3-36 Jij blijft alles: Licht
jaargang 3 nr. 36 (18 november 2002)
Eind vorige week verscheen de nieuwe druk van Naar de Openheid. Al een tijd was de oude versie van uitgeverij Mirananda niet meer leverbaar, terwijl er wel vraag naar bleef. In een bijlage staat verdere informatie.
Het bibliotheekje in het Advaita Centrum is nu bijna gereed. Binnenkort kunnen de boeken worden uitgeleend. De boeken van de Bloemendaalseweg staan er al. Regelmatig zullen nieuwe boeken worden aangeschaft. Inlichtingen bij Patricia (070-3241242).
Informatie over de nieuwe meditatiecursus (zie het boek ‘Mediteren leren. Jezelf en de wereld herkennen als Openheid’) is in de bijlage te vinden.
Ook als bijlage een persbericht van een promotie op een proefschrift waarin de relatie tussen de constructie van het eigen beeld van gezondheid en de eigen gezondheid wordt aangetoond. Het spreekt voor zichzelf.
Pantheïsme en advaita
Er was de vraag iets te zeggen over de overeenkomsten en het verschil tussen pantheïsme (dat van Spinoza) en advaita.
Pantheïsten stellen dat God en de kosmos identiek zijn, dat wil zeggen dat God de kosmos zelf is. Spinoza stelde dat er het Ene of Oneindige is, dat onder en achter alle dingen staat (substantie), alles wat is in zich verenigt, eeuwig en vanuit zichzelf bestaat, vrij en noodzakelijk. Zo is ‘Substantie’ een synoniem voor ‘God’ en voor ‘Natuur’. Het is de Natuur waaruit alles voortkomt, die schept: natura naturans.
Hiervan moet de geschapen natuur (natura naturata) worden onderscheiden, de wereld van de modificaties, de vormen. In deze wereld geldt een strikte noodzakelijkheid, daarin is geen plaats voor een vrije wil.
Het hoogste wat een mens kan doen is, met behulp van zijn rede, inzicht krijgen in de wetmatigheden, ook in verband met zijn eigen hartstochten en handelingen, de noodzaak daarvan inzien en deze aanvaarden. Het is het inzien en liefhebben van het onvermijdelijke lot (amor fati), het geestelijk liefhebben van God als Wil (amor deï intellectualis). Dit inzicht en deze aanvaarding is de deugd, waardoor er geen lijden meer is.
In de Advaita Vedânta wordt ook een strikt onderscheid gemaakt tussen twee sferen: Âtman-Brahman en de praktische wereld. Er is een grote overeenkomst tussen het Brahman met eigenschappen (saguna) en de God van Spinoza. Beide zijn ze oneindige substantie en scheppend. Het hoogste Brahman is echter zonder eigenschappen (nirguna), dus niet scheppend en geen substantie: het Absolute.
Mensen kunnen herkennen dat het hoogste zelf-zijn identiek is aan Brahman met eigenschappen, de kosmos, de ‘substantie’ van alles. Dat is bij Spinoza ook zo, voor zover de mens door inzicht zijn wil met Gods wil, de Natuur, laat samenvallen.
Maar ook kunnen mensen beseffen dat Zelf-zijn niet verschillend is van Brahman zonder eigenschappen, en dat er zelfs geen tweeheid bestaat tussen nirguna en saguna.
De weg is in beide tradities vooral door inzicht bepaald, bij Spinoza het inzicht in de noodzakelijkheid van alles, van de Natuur, waardoor aanvaarding kan ontstaan van de Natuur als het eigene, in de Advaita Vedânta het directe inzicht in de non-dualiteit van Zelf-zijn en Natuur, maar ook van Zelf-zijn en het Absolute.
Er zou nog heel veel over dit onderwerp gezegd kunnen worden, maar we laten het maar hierbij. Er is enige literatuur over dit onderwerp. Als er mensen zijn die graag de literatuuropgave hebben, zal ik er naar kijken.
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.