3-28 Welke vorm houd je eigenlijk nog vast?


jaargang 3 nr. 28 (10 september 2002)

Het is gelukt: woensdagavond vorige week was de ruimte precies op tijd klaar. ’s Middags was het nog een puinhoop en moesten de stoffeerder en anderen nog van alles afmaken. Met man, vrouw en macht werd er gewerkt. Het resultaat werd door iedereen bewonderd. Alle medewerk(st)ers hartelijk bedankt. Het enige dat zorgen baart is het grote aantal mensen dat op de avond kwam. Vrijwel alle stoelen waren bezet en dat zijn er heel wat.
In de inleiding en het gesprek werd de bespreking van de betrekkelijkheid van de plaats voortgezet, die we op Stoutenburg waren begonnen (‘Schier is hier’). Ook voor het mooie centrum dat er nu is, geldt dat Het niet hier speciaal is, dat een ieder niet uitsluitend hier is. In Openheid is er geen plaatsbepaling, als Zelf-zijn is er geen locatie. De ruimte en de plaatsbepaling daarin is een structurering die vóór het denken ontstaat. Daarvan kun je je bewustworden. Dat gebeurt vanuit jeZelf als bewustzijn dat vóórafgaat aan de ruimte en de ruimtelijke bepaling.

Vanaf nu worden ook de maandagavonden (yoga en meditatie) in het Advaita Centrum gehouden, Crabethstraat 38.

Informatie over opnames van advaita-gespreksavonden zijn te vinden in een bijlage.

Talmoed-wijsheid
Iemand gaf me een kopie van een column - ‘Geloofsbrief’ staat erboven – van Rex Brico uit het Algemeen Dagblad (27 aug.). Daarin gaat het over de verlatenheid, de zinloosheid van alles, de grote angst voor het niets. Uit ‘Het boek van het licht’ van Chaim Potok citeert Brico de raad van een talmoedkenner aan de wanhopige Loran:
‘Ik zal je het vertellen, Loran … Het is niet van belang dat er misschien wel niets is. We hebben dat altijd als een mogelijkheid erkend. Wel is het van belang dat we, als er niets is, bereid zijn iets te maken van het enige dat ons overblijft: onszelf. Ik weet niet wat ik je nog meer kan zeggen, Loran. Niemand heeft de wijsheid in pacht. Niemand.’
Dat is een hoge wijsheid. In de joodse traditie was er altijd het besef dat uiteindelijk van het Hoogste niets kan worden gekend, geen afbeelding kan worden gemaakt. Dat is besef is na Auswitsch nog sterker geworden.
Wat opvalt in het citaat is echter de uitdrukkingen ‘we’, ‘iets maken’, ‘van onszelf’, ‘(n)iemand’. Er is echter nog een besef van een sfeer waarin deze uitdrukkingen hun betekenis verliezen. Dat is de sfeer van non-dualiteit, waarin alles wat er gebeurt vanzelf gaat, waarin het niets en het iets, het zelf en het niet-zelf samengaan. Daarover is niets te zeggen.

Tekst
Uit een in leiding en gesprek met Douwe Tiemersma te Gouda op 22 mei 2002 Deel 5
Advaita gesprek met Douwe Tiemersma in het ‘Brandpunt’ in Gouda op 22 mei 2002
artikel 5

(D) Ga steeds weer kijken waar je zelf zit en op wat voor manier je daar bent. Heb je nog een steunpunt? Stel meteen vast: zo zit het. En laat dan alles zich maar verder oplossen. Ga door met zelfonderzoek, ga steeds weer opnieuw kijken: hoe zit het? Welke vorm houd je eigenlijk nog vast?

