5-5 Je hebt geen poot om op te staan. Je bent openheid
Jaargang 5 nr. 5 (8-03-2004)
De Advaita Kring is opgeheven. Hij heeft een zeker nut gehad voor de vele mensen die bewust kozen voor de advaita-benadering. De nadelen werden echter meer en meer zichtbaar: de grens die werd getrokken, de gezelligheid, de passiviteit. Het gaat om wakker worden en nergens anders om. Middelen, zoals Kring, woorden, leraar, stoppen als de nadelen groter worden dan hun voordelen. Voor zover de Kring bestond, was dit alleen voor zover mensen er een bestaan aan toekenden. Dat kan nu niet meer.
De opheffing heeft te maken met de situatie waarin velen zich bevinden. Na een periode van enthousiasme door het nieuwe ervaren van ruimte (externe fase), komt er een tweede, meer interne fase met een verdieping. Daarin is er een zekere zijnservaring van non-duale openheid, waarbij middelen steeds minder belangrijk worden. Er is veel stilte, een grote ruimte, een meditatieve sfeer. Toch blijft het proces van groeiende herkenning op een subtiel vlak doorgaan. Het onderricht, dat altijd al onder de woorden op directe wijze doorging, wordt minder afhankelijk van woorden, meer direct, toegespitst op: blijf alert, laat je niet afleiden. Dat gebeurt steeds meer alleen door aanwezig te zijn. De vormen die er nog zijn, worden steeds meer doorzichtig en vallen weg. Ze moeten ook wegvallen, wil de openheid zich volledig kunnen manifesteren.
In deze situatie, waarin velen zich nu bevinden, komt het dus steeds duidelijker op jezelf aan. De externe leercondities vallen weg. Je zult zelfstandig moeten zijn. Juist degenen die de realisatie van advaita als het belangrijkste zien, zullen bij dit eigen besef moeten blijven, als ze niet aan vormen willen blijven vastzitten. Alles is open. Je hebt geen poot om op te staan. Je bent openheid.
De speciale bijeenkomsten en retraitedagen die er voor de Advaita Kring waren, zullen dus openstaan voor iedereen.
De aard van de satsangs was al enigszins verschoven naar stilte. Dat zal nog meer gebeuren. In ieder geval de vierde woensdagavond zal een stilte-satsang zijn.
Ook op het komende weekend op de Hoorneboeg (3 en 4 april, tel. 030-2282857) zal in het teken staan van de stille werking van openheid.
Als bijlage is er weer een interview door Patricia, nu van Marloes.
Bijlage
Als er een waarheid is dan is hij simpel
Interview met Marloes de Jong
door Patricia van Bosse
Ze is een van de jongere mensen die regelmatig in Gouda komt. De eerste keer kwam ze om te kijken wat haar moeder, Willie, zo interesseerde, maar al gauw was er de herkenning: hier gaat het om en dit is het belangrijkste. Als ze vertelt over haar leven, haar reis naar India, haar werk als psycholoog valt op dat ze eigenlijk altijd leek te weten niet alleen waar het wel, maar ook waar het niet om gaat en met een grote nuchterheid laat ze het leven zich in openheid ontvouwen.
Op het moment dat ik haar opzoek in haar huisje in Utrecht woont ze er met haar poes Teun. Er zijn in haar leven flinke veranderingen op komst. Een paar dagen later zal ze gaan samenwonen ‘met een gelijkgestemde’ en een paar weken later beginnen met een gespecialiseerde opleiding tot gezondheidspsycholoog en een nieuwe baan als therapeut.
Ik hoef haar eigenlijk niets te vragen en ondanks dat ze dacht dat ze niet zoveel te vertellen zou hebben, ontrolt zich het mooie verhaal van de groeiende openheid in haar leven.
Spiritualiteit is altijd heel toegankelijk geweest. Mijn ouders waren er in geïnteresseerd en er waren daarover veel boeken in huis. Maar dat is niet beslissend, want mijn broer heeft er tot nu toe niets mee gedaan en ik wel. Het interesseerde mij eigenlijk steeds al, ik herinner me dat ik op mijn 15e weg was van Bhagwan en op school een spreekbeurt over hem heb gehouden. Ook de ondergang van de sekte in Amerika kwam aan de orde, wat er met mensen gebeurt als er macht in het spel is. En als er zulke hoge idealen die niet kunnen worden gehaald worden nagestreefd.
