7-22 In iedereen is er een besef van waarheid voorbij en voorafgaande aan condities

Jaargang 7 nr. 22 (23 december 2006)

7-22Ontwrichting

Na ontwrichting het nieuwe





Goeroes

Dinsdag was er de avond over goeroes en charisma. Enkele aanwezigen die ook op de satsang komen, zeiden dat ik er weinig over spreek. Dat is zo. De relatie ontwikkelt zich op een wijze die steeds verschillend is, maar in de praktijkwel blijkt. In het algemeen is er dan ook niet erg veel over te vertellen. Dat bleek wel in de discussie waarin ieder weer eigen ervaringen en ideeën bleek te hebben. Vanuit mijn eigen ervaring met Nisargadatta Maharaj en met anderen die mij als leraar zien, besprak ik de conclusies die mij van belang lijken. Het lijstje met deze punten staat hieronder.

Goeroes en charisma
De waarheid van openheid: weten, vorm en overgave
Rotterdam Bibliotheektheater, 19 december 2006

1 Het weten van waarheid
1) De hoogste waarheid is niet geconditioneerd, dus openheid.
2) In de relatie met een leerling gaat het de leraar dan ook om deze waarheid, niet om de leraar.
3) Er is een weten bij de leerling van deze waarheid, hoe gering ook.
4) Dat hoogste weten van de leerling is het aanknopingspunt voor de leraar om meer helderheid hierover te laten ontstaan.
5) Dat weten is de grondslag waarop een leerling kan beoordelen of er sprake is van een authentieke leraar.
6) Als je bij je eigen weten blijft, komt alles goed.

2 De uiterlijke verschijningsvorm en de waarheid van openheid
1) De leraar heeft menselijke vormen zoals de leerling hem ontmoet.
2) De verlichte leraar heeft voor zichzelf geen vormen, hij ziet zichzelf niet als leraar; er is geen leerling, geen ander.
3) Beide, vorm en openheid zonder vorm, gaan samen.
4) De combinatie met openheid maakt elke vorm van de leraar betrekkelijk.
5) Afhankelijk van je eigen situatie of standpunt verschijnt de leraar in een bepaalde vorm.
6) De vorm van de leraar is alleen van belang voor zover iemand hiermee wordt geholpen.
7) Hoe doorzichtiger de vormen zijn en hoe sneller ze verdwijnen, des te beter.
8) Openheid betekent ook het openstaan voor anderen, de vanzelfsprekende bereidheid om anderen te helpen, dat is liefde.
9) Alleen door wat er in een relatie gebeurt, kun je iemand leraar noemen.
10) Zie § 2: Het herkennen en leren vindt plaats vanuit je eigen zelfstandige zelf-zijn.
11) Je open stellen doe je voor de openheid die je in of via de ander ervaart, nergens anders voor, dus niet voor een persoon.

3 De overgave
1) Het belangrijkste wat in de leraar-leerling relatie kan plaatsvinden is de realisatie van het wegvallen van elke ik-spanning, van openheid.
2) Dit gebeurt door overgave aan openheid; niet aan de leraar, maar aan de openheid die door hem heen zich steeds meer ging manifesteren.
3) Deze overgave kan plaatsvinden op grond van het weten zonder twijfel van de leraar als openheid en van de principiële eigen openheid.
4) Het is de openheid die de realisatie mogelijk maakt.

Empathie

Inleiding op de bijeenkomst Werkgroep Psychotherapie en Non-Dualiteit, 3 november 2006

De definitie van empathie die in woordenboeken wordt gegeven is: het zich inleven in de belevingswereld van de ander, het zich kunnen verplaatsen in de gevoelens of gedachten van de ander. Letterlijk betekent empathie: invoelen. Sympathie is meer samen-voelen. Uitgangspunt is dat er sprake is van verschillende personen. Er is een scheiding tussen personen. Ten tweede kun je meteen stellen, op grond van het verschijnsel en de definitie van empathie, dat blijkbaar die scheiding niet absoluut is. Want de een kan zich verplaatsen in de ander. Dat betekent dat je werkelijk de plaats kunt innemen van de ander als eerste persoon, dat je op de plaats van de ander staat en vanuit die plaats de dingen ervaart en voelt. Dus er is in meerdere of mindere mate een identiteit van je eigen zelf met het zelf van de ander. Dat zit in dat begrip empathie opgesloten. Je kunt je in principe identificeren met alle levende wezens.
Empathie betekent op de plaats gaan staan van de ander, maar dit gebeurt meestal als door de uitbreiding van jezelf. Je breidt je eigen sfeer van zelfzijn, zodat die sfeer van die ander er ook invalt. En dat betekent dat jou zelfzijn ook het zelfzijn is van de ander. Dus die ruimte wordt groter dan de situatie waarin je opgesloten zit in je eigen ik-persoon. Als je dat energetisch gaat bekijken, betekent dat je je energetisch uitbreidt, als wezenlijke substantie van jezelfzijn. Daarin accepteer je de ander volledig als eigen zelfzijn. Dat is liefde. Dus het is de uitbreiding van je eigen zelfzijnsenergie naar de ander toe.
Empathie is meer dan onderlinge afstemming van afgescheiden individuen. Er is iets veel fundamentelers aan de gang: je kunt de plaats innemen van de ander, je voelt als die ander in de eerste persoon, hoe die ander zich als eerste persoon ervaart. Dat betekent dat er geen gescheiden zelfzijn is.
Bij empathie is er dus de doorbreking van de grenzen tussen personen tot een zekere mate van non-dualiteit. Maar, empathie is er altijd al. In de tijd komt de eenheid, de symbiose en empathie vóór gescheidenheid. Eerst en fundamenteel is er ongescheidenheid en alleen daarom is empathie mogelijk. Het begrip empathie vooronderstelt het begrip non-dualiteit, het niet-gescheiden zijn. Het feit van empathie is alleen mogelijk op grond van feitelijke non-dualiteit.


In de relatie tussen psychotherapeut en cliënt zal er meer sprake zijn van empathie naarmate de psychotherapeut meer open is. Er zijn verschillende vormen en gradaties van empathie. Het gaat om de mate waarin je je in de ander kunt verplaatsen. Bij empathie gaat het om gevoelig zijn, in de eerste persoon. Er is geen sprake van objectiviteit. Zie voor verschillende gradaties ook het artikel van Olaf de Haas. Echter de Haas komt niet tot wat empathie eigenlijk is.
Er is een grootschalig onderzoek geweest naar het effect van allerlei soorten psychotherapie en wat daaruit kwam was dat er slechts één factor was die werkzaam was en dat was empathie.
Wat is het belangrijkst in de therapie? Dat de cliënt een grotere ruimte gaat ervaren, als het minder zwaar is geworden voor die persoon. Wat voor probleem er ook maar is, openheid/ruimte en inhoudelijke kennis zijn belangrijke factoren. De vraag is of al die inhoudelijke kennis die een psychotherapeut in zijn opleiding moet verstouwen wel allemaal nodig is. En wat is de rol van methoden? Die zijn betrekkelijk, niet wezenlijk, zie het effectiviteitsonderzoek. Eigenlijk is een methode alleen maar een manier om met elkaar in gesprek te treden. Vergelijk het met de satsang. Daar worden woorden gezegd, maar zijn die nu essentieel? Nee. Het gesprek is een aanleiding om dingen bewust te laten worden. Daar gaat het om. Wanneer de openheid bij de psychotherapeut radicaal is, dan werkt dat onmiskenbaar door naar de cliënt toe. Dan is er integratie van alles in de grote ruimte; dat is heling. Eigenlijk hoef je als psychotherapeut maar heel weinig te doen. Openheid betekent zo min mogelijk inperkingen hebben, helderheid van ruimte, uitbreiding van bewustzijn en gevoel, van zelfzijn, naar de ander toe.
Natuurlijk zijn er allerlei gradaties van empathie, maar je hebt ook een notie van de hoogste vorm: een zuivere openheid zonder invulling. Dan is er niet meer een ik die zit te oordelen en die zich in stand wil houden. Als er nog een ik is met zijn eigen belangen en afweer, dan kom je niet diep. De psychiater en psychotherapeut komen in hun werk al heel gauw uit bij zware angsten. Als zij niet vrij zijn van zichzelf, gaan ze niet echt op die angsten in. Totale openheid kent geen weerstanden en verdedigingsmechanismen. Dat is een negatieve aanduiding. Een positieve beschrijving is: ook de ander zijn en bewust-zijn van de gezamenlijke grote ruimte waarin het vastzittende mag oplossen.
Eigenlijk zou ik nog eens een boekje moeten schrijven over openheid als basisfactor bij de hulpverlening. Het belang van openheid zou consequenties moeten hebben voor de opleiding.
Voor zover er tijd is: de tijd gaat hard. Dit is de laatste Advaita Post van dit kalenderjaar. Iedereen mooie dagen gewenst en alle goeds voor het nieuwe jaar.
Tijd is echter betrekkelijk. Besef maar dat het licht dat midwinter verschijnt ook de voleinding van de tijd betekent: tijd-geen tijd.

Hartelijke groet,
Douwe Tiemersma


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Mediteren leren

    Dit boek geeft een handleiding bij het leren mediteren voor beginners en voor de gevorderden die nog eens bij het begin willen beginnen. Het uitgangspunt is de spontane meditatie, die iedereen af en toe heeft. 

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod