3-33 Het is de hardheid van jezelf, die je hardheid doet ontmoeten
jaargang 3 nr. 33 (21 oktober 2002)
Toch maar een Advaita Post deze week, omdat sommigen, en misschien ook anderen, dachten dat er deze week een advaita-avond op de woensdag zou zijn. Dat is niet het geval. Er zijn namelijk 5 woensdagen in oktober.
Het weekend op de Hoorneboeg was een intens gebeuren, ondanks de grote groep. Het is bijzonder dat bij zovelen het bevrijdende inzicht doorbreekt.
De aspecten van hardheid en zachtheid van de advaita-benadering zijn in de persoonlijke sfeer duidelijk aanwezig.
1) Wat betreft de hardheid en zachtheid van de weg: het is de hardheid van jezelf, die je hardheid doet ontmoeten. Dan ervaar je op harde wijze dat eigen dingen worden weggenomen of afgeslagen met het zwaard. Hiertegenover staat de zachtheid, vloeibaarheid, overgave, het water dat vanzelf naar beneden stroomt naar de natuurlijke basis.
2) Een andersoortige hardheid zit in het niet sentimenteel zijn. Zachtheid kan slapte zijn, sentimentaliteit. Op de ‘negatieve weg’ zul je zelf moeten oordelen (vaststellen): Ik ben niet dit en niet dat. In die zin is er je heldere spiegelbewustzijn waarin al het verkrampte en beperkte van jezelf zichtbaar zal worden, eventueel op harde wijze. In het heldere Zelf-zijn is de hardheid van diamant die door niets aangetast kan worden. Dat komt doordat het zelf geen vorm heeft en niets tegenover zich heeft. Alle andere hardheid is aanwezig in een beperking en gescheidenheid: tegenover iets anders dat met hardheid afgeweerd zou moeten worden. Het Zelf-zijn is totaal Open zijn, daarom is het ook uiterste zachtheid, Zachtheid die onaantastbaar Hard is.
3) Een leraar is in de persoonlijke wereld iemand waarin de Hardheid en Zachtheid wordt ervaren en die zo bijdraagt aan de realisatie van het Zelf-zijn.
Het tweede en laatste deel van het interview met Inez is als bijlage te vinden.
Bijlage
De wereld is als een caleidoscoop
Interview met Inez Damen Deel 2
door Patricia van Bosse
Het ik verbleekt in het licht
Kan je iets vertellen over het proces dat je hebt doorgemaakt, over een doorbraak?
Dan denk ik meteen aan een ervaring vorig jaar op Schiermonnikoog. Ik had een gesprek gehad met Douwe in het kapelletje en alles was zo helder, zo open en helemaal duidelijk. Toen ben ik naar het strand gegaan en als een klein meisje zat ik daar, als een kind vol verbazing dat het allemaal zo open was, zo licht, zo mooi, zo vol liefde. Het was toen niet die wolk van liefde die ik eerder noemde, het was gewoon prachtig, schitterend.
Na verloop van tijd is dat toch wel weer, tja, versmald. Het was niet meer die volledige openheid. Nu voel ik het weer allemaal als heel open, ik kan het zelf niet meer benoemen wat het is, ik durf niet te zeggen dit is het helemaal.
Dat was een prachtige ervaring. Voor ik bij Douwe kwam had ik een leraar in Rotterdam. Daar heb ik ook verlichtingservaringen gehad en een enorme helderheid ervaren. Dat zijn allemaal stappen, treden van een trap waar je opgaat. Af en toe ga je weer een paar treden terug als het ego zich ermee gaat bemoeien. Die gaat het mooi maken en er een verhaal van maken. Nu doorzie ik dat steeds meer, ik ben veel alerter.
Er is voor jou niet een moment waarvan je kan zeggen, toen was het me plotseling helemaal duidelijk?
Nee, het is meer een geleidelijk proces, daarom zeg ik ook ik weet het niet.
Douwe heeft wel eens gezegd dat er bij vrouwen vaak een veel geleidelijker proces is en dat de uiteindelijke doorbraak dan maar een heel klein stapje is, en dat er bij mannen vaker een plotseling doorbraak is.
Het is steeds lichter en helderder geworden en dat andere, het ego is steeds meer op de achtergrond gekomen. Ik doorzie dat steeds meer, het onderscheid wordt steeds helderder. Ik heb dus niet het gevoel gehad dat het in een flits in één keer open was. Dat hoor je wel eens, dat het als een bliksemflits is. Het is eerder zo dat het ik steeds meer verbleekt in het licht, het valt weg, zo zou je het kunnen zeggen. Zo voelt het ook.
En het gekke is dat je expressie als mens veel krachtiger wordt. Dat is paradoxaal, maar ik geniet nu veel meer van het leven, ik vind er veel meer kleur aan, dansen, zingen, schilderen alles geeft me zo’n kinderlijk plezier. Ik moet er niets mee, het is spel en ik geniet er gewoon van.
Ik had een paar maanden niet geschilderd, maar opeens ben ik verf gaan kopen. Ik had nog de achterkant van een kast en toen heb ik dit gemaakt.
We kijken naar een schilderij van blauwe en paarse rotsen en golven, waarboven een oranje zon schijnt. Op de voorgrond zijn bloemen, er zit een vrouw te mediteren. De inspiratie was een wandeling afgelopen zomer op Schier, toen we met de hele groep naar het strand zijn gegaan om te kijken naar het ondergaan van de zon. Het is een groot schilderij, de beelden zijn krachtig.
Ik kan alleen maar grote dingen schilderen, ik heb ruimte nodig, dat heb ik mijn hele leven gehad. Misschien omdat mijn leven zo benauwd is begonnen. Toen ik een baby was, hebben we een tijd ondergedoken gezeten en in het weeshuis en bij pleegouders heb ik me zo ingeperkt gevoeld.
Ik ben kort geleden met zangles begonnen, gewoon om mijn stem te leren kennen. Het hoeft niet tot iets bijzonders te leiden, maar het is heerlijk om te doen. Er komt iets speels in alles, iets sprankelends. Het leven is als de zon, die op een bloesem valt en dat zeg je: het licht op. Dus dat is de andere kant van die openheid, dat je als mens weer helemaal bij dat oorspronkelijke kan komen. Het verjongt je gevoel, dat frisse dat je als kind had, komt terug. De angst die ik vroeger had is weggevallen, dat diepe vertrouwen dat het goed is zoals het is, dat is heerlijk. Niet dat ik overigens niet nog eens in dat oude stuk kan schieten, maar de zwaarte is weggevallen.
Het klinkt alsof het allemaal heel harmonisch is gegaan.
Ik heb een heel moeilijke tijd gehad twee jaar terug met gezondheid. Daardoor ben ik ook tot de kern van het leven moeten gaan. Ik ben wel doorgegaan met mijn werk, maar het was twijfelachtig of ik het aankon of niet. Op een lager pitje heb ik het volgehouden. En dat is wel een transformatieproces geweest om te voelen dat je het lichaam zijn eigen gang moet laten gaat, dat open te laten. Het lichaam en de geest moesten helemaal in balans komen. Dat proces nergens afsluiten was een enorme strijd, het voelde als het loslaten van het lichaam. Ik ben toen ook veel met de dood bezig geweest en heb dat helemaal geaccepteerd.
Hoe ben je bij Douwe terechtgekomen?
Ik had een boek van Nisargadatta gelezen en ik wilde iemand ontmoeten die hem had gekend. Ik heb toen Douwe opgebeld en ben de Pranayamacursus gaan doen. Dat is drie jaar geleden. Onze eerste ontmoeting was op die cursus. Ik zag een soort helderheid bij hem, iets zuivers en oorspronkelijks. Ook dat integere dat hij uitstraalde sprak me meteen aan. Al vrij snel daarna ben ik naar een Advaitabijeenkomst in Stoutenburg gegaan. Een tijdlang had ik een andere leraar gehad waar ik overigens ook veel heb geleerd, maar er was geen twijfel mogelijk dat ik de overstap naar Douwe zou maken.
Ik ga nog steeds naar de gesprekken met Douwe, ik lees de teksten. Het verdiept zich alleen maar, het wordt alleen maar mooier. Het leven is goed zoals het is. Daar kom je op uit, een groot vertrouwen dat wat er ook gebeurt het goed is zoals het is. De leegte is leegte en tevens dat wat gebeurt, dat maakt niet uit. Het is zo duidelijk dat het gaat om die eenheid en om het spel van leeg en vol. De vormen binden niet, je kunt ervaren en loslaten, zodat alles steeds nieuw is en het allerbelangrijkste is de stilte. Het spel wat er door heen gaat is als de dans van Shiva, er is die enorme stilte waarin het spel plaatsvindt. Dat spel is als de mond van de fontein. De kracht die vanuit de leegte komt als een bruisende energie en uiteen spat in de tienduizend dingen.
Sommige woorden en beelden zijn zo dichtbij, die raken me. Zoals de caleidoscoop, wat is dat een mooi kosmisch symbool. Als kind was ik gefascineerd door de kleuren en de telkens wisselende spiegelingen en patronen. Toen verloor ik mezelf erin, in verwondering. Nu zie ik hoe de illusoire werelden zich in de ik-persoon ontvouwen en ben ik me bewust dat het onbegrensde oog- de ziener- en het geziene één zijn.
Wat voor gebeurtenissen zich in het ‘verleden’ ook hebben voorgedaan, ze zijn allemaal even waardevol geweest in het zoeken naar waarheid, dat waar ik als kind al naar zocht. Door Douwe is het zoeken naar waarheid opgehouden. In zijn woorden en tussen de woorden heb ik stilte, liefde, eenheid bewust leren kennen. Wat blijft er nog over? Grote dankbaarheid, eenheid, openheid waarin nog wat neigingen zijn, die echter steeds meer in die Openheid oplossen.
Tot slot een gedicht van Erik van Ruysbeek dat Inez deed denken aan de caleidoscoop. Het komt uit de gedichtenbundel Zangen van Ongrond
Vanuit kristallen diepten van
het tijdeloze
zijn helder en doorzichtig
alle dingen
hun glazen lagen zijn de filigranen
van het nu
gescheiden en dooreengevloeid ziet ze mijn blik
die zelf, een laag onder de lagen,
zichzelve blikkend in de transparantie schouwt,
alles is beweging
in ‘t onbeweeglijk visioen
ik zie de tijden ijlen
achter het stokken van de tijd
ik zie de vlieg die vliegt
de sterrenslierten wemelen
de werelden ontstaan
en dit gelaat vergaan
en in ‘t reusachtig en onspeurbaar nu
ontluikt geen toekomst meer
alle muziek der aarde
klinkt zuiver en verscheiden
in een enkele toon
de korrels der woestijnen
zijn alle daar
de golven van de oceanen
zijn nooit vergaan
helder schijnen en bewegen door één helderheid
de myriaden dingen van de stilgevallen tijd.
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.