4-4 Houd je aandacht oneindig open. Dat is al een stuk bevrijding



Jaargang 4 nr. 4 (17 februari 2003)

Het 3e Advaita Symposium over Psychotherapie en non-dualiteit van afgelopen vrijdag was een succes. De zaal (250) zat vol en de reacties waren erg positief.

Het is de bedoeling dat de webpagina’s Onderzoeksproject ‘Psychotherapie en non-dualiteit’ van de website www.eur.nl/fw/advaita blijft functioneren als bron van tekstmateriaal en als forum voor iedereen die wat te zeggen heeft. Dus: stuur teksten en reacties naar advaita@fwb.eur.nl

De eerste extra activiteiten in de nieuwe lokalen gaan starten. Agnes heeft aangeboden yogales te geven a) op de woensdagavonden voor de satsangs (van 18.30-19.30), bijdrage aan de kosten vrijwillig; b) op de dondagavonden 20.00 –21.00 uur; tel. van Agnes 0182-383007.
Als iemand een stuk van een gespreksavond van een casettebandje wil uittypen: hier het goede e-mailadres van Peter, kosp@planet.nl of te. 0294-414071.

Als bijlage is er het 2e deel van het interview met Harry. Van deze ‘grondeloze vulkaan’ vindt u hieronder nog een eruptie naar aanleiding van de retraiteweek op Schiermonnikoog.
Ook van Pia staat hieronder een mooi tekstje.

Lijden en bewustzijn
Deze rubriek heeft u een tijd moeten missen, maar dat kwam niet doordat er geen onderwerpen waren. Lijden is er in de wereld voortdurend, terwijl het de vraag is of iemand er wat van leert. Is er wat geleerd van de Vietnam-oorlog?
Macht corrumpeert, maakt arrogant en wil gebruikt worden, los van elke redelijkheid. De keten lijkt wel een automatisme: veel kunnen, enthousiasme, blindheid, actie.
De grondoorzaak van dit patroon van de macht is de beperking van subjecten tot een klein deel van de werkelijkheid, terwijl de hele werkelijkheid verlangd wordt. Geprobeerd wordt dan het geheel te verkrijgen op een uiterlijke manier door machtsuitoefening. Dat is nog nooit iemand of een staat gelukt. Altijd is er op een bepaald moment weer een nieuwe macht, die de andere breekt. Het is een cirkelgang van lijden. Wanneer komt het bewustzijn die de cirkel doorbreekt?

Tekst
Uit een gesprek op Schiermonnikoog, 14 juni 2002, deel 4
Openen van de aandacht en het zien

We hebben het vaker gehad over de aandacht en over het zien. Hoe zit dat? Voor zover je een bepaalde plaats hebt achter je ogen van waaruit je alles bekijkt, heb je een bepaald perspectief. Wanneer je honderd procent daar in dat lichaam zit, daar achter die ogen, heb je dan ook honderd procent dat perspectief. Omgekeerd, vanuit het perspectief komt alles samen in dat ene punt van jezelf in het lichaam. Dus alles wat er gebeurt, wordt weer betrokken op die plaats in het lichaam zoals je daar bent. Dat is geen openheid. Dat is geen loslaten van alle identificaties.
Daarom hebben we wel eens de oefening gedaan om de aandacht te openen. Dat open komen wil niet zeggen dat je het hele perspectief van je eigen lichamelijke plaats loslaat. Het betekent wel een relativering daarvan, vanuit een ruimer standpunt, het wordt losgemaakt. Wanneer je daar op dat lichamelijke standpunt zit te kijken, is dat de oorsprong, daar is een ik dat iets anders ziet. Ik zie de muur, ik zie een ander. Maar, het kan ook anders. Je kunt dwars door de dingen heen zien. Je kunt met je eigen blik tot in het oneindige gaan. Allereerst tot aan de horizon. Wanneer je op een gewone manier naar de dingen kijkt, zie je de dingen, maar tegelijkertijd kun je ook door de dingen heenkijken naar de horizon, en boven de horizon in het oneindige. Waar je ook kijkt, overal zie je het oneindige. Overal zie je de horizon.
We zullen er verder mee aan de slag gaan, ook met oefeningetjes, maar misschien kunnen we afspreken dat we vanaf nu die open blik continu handhaven. Bij het zien, wanneer je kijkt naar dingen, naar anderen, zie je meteen ook de oneindige ruimte daarachter, de horizon en de ruimte daarboven. Dus, wanneer je kijkt, kijk dan niet tegen de dingen aan, maar laat je blik tot in het oneindige doorgaan. Wanneer je dat een tijdlang doet, moet je eens kijken wat er gebeurt. We zullen er op terugkomen. Maar, je moet het nu wel een keer consequent doen.
Wanneer je naar beneden kijkt, zie je dwars door de aarde heen; naar boven toe: ja ,er is wel een dak, maar daar boven? Oneindige ruimte. Waar je ook kijkt, overal die geweldige ruimte. Ook achter je, oneindige ruimte. Dus houd de aandacht die je hebt niet bij de dingen die je ziet of hoort, maar verleng de aandacht meteen verder tot in het oneindige. Wanneer we dit afspreken, zien we de komende tijd hoe het verder gaat.

Zie direct waarom dit zo belangrijk is. Omdat je je in het gewone waarnemen en gedrag steeds weer beperkt. Deze beperking zit dus al in de reikwijdte van je visuele veld, de reikwijdte van je aandachtsveld, je gehoorsveld, je gevoelsveld en ook in de fundamentele structuren van je eigen lichamelijkheid. En ook daar zullen we verder naar kijken.
Je kunt wel zeggen ‘ik ben vrij’, maar wanneer je nog steeds dat lichamelijke standpunt inneemt blijf je daaraan gebonden. Je hebt daar dan nog een zekere identiteit, al was het alleen maar de identiteit van de waarnemer. Ik zie dingen, ja, maar hoe zie je dingen? Vanuit het perspectief van dat mannetje of vrouwtje daar achter de ogen? Dan komt alles wat daarop af komt op jezelf af. Wanneer die structuur doorbroken wordt, krijg je een heel andere situatie waarin deze problematiek niet meer speelt. Zie dat dit soort dingen lichamelijk verankerd zijn. D zijn niet zo maar eventjes te doorbreken. Daar moet echt iets voor gebeuren, bijvoorbeeld het vrijkomen van de eigen oriëntatie in de ruimte, onder andere de idee van boven en onder, van voor en achter. Dat is lichamelijk bepaald. Wanneer dat vrij mag komen, dan gebeurt er werkelijk iets.
Op mentaal vlak is het allemaal gemakkelijk. Je kunt je best allerlei dingen voorstellen die totaal anders zijn dan de fysische. Maar om die werkelijk te ervaren, heb je toch te maken met die lichamelijkheid van je. Daarin is alles zo zwaar verankerd dat het niet zomaar loskomt. Neem de reikwijdte van je armen en handen. Je weet dat je handen de ruimte ongeveer tot zover kunnen bestrijken. Dat is lichamelijk bepaald. Ook de begrippen zijn beperkend, maar zie het niet teveel alleen op het niveau van begrippen.
De tijd, bijvoorbeeld, is een bepaald begrip. De tijd gaat volgens de klok, volgens de agenda, volgens de kalender. Zo is ze een begripsmatig iets. En zo kan het tijdsbegrip doorbroken worden. Maar vergis je niet, tijd zit heel sterk in de lichamelijkheid verankerd. Je hebt lichamelijk een idee van tijd, als je de tijd schat die je nodig hebt om van hier naar daar te gaan, dit te doen of dat te doen. Het is lichamelijk dat je dit en dat doet. Lichamelijk zijn er bepaalde periodes voor het lichaam, tussen opstaan en gaan slapen, tussen geboorte en dood. Dus wanneer het gaat om werkelijk de tijd te doorbreken, betekent het meer dan even anders te gaan denken. Iets anders denken is gemakkelijk. Je kunt best gaan denken in eeuwen of zoiets. Historici doen dat. Of geologen, in duizenden, miljoenen, of miljarden jaren. Op een gegeven ogenblik lukt dat. Of in de microfysica, dan kun je denken in nanometers, enzovoort. Dat gaat allemaal op een gegeven ogenblik.
Maar om werkelijk je oriëntatie los te laten die lichamelijk verankerd is, en dat gaat over centimeters, decimeters en meters, dat is heel iets anders. Als je er wat gevoelig voor bent, zit alles al niet meer zo vast. Dan kan er gemakkelijk wat veranderen. Dus houd in iedere geval in je kijken vast dat het visuele en aandachtsveld onbeperkt is, continu onbeperkt.
Houd je aandacht open, oneindig. Dat is op zich al een stuk bevrijding ten opzichte van een gesloten situatie. Is dat duidelijk?

Schiermonnikoog februari 2003 winterretraite
Openheid van Liefde en Stilte
De week begon met een avond-sneeuwwandeling.
Daarin stolde de tijd als water, in ijskristallentijd.
Geluid verliest draagkracht tussen sneeuwvlokken,
terwijl vele ijskristallen geluidstrillingen invangen.
Die wonderbare sneeuwval-verschijning omhult
en opent je gemoed tot intieme beleving.

De stilte als subtielste zelfrealisatie vulde hoofd
en hart van menig aanwezige retraitedeelnemer.
Het heel subtiele van universele onpersoonlijke
Liefde bewoog zacht en stilde menige hartenpijn.
Het geopende gemoed vloeide over van vreugde.
Ook het tegendeel van vreugde, het verdriet, liet
zich roeren in de Openheid, tot tedere verzachting.
Op de grens van het onzegbare werd gestameld,
ervoor openden zich vele geïnspireerde woorden.

De gewaarwording angst, werd in duister uitgelopen.
Verdwalen, kon je bijna niet, behalve in het bosdonker.
Degenen die door hun angst heen braken, vertelden heel
bewogen van die doorbraak en kwamen bij zichzelf thuis.
Ze schouwden de beeldloze stilte in hun wezen en
realiseerden een ik-onpersoonlijk niet iets te zijn.
Vanuit dat Zelf stulpte de hele wereld-verschijning
binnenstebuiten om, als ondeelbaar met je ZelfZijn.
De gezamenlijke vreugde daarover scheen onbegrensd.

De Openheid waarin het betrekkelijke wordt doorzien,
verruimt het zuiver ervaren en in de eenheid van Goddelijke
eenvoud, is de Liefde het kristalliserende ene vertrouwen.
Volledig evenwichtig is die beleving, onuitwisbaar helder, om
tijdstromend mee te gaan, tot ze oplost in tegendeelloosheid.
Zo eindigde die bewogen week in zachte mist, dicht bij je vrije Zelf.

(Harry)





Wakker worden
Open-lach
Glimlach trekt van oor tot oor
via ogen het hele lichaam door
wat een grap, wat een lach
licht áchter je ogen
nooit gedacht.

Open-barsten
Geen afgepelde ui
Geen kip in de rui.

Open-heid
Niet verdwaald, niet verdeeld
Niet ge-stoord, niet ont-stoord
Maar
Niet-dicht,
dát is het sleutelwoord.

(Pia)


Bijlage
Gesleutel in de nacht
Interview met Harry van Zomeren, Deel 2
door Patricia van Bosse

Je bent toen de bijeenkomsten van Douwe gaan bezoeken. Hoe is het proces verdergegaan?
Bij Douwe leerde ik de mogelijkheid kennen van het verplaatsen van het standpunt, de rustige ontspanning van jezelf, een accepteren van wat er in je is, zonder dat je denkt dat het anders moet of kan zijn. Je neemt dan als het ware veel meer waar wat er nu plaatsvindt zoals het is en alle negatieve kanten eraan blijken weer tijdelijk te zijn en testen te zijn.
Vrij snel is de inwijding gekomen. In de nacht na de inwijding had ik een heldere droom. Er zat een olifant achter me aan op smalle Indiase bergpaadjes, ik kon niet anders dan in een boom vluchten. De olifant bleef onder de boom wachten tot ik naar beneden moest komen en hij plukte me er halverwege uit. Ik was al mijn kleren kwijt en stond in mijn blootje naast die olifant, maar toen kreeg ik een besef van vriendschap sluiten. Op een gegeven ogenblik veranderde die olifant in een voorstelling van Ganesha, dus het was duidelijk dat hulp werd geboden. Ganesha is de energie die alle belemmeringen uit de weg helpt. Het is een vriendschap die veel geopend heeft. Toen ik het aan Douwe vertelde zei hij dat hij ook iets met Ganesha had gehad, maar hij heeft het nooit uitgelegd. Later heeft hij er wel wat over geschreven, toen kreeg ik antwoord.
Het is genade dat die hulp er is. Zelf als persoonlijkheid kan je er niets aan doen.

Je doorbraak is na een relatief korte tijd gekomen. Hoe is dat gegaan?
De ik-structuur zit vast door al die touwtjes van standpuntverknoping: wat je geleerd is, wat je gewend bent, wat je er zelf aan hebt toegevoegd. Die verknopingen worden, als je de mogelijkheid geeft, losgemaakt. In mijn geval is er in de nacht, aan me gesleuteld. Ik had al veel losgelaten en om dat gesleutel tot een succes te maken was toen maar één nachtje nodig en toen was het voor elkaar. Ik werd wakker als een ander mens, een mens die anders in elkaar steekt.

Wat is dan dat iets dat sleutelde?
Dat onzijdige waar je niet van kan zeggen wat het is. Later heb ik een heldere droom gehad die daar direct mee te maken had. Ik zat met die laatste vraag: hoe komt het dat ik me niet kan herinneren wat er aan me gesleuteld heeft, hoe dat er uit ziet of wie dat is. Ik wilde als het ware inzage in het proces dat in mezelf plaats vond. Ik kon er geen vinger achter krijgen, juist omdat het helemaal leeg was, volkomen leeg gewist, er was geen mogelijkheid dat daar herinnering bij kon komen. Met die laatste vraag zat ik en in die droom kreeg ik daar antwoord op. In een Indiase setting was er een guru die boven een hut zweefde, die daalde voor mij af, nam de vraag in ontvangst en zei toen glimlachend: kijk Harry, wat je je niet kunt herinneren dat ben je nou zelf. Toen begon ik te lachten en hij ook, we schaterlachten en rolden allebei achterover. Dat was het einde, het was zo’n ontknoping, het was zo eenvoudig, dat je jezelf niet kunt herinneren als iets. Je bent alleen beschikbaarheid die niets is, niet iets is. Het opende zich in dat supereenvoudige dat wat je zelf bent nooit herinnerd kan worden. Al dat gesleutel was ook verdwenen. Dus dat was het einde: voor jezelf ben je het grote mysterie, daarom wordt er ook gezegd dat je er alleen maar over kunt zwijgen. Je bent in feite eigenlijk een open beschikbaarheid die alle staten mogelijk maakt. Hoe je het verder ook invult, het is een openen van mogelijkheden die vroeger gesloten waren. Dat was dus de eigenlijke gebeurtenis en het was tegelijk een humoristische ontknoping. We moesten er beiden hartelijk om lachen.

In de droom was dat wel een figuur met bepaalde kenmerken?
Ja en ik vermoed dat Douwe zich daarin vermomde. Ik heb het hem nooit rechtstreeks gevraagd, ik heb wel eens iets gesuggereerd in die richting, maar hij heeft er nooit rechtstreeks antwoord op gegeven. Je kan je voorstellen dat ik daar ook die nacht beschikbaar voor was, zoals ik dat eerder was voor Ganesha als symbool, ik had er vriendschap mee gesloten en stond er niet meer tegenover.
Na dat gesleutel kreeg ik een heel licht gevoel. Het was het gevoel dat alles vanzelf gaat en toen kwam dat woord ‘de vanzelfheid’. Dat heb ik heel lang gebruikt. Ik doe niets meer, maar de vanzelfheid doet het- ‘uw wil geschiedde’ dat is het eigenlijk. Dat is een ervaring te noemen. Ook dat je als een ander mens wakker wordt dat is een ervaring, dat is echt een ervaring. Ik was op een woensdagavond, het was 5 april 2000, bij Douwe geweest en ik had hem gevraagd of een doorbraak overdag moet gebeuren, want dat had ik steeds gedacht. Hij zei: helemaal geen sprake van, het kan juist ’s nachts heel goed gebeuren, dan ben je ontspannen, juist ’s nachts is het meest gunstig. Ik geloofde hem op zijn woord en diezelfde nacht gebeurt het ook en het is klaar. Helemaal frappant! Dat is nou het wonderlijke van de manifestatie van een leermeester die de mogelijkheden heeft om je zoiets aan te reiken. Een prachtige opsteker voor de kwaliteit die Douwe vertegenwoordigt en vandaar ook de vele leerlingen die Douwe kan hebben. En dat hij daar zo open en ontspannen mee om kan gaan.

Kan je dat sleutelen nog verder beschrijven?
Wat er aan vooraf ging was een nachtmerrie, een strijd op leven en dood, de laatste strijd van de ik-verknoping. Dat kan ik me heel goed herinneren. Maar wat er daarna was, dat is wat ik me niet kan herinneren. Bij mij was het echt lichamelijk dat er gesleuteld werd, ik werd werkelijk als een ander mens wakker. Ik had een evenwichtsgevoel dat ik helemaal niet kende, een heel lichte gevoelsvibratie dat ik niets meer woog. Als je het over licht hebt dan moet je in mijn geval denken aan licht van gewicht, zo licht als een veertje. Het was alsof je allerlei zonden zijn aangerekend en ingepeperd en je in de gevangenis bent opgesloten, maar dan komt er op een vreemd onlogisch moment vergeving. Alsof je in een of ander gek land woont waar de koning ineens amnestie geeft en je mag de gevangenis uit, je weet niet waarom, maar het voelt als euforie.
Daar is ook het schilderij van Icarus uit voort gekomen. Donderdagnacht is het gebeurd, vrijdag begon het schilderij te borrelen en zaterdag was ik het al aan het schilderen. Het heeft die euforie begeleid. Icarus was een jongeling die naar de vrijheid streeft met grote bevlogenheid. Hij had niet geluisterd naar wat zijn vader had gezegd: je moet niet te hoog vliegen want dan smelten je vleugels van was tegen de zon, maar ook niet te laag, want dan word je weggezogen door de zuigkracht van de zee. Blijf in het midden dan zijn er de beste mogelijkheden. Maar hij was te bevlogen, hij luisterde niet naar zijn vader en ging te hoog. Ik had altijd de neiging te hoog te gaan, te veel te doen, het te ingewikkeld te maken. De middenweg had ik te weinig bewandeld.
Met Douwe had ik de middenweg bewandeld en door in de ontspanning te komen, door los te laten kon ik ontsnappen. Icarus is een prachtig voorbeeld van hoe het niet moet.

Dat was na die ervaring juist inspirerend als onderwerp?
Het was in feite een voorschouw van wat er zou komen. Ik heb het verhaal van Icarus gekoppeld aan de drie eigenschappen sattva, rajas en tamas. Het is een drieluik geworden, aan de rechterkant is een zwart paard, donker en zwaar, de traagheid, de tamas. Aan de linkerkant is een rood paard, dat geeft activiteit aan, dat is rajas en in het midden is sattva, waar geen gewicht meer is. De engelen hebben vleugels maar die hebben ze niet nodig omdat er toch geen gewicht bestaat, er is geen zwaartekracht. Ik werd in mijn gevoel gewichtloos en ben dat nog steeds. Ik ben dan wel zwaar van lijf maar ik voel het niet zo. Ik had toen in die euforie wel die bevlogenheid om tot hele mooie uitingen te willen komen, die euforie die je meeneemt in zijn mogelijkheden, die je als het ware overpositief maakt.
In de volgende maanden werd ik dat ook. Douwe heeft dat gezien en me op zijn manier als het ware omgepoold door me een klap op mijn hoofd te geven. Toen kwam ik in een andere spiraal terecht, in de tamas van het laten gaan. Er was geen enkele activiteit meer, dat duurde ook drie maanden. Toen was ik zes maanden verder.
Eind september kwam vanuit de Noordzee een enorm onweer opzetten, die het hele land doortrok. Ik was die nacht heel wakker en alert. In die helderheid heb ik toen een ervaring gehad dat ik een fusie van licht en licht meemaakte – zeg maar weer een ompoling van mezelf. Daarna ben ik helemaal vanuit evenwicht gaan leven en was ik als het ware in sattva gevestigd. De twee uitersten had ik verkend, toen was ik in het midden en besefte ik dat ik iets anders was dan licht, niet het zichtbare licht maar het bewustzijnslicht. Uit dat evenwicht kwamen al mijn handelingen voort en dat is nooit veranderd. Sindsdien is er ook een soort zekerheid. Ik voel me een soort zwevende rots, heel stabiel, maar grondeloos, in een altijd bewegende omgeving, nergens op steunend. Er is een rustige dynamische werking, een dynamisch evenwicht, en dan pas komt het allemaal open in zijn schakering van rijkheid.
Daarna kon ik ook weer echt terugkeren naar de marktplaats. Het proces van integreren is toen definitief begonnen. Het is een groot voorrecht dat het op een heel prettige manier stabiel is.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod