Martinus Muskens, Opmaat tot Eeuwigheid


Uitg. Valkhof Pers, 2007, 96 blz.


Opmaat tot Eeuwigheid is het meest recente boek van Tiny Muskens, tot voor kort bisschop van Breda. Hij gaat nu een beschouwend leven leiden en is ingetreden in een Benedictijner Abdij. In het boekje kijkt hij terug op een lang en rijk leven en maakt ons deelgenoot van zijn overwegingen en gedachten. Hij is begonnen als priester binnen de katholieke traditie, heeft veel gereisd en heeft uitvoerig kennisgemaakt met andere culturen en religieuze tradities. Hij heeft vervolgens een aantal jaren in het Vaticaan te Rome gewerkt, alvorens hij bisschop werd. Hij stapt nu in de laatste fase van zijn leven en heeft zich reeds verzoend met de dood.
De volgende thema’s laat hij de revue passeren: soberheid, stilte, bidden, god, ontvankelijkheid, dood en eeuwigheid. Het boekje bestaat uit enkele vraaggesprekken met Muskens door Arjan Broers en eindigt met een essay van de schrijver. Nondualiteit wordt niet als zodanig benoemd, maar komt regelmatig in andere bewoordingen terug in het boekje.
Als de interviewer vraagt waar het echt in het leven om gaat, dan antwoordt Muskens zonder eromheen te draaien “om geluk”. Geluk ligt in ont-moeten: het loslaten van het moeten hebben en moeten kopen, omdat je snapt dat het hooguit goed is voor je ego, maar niet voor jezelf. Als je ont-moet houd je aandacht over voor wat echt is. Wezenlijk in het leven is je innerlijke rijkdom. Je eigen ervaringen van vrede, rust en licht, en wat je met anderen aan goeds hebt gedeeld. Als je je leven hier al beleeft als rust, licht en vrede, dan wordt de grens met de dood minder scherp. Leven of dood, het maakt niet zo veel uit. Ik ben gelukkig, wat zou ik nog meer wensen. Als je accepteert dat je dood zult gaan, dat het bij het leven hoort, niet alleen bij ons leven maar bij alles wat er is, als je zo over nadenkt en mediteert, dan wordt het een deel van je leven. Dan wordt je leven hier en nu beter, intenser. De dood is niet zozeer een wreed einde, als wel een kans om binnen dit afzienbare leven een waardevol mens te zijn. En daarmee houdt niet alles op. Met de dood houdt ons lichaam op en ons ego, onze ik-identiteit. De ziel (Atman) die onze kern is, niet die van ons ego maar van ons wezen, is afkomstig van god (Brahman), is steeds van hem gebleven, en keert naar hem terug.
Voor Muskens is bidden belangrijk, omdat door bidden je je minder een persoon op zich voelt. Immers je gevoelens en je stemmingen veranderen steeds. Wat niet verandert is je verbondenheid met god en de schepping. Hij pleit voor openheid, ontvankelijkheid en ruimte. Dan hoef je niet meer alles zelf te doen, het leven wordt er gemakkelijker door. Hij vertrouwt op een diepere kracht in zich, echter de persoonlijkheid is iets van voorbijgaande aard.
Resumerend kan gezegd worden dat het is een prettig leesbaar boekje is , de schrijver maakt je deelgenoot van zijn gedachtenwereld. Het boekje is zeker ook de moeite waard voor mensen buiten de christelijke tradities, voor een ieder die gericht is op non-dualiteit.




Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod