8-14 Het leven is één sfeer van zelf-zijn en daarin zitten geen scheidingen;

Jaargang 8 nr. 14 (20 september 2007)

8-14Yoga




Tekst

Meditatieve inleiding ‘Wat is non-dualiteit?’
Open Huis Advaita Centrum, Gouda 12 mei 2006

Wat is Advaita
We beginnen bij het begin; dat is onvermijdelijk voor iedereen – ook voor de mensen die denken erg gevorderd te zijn - want het gaat altijd om het begin. Dat begin is non-dualiteit, de afwezigheid van tweeheid. Het Sanskrietwoord is advaita. Al in de oude Indiase Upanishaden (8e eeuw v.Chr.) wordt over advaita gesproken – ‘a’ is afwezigheid, van ‘dvaita’ komen onze woorden duaal (tweeledig) en duo (twee). In de Upanishaden wordt de non-dualiteit gezien als het begin van alles. Van hieruit ontstonden de splitsingen en scheidingen die leidden tot de veelvormige kosmos en de scheiding tussen zelf en het andere. Toch blijft de non-dualiteit de grondslag van alles. Dat kan weer worden herkend. Je kunt een besef hebben dat je zelf zo ruim bent dat andere mensen en al het andere daarmee samenvallen, dat er een universele non-dualiteit is van jezelf en de essentie van het universum. In de Upanishaden wordt dit uitgedrukt als Atman (eigenlijke zelf-zijn) is identiek aan Brahman (de wereldgrond).

Het lichaam is een geheel
Om dit wat duidelijker te herkennen beginnen we met een eenvoudig onderzoek van het eigen lichaam.
Als je naar je lichaam kijkt, is er meestal een dualiteit. Kijk maar naar je hand. Er is dan een scheiding van mijzelf en de hand. De hand is een object, een ding dat ik zie. ‘Ik zie mijn hand.’ In deze uitspraak is ‘ik’ het onderwerp en is ‘mijn hand’ het lijdend voorwerp. Met deze instelling kan ik, bijvoorbeeld, een splinter uit mijn hand halen. Er is een scheiding tussen mezelf en de hand en tussen de verschillende delen van de hand.
Maar, ga nu eens intern je hand ervaren. Stel vast hoe van binnenuit je hand eruit ziet. Zoek eens naar scheidingen ... Zijn er scheidingen?
[Iemand:] Ja en nee.
Waar zit dan die scheiding?
Bij de huid.
Oké, binnen de huid, zit daar een scheiding? Ga binnen de huid kijken, intern, in je eigen zelfsfeer.
Ik ervaar daar verschillende plekken.
Ja, die kun je wel onderscheiden. Maar zit er werkelijk een scheiding? Een kloof?
Ja, dat bedoelde ik eigenlijk, met ja en nee. Ik ervaar eigenheid en diverse plekken; ze vloeien ook in elkaar over.
Zit er een echte kloof?
Nee, van voeten tot hoofd ervaar ik het lichaam wel als een geheel.
Wat voor soort geheel is dat? Waarom ben je dan geheel? Omdat je daarin jezelf bent. Dat is je leven, daarin ben je jezelf. Dus, in dat leven, in je lichamelijke zelf-zijn, zit geen scheiding. Dat is een ontzettend belangrijke vaststelling. Als in je levenssfeer geen scheiding zit, als er een eenheid is, hoewel je daarin best wel wat kan onderscheiden, dan is er geen echte scheiding tussen het ene deel en het andere deel. Biologisch gezien: in een organisme hebben alle delen met elkaar te maken. Als één onderdeel ziek is, lijdt het hele lichaam. Intern kun je dat vaststellen, in je eigen gevoelsmatige lichaam. Belangrijk is te herkennen: het leven is één sfeer van zelf-zijn en daarin zitten geen scheidingen. Deze zijn er trouwens ook niet tussen het leven en dat wat het leven te boven gaat.