(Vr.) Ik heb toch nog een vraag daarover: of het niet een intellectueel spelletje aan het worden is, waarin je denkt de zaken op een rijtje te krijgen. En wat er voor mij daarnaast nog speelt - het lijkt erop dat er een wens bestaat dat het anders wordt dan het nu is, dat ik beter moet worden, ruimer moet worden, vrijer moet worden.
(D) Dat zijn allemaal denkbeelden. Daarom spreken we er ook steeds weer over. Ga niet denken en maak geen plaatje van hoe het zou moeten zijn. Je weet dat je dan fout zit. Ga steeds weer terug naar de sfeer van zelf-zijn. Wat betekent dat zelfzijn? Allereerst is het een lichamelijke gevoel van zelf-zijn. Dat ervaren de meeste mensen wel duidelijk. Wanneer een zuster je wilt prikken, ervaar je dat je zelf in elkaar krimpt. Dan ervaar je: dit is mijn sfeer en er komt iets van buiten af wat me pijn wil doen. Dan krijg je dus de ineenkrimping, ja, van jezelf. Wat is dat voor zijnsgevoel? Ga precies kijken wat dat betekent. Het is niet te objectiveren, wat in de psychologie maar al te gauw gebeurt omdat men daar spreekt over processen in de derde persoon. Wat is dat zijnsgevoel nu in de eerste persoon? Blijf daarbij. Ga intern kijken hoe het zit. Dus, blijf  steeds weer geweldig helder, juist om dit soort valkuilen te voorkomen, dat je alles weer op mentaal vlak gaat reconstrueren. Ik heb al gezegd: in een bepaalde fase is het nuttig. Een schema maken geeft mentaal een overzicht en is vrij snel gebeurd. Dan komt pas het belangrijke: wat betekent dat nu eigenlijk, wat betekent zo'n woord 'zelf', waar slaat dat op? Ga kijken bij jezelf, intern. Dat betekent letterlijk de aandacht terughalen, steeds meer naar wat de kern van jezelf is. En dan steeds maar weer op een directe wijze vaststellen wat er vast te stellen is. Je kunt dan vaststellen dat je sfeer steeds meer open komt, steeds meer vrij wordt, dat de grenzen die er eerst waren te maken hadden met bepaalde vormen van gevoelsmatig denken die je zelf in een bepaalde objectvorm houden. Als je op deze wijze doorgaat, ervaar je dat er iets wezenlijks gebeurt. Daar gaat het om.
Dus, op die manier zijn we steeds bezig. Juist omdat de gevaren steeds weer de kop opsteken, is het zo belangrijk om steeds weer opnieuw helder te gaan kijken. Wanneer je zit te denken, bijvoorbeeld, kun je vaststellen dat je weer een ik-denk bent. Dan is er weer de structuur van een ik met het object van het denken en daartussen de activiteit van het denken, het voorstellen. Wanneer het object en het subject bij elkaar komen, wat betekent dat? Nu, dat er een bevrijding plaatsvindt. Waarvan? Van de beperktheden van die oude structuur ‘ik-denk-dat’. Laat het maar zo gebeuren. Ga niet weer proberen om dit oplossen af te houden door te te gaan denken. Blijf in de sfeer van jezelf als eerste persoon en stel het daar vast.

(Vr.) Er is wel een wens dat ik alles moet worden.
(D) Dat kan best zijn. In het begin is dat helemaal niet erg. Maar, als het proces doorgaat, blijkt er iets te komen wat met dat verlangen anders te worden niets meer te maken heeft.

(Vr.) Kunt u dat nog een keer zeggen?
(D) Wanneer je het verlangen hebt boven de beperkte vormen van zelfzijn uit te komen, is in jouw fase uitstekend. Langzamerhand zul je steeds meer gaan beseffen dat het om een onbeperkt zelfzijn gaat dat altijd al aanwezig was. In een dualistische situatie is een verlangen alleen maar mooi, want daar is de uiteindelijke kennis niet. Nu, begin dan maar met dat verlangen. Dan is er in ieder geval een besef dat het anders kan. Laat dat besef maar werken. Er is in ieder geval een beweging in gang gezet die je losmaakt van iets gefixeerds, van ‘ik ben dit, ik ben dat’. Dus nogmaals: zo’n verlangen is helemaal niet erg. Het is een bepaalde impuls die iets in beweging brengt. Het uiteindelijke inzicht, de herkenning, het uiteindelijke zien van wat er allang was, dat komt vanzelf wel. Ga maar kijken naar je verlangen. Wat betekent dat?

Iemand anders nog?

Wees je bewust van de vormen die je vasthouden. Je hoeft niets meer vast te houden. Wat betekent het dat je niets meer vasthoudt? Paul?

(Vr.) Dat je jezelf verliest.
(D) Antwoord is fout. Je weet hoe dat met koans gaat.

(einde tape)


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Satsang

    Dit boek is een bloemlezing van satsangs gehouden door Douwe Tiemersma. Bijeenkomsten waarin hij als advaitaleraar de kern van het advaita inzicht doorgeeft.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod