Luisteren
Uit een gesprek met Douwe Tiemersma, 5 november 1995
In: Zien. Teksten over Nondualiteit nr. 6 (1997 1e kwartaal), p. 44-46
Ook vanavond gaat het weer om een betere kijk te krijgen op de situatie van jezelf hier en nu. Ga daarom mee naar het standpunt van waaruit je een beter zicht hebt.
Terwijl je hier binnen zit, hoor je de wind buiten te keer gaan. Hij waait door de bomen en om het huis. Bij het horen van de wind komen er allerlei associaties op, beelden van kromgewaaide bomen, van mensen die scheef tegen de wind in lopen, van water dat wordt opgezwiept door de storm.
Je hoort de wind, maar je kunt ook luisteren.Luisteren is geen horen. Wat is het verschil? Ga dat zelf na; je kunt het zelf zien.
Je hoort de wind in de bomen en tegelijk met dit horen doe je een heleboel dingen.Je lokaliseert het geluid: het is buiten en wij zitten binnen. Je identificeert het: het is de wind. Deze identificatie betekent dat je het geluid in het hokje van 'wind' stopt, er een etiket op plakt, dat je het onder een begrip brengt, een begrip dat je vanuit vroegere ervaring hebt opgebouwd. Je weet visueel wat wind betekent en je kunt er over praten. Zo maken mensen opmerkingen over de wind: "Vorig jaar was er ook zo'n storm", dan ben je aan het vergelijken; "Ik hoop dat het niet nog erger wordt", dan ben je aan het waarderen. Dit betekent dat je de situatie beoordeelt en waardeert vanuit je eigen kennis en verlangens. Dat zit allemaal in het horen van de wind.
Het luisteren is iets anders. Dat heeft niets te maken met lokaliseren, met identificeren, met oordelen en waarderen. Wanneer je luistert, stel je je open, stel je je open voor de sfeer van geluid, waarin ook het geruis zich bevindt. Je luistert en hoort het geruis, zonder de activiteit van het denken, zonder horen. Je aandacht is open, zonder deze openheid op te vullen. De aandacht hoeft niet alleen open te zijn in de richting van het geluid, maar kan zich openen naar alle kanten: naar links en rechts, naar voren en naar achteren, naar boven en naar beneden. Het luisteren kan helemaal open komen. Als het echt luisteren is, dan is elke concentratie verdwenen, is het een luisteren naar alle richtingen. Het is dan ook een luisteren dichtbij en een luisteren ver weg. Je kunt je oren spitsen, je gehoorsaandacht openstellen tot in het oneindige. Het geluid dat zich dan aandient is fijner van aard dan dat vanuit de gewone zintuiglijke wereld. Het luisteren is dan ook meer subtiel. Zo is er een heel subtiel luisteren, een luisterende aandacht naar alle kanten, in het centrum van jezelf tot de verste verten. Het is een kosmisch, universeel luisteren.
Als je echt luistert naar het geruis, hier en nu, helemaal open, wat gebeurt er dan? In het luisteren ga je mee met dat geruis. Op lichamelijk vlak is dat al duidelijk. Als je iets werkelijk wilt luisteren naar iemand die zacht spreekt, buig je je naar hem over. Als je naar geluiden ver weg luistert, gaat je oor, als het ware letterlijk, naar dat andere toe, om van dichtbij precies het geluid waar te nemen. Dat betekent dat je je zelf uitbreidt tot de plaats waar je wilt luisteren. Dit is veel meer het geval dan bij het zien. Het zien is veel meer een afstandszintuig, het gehoor veel meer een contactzintuig. Je moet lichamelijk contact krijgen met het geluid, waar zich dat ook bevindt. In het luisterend openstaan ga je mee met het geluid. Je kunt mee- en opgaan in muziek, in het geluid van de wind. Als je luistert naar de kosmische wind, ga je mee in de kosmos. Wat achterblijft heeft geen kracht en substantie om te blijven bestaan. De wind komt terug en vaagt alles weg. Als je naar alle kanten openstaat, breid je je naar alle kanten uit. Als je tot in het oneindige openstaat, besef je dat je zo ruim als de oneindigheid bent. Het kosmische luisteren betekent dat jezelf kosmische afmetingen hebt. Als je luistert is er geen sprake meer van een ik-hoor-concentratie op een bepaalde plaats. Misschien is er nog gedurende enige tijd een ijl ik aanwezig, maar oké dat lost op. Het luisteren heeft geen plaats en kent geen scheiding tussen ik en het gehoorde.
Wanneer er horen is en geen luisteren, is er meteen een scheiding, een scheiding tussen het oordelend en beoordelend ik en dat wat geoordeeld en beoordeeld wordt. Ook de wereld wordt opgedeeld en de aandacht wordt een fractie van wat ze kan zijn. Er is een bepaalde gerichtheid op iets en de rest valt weg, er is de speciale aandacht voor iets en al het andere valt daarbuiten. Er is het geraas van het geluid en dat werkt op je in. Alleen in het luisteren bloeit de stilte op en de heelheid van het een en al oor zijn.
Hoe zit het nu met jullie? Is er horen of luisteren? Je zult dus bij jezelf te rade moeten gaan: zit ik te horen, de woorden af te wegen, te interpreteren? Woorden worden vaak alleen gezien als dragers van informatie, en deze worden door mensen en PC's verwerkt. Hier gaat het dus niet om informatie. In het luisteren laat je de vorm van de woorden voor wat ze is, ga je mee-resoneren en laat je je meegaan met de beweging van de woorden. Wanneer je werkelijk luistert is één woord voldoende. De innerlijke betekenis voltrekt zich dan onmiddellijk. Dat is een betekenis die de eerste persoon betreft: al je grenzen vallen weg.
Als je opgaat in de muziek, is er meestal weer een terugkeer naar de oude situatie. Achteraf zeg je dan met heimwee, dat het zalig was. Hier gaat het om een interne helderheid, waardoor je heel duidelijk vaststelt dat je natuurlijke situatie universeel en ongescheiden is. Helderheid zal er moeten zijn, om niet terug te keren tot oude gewoontes. Dan krijg je inzicht in de verschillen tussen horen en luisteren, tussen het vast blijven zitten en het meegaan, tussen het gefractioneerd zijn en het open zijn. Wanneer je dit inzicht hebt zijn woorden niet meer nodig, dan heb je op de goede wijze 'gehoord' wat er in het luisteren belangrijk was. Dan zijn woorden niet meer nodig.
Vraag: Blijft er bij de nadruk op de verandering van horen naar luisteren en op het inzicht niet teveel een ik bestaan?
DT: In het begin zal er een bewustzijn van jezelf moeten zijn, om je oude gewoonten te herkennen, los te laten en niet zomaar weer terug te keren. Je kunt opgaan in de muziek, maar als de buren luidruchtig worden, wordt je kwaad. Een gebruik van woorden en beelden kan in het begin noodzakelijk zijn om die oude patronen kwijt te raken. Ze suggereren, nemen je mee en dan blijkt dat alle harde vormen verdwijnen. In de helderheid is er een vaststelling van de situatie. Het zit zo en niet anders. Ga daarom op het verste punt staan, op je uiterste grens, om dan opnieuw te gaan zien hoe het zit. Je ziet terug op het oude en je draait je om en je ziet het nieuwe. Je ziet het horen en ervaart het luisteren, en weg is alle verdeeldheid.
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.