De zelfsfeer is oneindig
Houdt die levenssfeer van je op bij de huid? Zit je binnen de huid opgesloten? Ervaar je van binnenuit je huid als een grens? Is er een grens? Ga maar kijken. Begin maar weer met de innerlijke ervaring van je lichaam en laat je aandacht dan naar rechts gaan. Je hebt geleerd: daar ergens zit een huid, daar houdt mijn lichaam op en begint de buitenwereld. Als je zo innerlijk je lichamelijke zelf-zijn onderzoekt, merk je dat het beeld van je lichaam met de huid een fictieve voorstelling is in je denken.
Wanneer je dat denken nu eens weg laat vallen, wanneer je nu eens op je eigen ervaring afgaat, niet op wat je weet, ga dan naar rechts toe en blijf nog steeds in de sfeer van je lichamelijk-gevoelsmatige zelf-zijn. Ga dan nog verder naar rechts. Hoe ver kun je naar rechts gaan zonder dat die sfeer van lichamelijk zelf-zijn wegvalt? Blijf concreet en nuchter ervaren: de sfeer van gevoelsmatig zelf-zijn. Maak geen cognitief beeld van je lichaam, maar ga met je gevoelsmatig kennen verder. Hoe ver kun je gaan? Waar zit een grens? En ga dan naar links op dezelfde wijze ... Hoe ver kun je gaan? Ga dan met je aandacht tegelijkertijd naar links en rechts ... Hoe zit het nu? Stel je dan ook vast dat je eigen lichamelijke zelfsfeer oneindig is, zo groot als de hele kosmos? Is er iemand die wel grenzen ervaart? Blijkbaar niet.
Die zelfsfeer blijkt dus oneindig ruim te zijn, als je heel duidelijk en helder van binnen gaat vaststellen hoe het zit. Dan gebruik je niet je cognitieve kennis, wat je hebt geleerd, maar ervaar je werkelijk hoe het zit. Je onderzoekt ervaringsmatig, proefondervindelijk, je eigen sfeer. Je gaat naar rechts, naar links, naar voren, naar achteren, naar beneden, naar boven …
Je stelt dan vast dat er in je lichamelijke zelfsfeer geen echte scheidingen zijn. In de hele kosmos is geen echte scheiding te vinden. Het is een kosmos van zijn-zelf-zijn. Ervaar dit heel duidelijk, zoals je lichamelijk gevoel ervaart. In die sfeer is geen grens, geen scheiding, geen dualiteit te vinden.

Hoe zit het dan met de dingen van de wereld?
In het universele zijn-zelf-zijn, kunnen er best materiële dingen komen, allerlei zaken die je zintuiglijk ervaart. Maar hoe verschijnen die? Zij verschijnen in die sfeer van universeel zelf-zijn. Zij verschijnen in de sfeer waarin geen scheidingen zijn. Dus de dingen die verschijnen, zijn niet verschillend van jezelf. Zij zijn jezelf, op dezelfde wijze waarop je handen en je voeten tot je zelfsfeer behoren. Als je beseft dat je lichamelijke sfeer oneindig is, kosmisch is, komen daarin de dingen. Ze nemen een bepaalde plaats in zonder dat er ergens een scheiding optreedt. Er blijft een sfeer van ongescheiden zelf-zijn. Het is de sfeer van het eigene waarin alles is opgenomen. Dus, dan blijft er helemaal niets ‘anders’ over. De ‘andere’ mensen die er zijn, zijn geen echte anderen, want ze zijn opgenomen in je eigen zelfsfeer. Hun zelf-zijn is ook jouw zelf-zijn. Zie, dat allerlei conflicten tussen mensen dan niet meer optreden. Als de ander wordt herkend in de sfeer van zelf-zijn, verdwijnen automatisch ontzettend veel problemen.