Het jaar na mijn eindexamen heb ik in India gereisd. Mijn tante woonde bij Tibetanen in Darjeeling in de Himalaya in een religieuze gemeenschap en daar ben ik drie maanden geweest. Een tijdje in zo’n land te zijn waar het zo verschrikkelijk anders is maar toch ook draait, maakte me helemaal los van mijn thuissituatie, en nog algemener van de westerse waarden en normen. Die Tibetanen hadden zo hun dagelijkse beslommeringen, ze dreven een restaurant en een hotel en ze waren helemaal geen heilige boontjes, ook al was het een religieuze gemeenschap. Te zien hoe dat allemaal toeging, heeft me diep aan het denken gezet. Het liet me zien hoezeer je bent beïnvloed in wat je denkt en denkt te zijn, wat je voelt wat wel en niet goed is.
Daarna heb ik vijf maanden door India gereisd en zonder dat ik dat tevoren van plan was, heb ik veel spirituele leraren opgezocht. Zo ben ik bij Amma geweest, bij Sai Baba, drie weken bij de Dalai Lama die toen lezingen gaf en ook bij een aantal meer onbekende guru’s. Tussendoor hield ik vakantie, maar kennelijk was ik toch heel nieuwsgierig naar die leraren. Het is heel erg leerzaam geweest om te ervaren hoe zo’n guru een speciale kwaliteit heeft, maar ook om te zien wat er gebeurt met de mensen om hem of haar heen. En om te zien hoe snel iets weer vervalt in dogma’s, in regels en wetten hoe dingen moeten gaan. Ik had ook een tiendaagse vipassanameditatie gedaan, daar ging het wel om het teruggaan naar de essentie en naar de eigen ervaring en dat was heel mooi. Toch waren ook daar dogma’s. Ik heb me daar niet gebonden aan iets of iemand. Te vaak voelde ik: toch klopt er iets niet.
Ook na mijn reis heb ik heel sterk gevoeld: al die dingen eromheen, dat is het niet en ik had dan ook geen behoefte me ergens bij aan te sluiten waar ik niet volledig het gevoel over had: zo zit het voor mij. Ik voelde dat als er een waarheid is dan is hij simpel. Dat was zo’n sterk gevoel en daar hoeven geen tierelantijntjes van zinvolheid of fantastische droombeelden bij. Die eenvoud is wat ik bij Douwe heb gevonden.
Toen ik terug kwam heb ik er een hele tijd niets mee gedaan. Ik ging studeren en in het begin heb ik een moeilijk tijd gehad. Alle ervaringen die ik in India had gehad kon ik hier niet in een vorm gieten. Ik had het gevoel dat ik in India die 8 maanden in feite zonder vorm was geweest. Die laatste 5 maanden had ik alleen gereisd. Met iedereen die je tegenkwam kon je weer een nieuwe kant van jezelf ontdekken of laten zien. Dan dacht ik: dat ik zo grappig kan zijn of zo serieus. Er is ook niemand die je een schouderklopje geeft als iets goed gaat of je op je kop geeft als iets niet goed gaat. Het is echt over mijzelf gegaan.
De anderen studenten hadden heel andere ervaringen en stonden soms anders in het leven. Als je gaat studeren begin je weer opnieuw en de vraag wie ben ik en waar wil ik bij horen is meestal heel belangrijk. Dan wordt er weer een vorm gezocht. Maar ik kon me, hoewel alles goed ging met mijn studie en ik veel vrienden heb gemaakt, toch die ruimte niet meer laten afnemen. Die moest ik integreren ook toen ik in het gewone studentenleven weer een vorm aannam. En hoewel het dus uiterlijk goed ging, wrikte het innerlijk.
Na een paar maanden gaf ik dat voor mezelf toe en ben ik in therapie gegaan. Dat heeft me op emotioneel vlak heel veel gebracht, mede door de vrouw die de groepstherapie begeleidde. Dat werkte net zoals bij Douwe, dat je in je ervaring veel opener wordt en minder angstig als iemand zelf gevoelsmatig vrij is. Angst is een grote remmer voor iedereen. En als iemand zelf die vrijheid leeft, ga je ook meer durven.
Vanaf die tijd is het heel goed gegaan. Die reis zoals ik die gemaakt heb, heeft me vrijer gemaakt zonder dat ik die intentie ooit had. Ik ben er heel erg dankbaar voor. Uiteindelijk heb ik het gevoel dat daar een heel belangrijke basis ligt.
Voor veel anderen zou zo’n reis heel anders zijn geweest, je hebt veel van je ervaringen geleerd.
Ik merk dat ik vooral leer door ervaring. Ik lees bijna niets. Sinds India heb ik eigenlijk bijna geen spirituele boeken gelezen, ik kan me er heel moeilijk op concentreren. Zelfs met een lezing van Douwe hoor ik bijna niets van de lijn van het betoog. Hij zegt telkens hetzelfde en ik vind dat heerlijk, ik laaf me er aan. Misschien heb ik ook minder behoefte aan boeken omdat ik het in mezelf beter of sneller op kan zoeken.
Willie kende Douwe al, je bent met haar mee gegaan?
Nadat mijn ouders zijn gescheiden merkte ik aan Willie dat er iets wezenlijks open was gegaan, ondanks al de emoties die speelden rond de scheiding. Ik heb haar daarnaar gevraagd en ze vertelde over Douwe. Eerst heb ik dat als kennisgeving aangenomen. Een jaar later ben ik, omdat ik wel benieuwd was wat haar zoveel goed deed, een keer met haar meegegaan. Ik dacht helemaal niet dat het iets voor mijzelf zou zijn. Maar toen ik in Gouda was bij Douwe, herkende ik alles. Het was een heel mooie ervaring en ik ben nog eens meegegaan. Er kwamen weer dingen boven uit India, het was de herkenning van een bepaalde bewustzijnstoestand. Maar desondanks deed ik er nog verder niets mee. Tot ik een keer een individueel gesprek met Douwe had en hij me zei: als je dit herkent, wat is dan het belangrijkste? Dat sloeg in als een bom. Ik realiseerde me dat het iets was dat ik erbij deed in mijn leven, als een soort hobby. Maar als ik het niet wegdrukte naar een hoekje van mijn brein en het er duidelijk liet zijn, kreeg alles zo’n ander perspectief. Toen was het besef ook zo duidelijk dat dit het belangrijkste is.
Dat moment is heel belangrijk en heel mooi geweest. Daarna ben ik me ook aan Douwe gaan verbinden. Ik voelde dit is heel erg waar.
Voor het eerst dat je je wel ergens aan wilde verbinden.
Ja, hoewel ik met al die andere guru’s in India ieder op zijn eigen manier wel een verbinding voelde. Maar toch, mijn vader zit in een boeddhistische traditie, waar veel rituelen zijn. Dat is ook mooi, maar voor mij is het toch weer te veel een vorm, iets wat verplicht is, waar je het goed of fout kan doen en meer of minder verlicht kan worden. Dat is niet mijn straatje.
Verlichting in de zin van zo open mogelijk zijn is voor mij heel erg belangrijk, maar daarin is het zoals het is. Ik zie bij veel mensen te veel streven, dat heb ik in India gezien, maar ook hier. Het zo graag willen van de verlichting is een obstakel op zich. Ik voel dat hoe het nu gaat met mij -en eigenlijk al jaren- het gewoon een zijn is met wat er is. Of je nu boven of onder aan de ladder staat, hoewel er in feite helemaal geen ladder is, maar: het maakt niet uit waar je staat. Daarmee vrede hebben en de openheid daarin het belangrijkste laten zijn, het van daaruit open laten komen. Anders ben je het aan het forceren. Ik krijg daarbij een beeld alsof je teveel naar voren hangt in je bewustzijn, in plaats van rustig en stabiel op je plaats te zitten. Als je teveel naar voren hangt dan ben je gericht op wat er nog moet komen. Maar ook niets terughouden, want dan zou je naar achteren leunen. Nee gewoon rust op de plaats, daarin herken ik de openheid.
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.