In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.
‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’
De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie.
Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.