De concrete vaststelling van de natuurlijke situatie
Ga zo maar heel concreet vaststellen wat er is vast te stellen. Dan wordt het ook bevestigd: er is geen grens aan zelf-zijn. Zo zit dat. Vanuit je eigen zijnservaring is het overduidelijk. Dan is er geen gescheidenheid meer. Dan ontstaat er geen echt conflict meer. Het betekent een eindeloze ontspanning. In het terugkeren naar het ervaren van je eigen sfeer, verdwijnt alle andersheid. Daarom ontstaat er een oneindige ontspanning.
Je ervaart het heel concreet: alle dualiteiten ontstaan vanuit de dualiteit, als je je afstandelijk gaat opstellen. Zij zijn secundair. Deze non-dualiteit is de basis. Zij is de oorsprong. Gescheidenheid komt op de tweede plaats.
Je ziet hoe concreet het kan zijn, je kunt het zelf precies ervaren: vanuit een beperkt gevoel breid je je universeel uit en dat is het uitvloeien van liefde. Daarin wordt alles liefdevol opgenomen als jezelf. Je stelt vast dat het helemaal niet nodig is terug te gaan en grenzen te maken tussen ‘dit ben ik’ en ‘dat zijn anderen’. Als er even ontspanning is, is de eenheid er weer overduidelijk. Die eenheid is blijkbaar een natuurlijke situatie. Je moet weer kunstmatig alles gaan ordenen, dit in dit vakje, dat in dat vakje, om de dingen te scheiden Dat kost moeite; het is kunstmatig. Als het kunstmatige wegvalt, is er ontspanning en eenheid. Dat is de natuurlijke situatie.
Omdat je dit heel duidelijk hebt gezien, zeg je ‘niemand kan me meer wat anders wijs maken: ik ben zo groot als de kosmos; er is geen dualiteit'.

Yoga en lifestyle
8-14Yoga


Omdat het meer inzicht kan geven in de eigen situatie, is het nuttig de omslag van het tijdschrift Yoga (nr. 2) te bekijken. Daarop staat onder andere: ‘Laat je ego los’, maar ook: ‘Mooi lichaam’, ‘ beter figuur’, ‘meer zelfvertrouwen’, ‘Yoga is mijn redding geweest’, ‘Kracht – zo sta je sterker in het leven’.
Het is iets wat je vaak tegenkomt, die conflicterende uitdrukkingen, die tegengestelde dingen die men tegelijkertijd wil bereiken. Het is steeds weer het verlangen naar een blijvend sterke ik-situatie en het weten dat dit niet haalbaar, dat juist het loslaten van dat verlangende ik de oplossing van de problemen betekent. Het vasthouden aan beide is de menselijke tragiek en lijden.
In het blad blijkt trouwens dat het nog erger met het inzicht is gesteld: onbegrip overal in het artikel over ‘Laat je ego los’. Omdat het exemplarisch is voor het begrip bij velen, volgt hier een aantal stukjes tekst uit dit artikel. ‘... zonder ego zou je met huid en haar overgeleverd zijn aan het gevecht tussen je geweten en je basale overlevingsdriften’, ‘Verstandige praat, het ego loslaten op zijn boeddhistisch. Nu alleen nog even doen ...’, ‘In je streven naar perfectie kun je niet zonder ego. Een gezond ego in freudiaanse zin is eerder een hulp op je spirituele pad dan een hinderpaal ... Mijn ego heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat ik niet in drugs ben blijven hangen, maar carrière heb gemaakt’, ‘Het begint al in de yogales. Daar zit je niet om je ego op te poetsen, maar om leniger te worden van lichaam en rustiger van geest.’ Het onbegrip ligt vooral op het niet-weten van het grote zelf, de grond van inzicht, acceptatie, liefde, overgave. De ondertitel van het tijdschrift zegt al genoeg: ‘Gezondheid, spiritualiteit, lifestyle’. Hoeveel mensen zijn er niet die yoga en spiritualiteit slechts als lifestyle zien van een ik dat zich mooi en prettig wil voelen.

Een hartelijke groet,
Douwe Tiemersma


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Chakrayoga

    Yoga is de weg naar bevrijding van de beperkingen in alle onderdelen van het bestaan. Dit boek richt zich op de bevrijding van de verschillende levensenergieën: de mentale, expressieve, gevoelsmatige, vitale, seksuele en andere energieën.

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod