Bhagavadgîtâ. Het klassieke boek van yoga en bezinning


Guus Nooteboom (vertaling), Kuuk Nooteboom (bewerking), Ankh-Hermes, Deventer, ISBN 90-202-3318-1; 307 blz., prijs f 54,-

Verscheen in InZicht 3 nr. 2 (mei 2001), p. 37-38


Meer dan de Vedische literatuur staat de Bhagavadgita in het hindoeïsme centraal. In dit boek geeft Krishna, de incarnatie van god Vishnu, aan Arjuna, de krijgsman, onderricht in verschillende bevrijdingswegen. Zo zijn er de yoga's van het inzicht en van het handelen, maar de bhaktiyoga, de yoga van de devotie, blijft de belangrijkste.
Inmiddels zijn er een flink aantal Nederlandse vertalingen van de Bhagavadgita verschenen. Deze uitgave is de vertaling uit het Sanskriet door Guus Nooteboom (overleden in het begin van de oorlog '40-'45). Hij heeft geprobeerd de sfeer van het Sanskriet te bewaren door metrische verzen te gebruiken. De tekst is dan ook bedoeld om hardop voor te lezen, waardoor het metrische ritme, net als in het Sanskriet een mantrawerking krijgt. De zoon Kuuk Nooteboom moderniseerde de voetnoten en enkele verzen, stelde een woordenlijst samen en schreef korte inleidingen bij de hoofdstukken. Deze toevoegingen, samen met de Sanskriet-tekst in het devanagari-schrift en in transcriptie, maakt het boek tot een waardevol geheel, ook voor verdere studie.
Vertalingen zijn nooit volmaakt. Daarom is het goed om, voor zover mogelijk, de oorspronkelijke tekst te raadplegen, of in ieder geval andere vertalingen ernaast te leggen. Deze vertaling is zorgvuldig, maar valt op door het ouderwetse Nederlands. Om een indruk te krijgen volgt hier een stukje uit hoofdstuk 13 over 'Het veld en de kenner van het veld'.

1. Krsna:
'Het stoflijk lichaam is het "veld"
de wijzen hebben 't zo genoemd;
en hem die dit beseffen kan
noemen zij "kenner van het veld".

2. Weet dat van alle velden ik
de kenner ben… en, naar mij dunkt,
de kennis van de kenner en
het veld de ware wijsheid is.

12. Wat er gekend moet worden zal
ik u verklaren, wijl, wanneer
het wordt gekend d'onsterflijkheid
van 't hoogste brahman is bereikt,
dat niet het "zijn" genoemd wordt, maar
dat evenmin een "niet-zijn" heet:

13. 't is dat wat handen, voeten heeft
en hoofden, ogen overal -
alom én mond én oor, dewijl
het dat is wat het Al omsluit.'

[DT]


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • Satsang

    Dit boek is een bloemlezing van satsangs gehouden door Douwe Tiemersma. Bijeenkomsten waarin hij als advaitaleraar de kern van het advaita inzicht doorgeeft.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod