N.S. Dravid, ‘Wat is de betekenis van verschillende vormen van Advaita en aanverwante stromingen?’


[geen verdere gegevens]


Als startpunt wordt de Advaita van Shankara genomen, omdat het in een bepaald opzicht de voorloper is en omdat bovendien alle andere vormen een filosofische reactie zijn op Shankara.
Opgemerkt wordt dat Anubhavadvaita niet de benaming is van een bepaald soort Advaita filosofie, maar dat deze term soms gebruikt wordt om te verwijzen naar het idealistische standpunt van het Yogacara Boeddhisme.
Volgens Shankara is de uiteindelijke realiteit absoluut, non-duaal, oneindig en het sluit elke mogelijke vorm van onderscheid uit. Elk schijnbaar verschil is slechts een manifestatie van het absolute en derhalve slechts een projectie van maya, de kosmische illusie. De wereld is slechts de illusoire inhoud van de droom die door Brahman, op bewuste wijze, wordt gedroomd.
Dvaitadvaita zet zich, zoals de etymologie van het woord al aangeeft, niet af tegen elke vorm van duaal denken. In een bepaald opzicht kunnen twee dingen identiek zijn en in een ander opzicht kunnen ze van elkaar verschillen. De relatie tussen God, zelf en de wereld wordt volgens Dvaitadvaita zowel gekenmerkt door identiteit als door onderscheid.
De Acintyabhedabheda-variant, die zijn oorsprong vindt in de geschriften van Jivagoswami (16e eeuw A.D.), heeft veel overeenkomsten met Dvaitadvaita, alleen wordt de relatie tussen God, zelf en de wereld als niet-beschrijfbaar gedacht. Deze school beschouwt zelf en materie als manifestaties van God’s energie.
Omdat zelf en materie nooit op een adequate wijze God’s wezen kunnen karakteriseren, heeft Ramanuja ook oneindigheid toebedeeld aan God’s attributen. In dit opzicht komt het gekwalificeerde non-dualisme van Ramanuja dicht in de buurt van Spinoza’s filosofie. Met dit belangrijke verschil dat volgens Ramanuja de goddelijke attributen oneindig welwillend van aard zijn, terwijl Spinoza geen uitlatingen in die trant doet over de twee oneindige attributen van de oneindige substantie in zijn filosofische systeem.
Het is meer gepast om Shaiva Siddhanta als theologie te zien dan als filosofie. Dit geldt des te sterker voor het Vira Shaivisme.
Het Kashmir Shaivisme is echter wel een belangrijke vorm van Advaita. Shiva, het oneindige bewustzijn dat absoluut geen beperkingen kent en dat volkomen onafhankelijk is, is de enige werkelijkheid. In tegenstelling tot andere vormen van Advaita, wordt in het Kashmir Shaivisme het bestaan van een instrumentele oorzaak van de schepping van de wereld, zoals bijvoorbeeld maya of prakrti, niet erkend. God schept alles door de kracht van zijn wil of energie. God doet het voorkomen alsof de wereld, die eigenlijk binnen Hem is, buiten Hem is en van Hem verschillend is. De God van deze school verschilt dus nauwelijks van Brahman van de Advaita Vedanta, maar in tegenstelling tot Advaita is de energie van God in het Kashmir Shaivisme begiftigd met onder andere intelligentie, wil en gelukzaligheid (ananda).

(J.C.)



Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

  • Non-dualiteit - de grondeloze openheid

    Non-dualiteit is niet-tweeheid (Sanskriet: a-dvaita), de afwezigheid van scheidingen. Deze openheid vormt de kern van elke spiritualiteit en mystiek. Maar wat is non-dualiteit nu precies? Daarover gaat het nieuwe boek van Douwe Tiemersma. In zijn vorige boeken stond de non-dualiteit ook al centraal, maar nu laat hij stap voor stap zien wat non-dualiteit in de eigen ervaring betekent. Iedereen blijkt die ervaring te kennen en te waarderen.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod