gezien worden met behulp van de heilige teksten of de Guru. Het zelf wordt alleen door het Zelf gezien met het zuivere intellect.
13) Alle vaardigheden, die de mens verwerft, gaan verloren als ze niet geoefend worden, maar deze wijsheid blijft toenemen, als zij een keer aan de dag is getreden.
14) Zoals een sieraad aan een halsketting door vergeetachtigheid verloren wordt gewaand en weer wordt verkregen, als de vergissing beseft wordt, zo wordt ook het Zelf bereikt (als de illusie wordt verdreven) door de woorden van de Guru.
15) Werkelijk ongelukkig is diegene, die zijn eigen Zelf niet kent en vreugde schept in de objecten van zijn zintuiglijke waarnemingen, zoals iemand die te laat beseft dat het voedsel, dat hij at, vergiftigd was.
16) De verwarde mens die, ook al weet hij dat de objecten van deze wereld bedrieglijk zijn, toch nog eraan blijft denken, is een ezel, geen mens.
17) Zelfs de geringste gedachte dompelt een mens in smart; ontdaan van iedere gedachte geniet hij onvergankelijk geluk.
18) Zoals wij in een droom van enkele minuten de illusie ervaren, honderden jaren te beleven, zo ook ervaren we het spel van maya in onze wakende toestand.
19) Gelukkig is hij, wiens geest innerlijk onbewogen is en vrij van alle gehechtheden en haat, terwijl hij dit leven beziet als niets anders dan een toeschouwer.
20) Hij, die duidelijk heeft ingezien hoe alle ideeën over accepteren en weigeren losgelaten worden en die dat bewustzijn heeft verwerkelijkt, dat in het binnenste van het hart is - diens leven is stralende helderheid.
21) Als het lichaam vergaat, is het alleen het beperkte bewustzijn, dat ophoudt te bestaan. (Daarom) klagen de mensen zonder noodzaak, dat het Zelf is vergaan.
22) Als een pot, etc., breekt wordt de ruimte, die erdoor omsloten werd, onbeperkt. Zo ook blijft het Zelf, als het lichaam ophoudt te bestaan, tijdloos en ongehecht.
23) Niets, wat dan ook, wordt geboren of sterft, waar dan ook of wanneer dan ook. Het is uitsluitend Brahman, dat als illusie in de vormen van de wereld verschijnt.
24) Het Zelf is uitgebreider dan de ruimte; het is zuiver, subtiel, onvergankelijk en weldadig. Hoe zou zo iets kunnen sterven of geboren worden ?
25) Dit alles is het onberoerde Ene zonder begin, midden of einde, waarvan niet gezegd kan worden dat het bestaat, noch dat het niet bestaat. Weet dit en wees gelukkig.
26) Oh Rama, het is waarachtig nobeler om als bedelaar door de straten van de armsten (chandalas) te zwerven, een bedelnap in de hand, dan te leven doortrokken van onwetendheid.
27) Geen ziekte, geen vergif, geen tegenslag noch enig ander ding in deze wereld veroorzaakt meer lijden bij de mens dan deze onwetendheid, die voortkomt uit het lichaam.

Uit een mail

van Luc ‘Alles is volmaakt zoals het is’

We moeten ons van de kritiek van onze omgeving omtrent ons gedrag niets aantrekken en onze eigen weg volgen; als onze omgeving het ons onmogelijk maakt is het beter wat "mee te lopen" het spel mee te spelen tot op zekere hoogte weliswaar, maar toch ons innerlijk vrij te voelen van ons lichaam, denken, doen en laten. We weten dat we niet de doener zijn; laat ze maar denken dat je wel de doener bent!  Het zou verkeerd zijn te vechten tegen die wereld als een Don Quichotte, want we winnen er zeker niets mee. Als we ons als Licht zien en ervaren, dan handelen we met onze eigen mogelijkheden hoe beperkt ze ook lijken te zijn; toch zijn ze in wezen onbeperkt en vol Licht. Als we geen haat of wrok voelen tegen die kritische maatschappij dan handelen we uit de Liefde die we zelf zijn; dat moeten we herkennen.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

  • Psychotherapie en non-dualiteit

    De psychotherapie en oosterse bevrijdingstradities zoals advaita vedânta en boeddhisme hebben in de laatste jaren een steeds grotere belangstelling voor elkaar gekregen. Ze hebben elk specifieke noties en werkwijzen, maar overlappen elkaar voldoende om een vergelijking mogelijk te maken.
    In dit boek worden diverse westerse psychotherapeutische stromingen en twee bevrijdingswegen die van oorsprong respectievelijk hindoeïstisch (Advaita Vedânta) en boeddhistisch zijn, met elkaar geconfronteerd.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod