2009/10 Geen enkele vorm kan vastheid geven

 
Jaargang 10 nr. 16 (11 oktober 2009)

10-16het_bijzondere_in_het_gewone_of_andersom_5
Overal
het gewone buitengewoon
 
Mededelingen
 

Ramesh Balsekar, een van de vertalers bij Nisargadatta Maharaj en later zelf advaitaleraar is overleden op 27 september j.l. (zie http://en.wikipedia.org/wiki/Ramesh_Balsekar en Ramesh Balsekar bij Advaita Fellowship). Ik kende hem als een intelligente vertaler van wat Nisargadatta Maharaj in het Marathi vertelde. Later bezocht ik hem nog een keer bij hem thuis, waar hij alleen sprak over de bepaaldheid van alles wat er gebeurt; zie Advaita Post 5-1 Blijf niet in oude cirkels ronddraaien, … ; met de zoekfunctie op de voorpagina van de website kan met ‘Balsekar’ nog meer worden gevonden.

De volgende vrijdagavondmeditatie (Odile) is op 16 oktober en niet, zoals in de vorige AP en het Programmaboekje staat de 23e.

Op 6 november wordt een avond over de psychiatrie georganiseerd door de thema-werkgroep GGZ en non-dualiteit (zie Uitnodiging 6 november 2009) – titel: ‘Het kan anders ….’ - Deze avond zal Pieter-Geert Runia ons meenemen in een andere kijk op de behandeling van ‘zogenaamde’ psychiatrische ziektebeelden; een kijk waarbij aspecten van spiritualiteit uitdrukkelijk een rol spelen.

Op vrijdag 28 november 2009 is er in samenwerking met het tijdschrift Koorddanser een ‘Kennismaking met non-dualiteit’. De Koorddanser wil zo bij meer mensen interesse en inzicht opwekken in a-dvaita. Er verschenen al verschillende teksten van Douwe in het blad. De eerste, op verzoek, ging over spiritualiteit als bewuste verruiming en transformatie die tot op zekere hoogte in alle spirituele stromingen is te vinden, maar haar hoogste verwerkelijking bereikt in de non-dualiteit (zie AP 10-9 Spiritualiteit: bewuste verruiming en transformatie).

Volgend voorjaar gaat Pia voor de vijfde keer de cursus ‘Onbeperkt ontspannen’ geven; zie Bijscholing Onbeperkt Ontspannen Najaar 2009. De data zijn 21 februari, 13 maart en 17 april 2010.

De nieuwe website
Heeft u al de ‘kaart van de website’ in de linkerkolom van de voorpagina geprobeerd? Waar u ook bent, u kunt direct naar elke andere rubriek doorklikken, als u deze kaart oproept. Natuurlijk is de kaart ook te gebruiken als u een overzicht wilt zien van de hele website. Waarschijnlijk vindt u dan nog wat onverwachte rubrieken en teksten.

Tekst
 

Oost en West – traditie, moderniteit en openheid (Deel 2)
In: InZicht – Wegen van radicaal zelfonderzoek 11 nr. 3 (september 2009), p. 4-9

Geen enkele vorm kan vastheid geven

In het Westen heeft zich een langdurend proces van secularisatie, ontkerkelijking, ontzuiling en ontmythologisering voorgedaan. De grote verhalen van de christelijke godsdienst, het socialisme, kapitalisme en andere –ismen zijn in de visie van velen doorgeprikt en niet meer geldig. Zelfs het geloof in de wetenschap als leverancier van absolute waarheid (sciëntisme) en in de filosofie als dito leverancier is vrijwel verdwenen. Dat heeft veel nihilisme, cynisme en plat pragmatisme opgeleverd, maar toch ook een openheid voor dat wat overblijft als alle geloofsvoorstellingen zijn verdwenen. Als iets van die openheid wordt ervaren, kan de waarheid van de non-dualiteit zoals upanishadische (vedanta-) leraren die leerden en leren, worden herkend. Dat gebeurt dus nu ook in Nederland, al blijft de totale herkenning een zeldzaamheid.

Zijn er geen gevaren in het kritiekloos overnemen van leringen of praktijken uit het Oosten?

Natuurlijk, overal zijn mogelijkheden en gevaren. Het “kritiekloos overnemen” betekent dat er geen besef is van waar het eigenlijk om gaat. Als je op deze wijze dingen overneemt en eigen maakt, zit je aan die dingen vast. Juist bij de genoemde afwezigheid van houvast nemen mensen gemakkelijk dingen over om toch maar weer een grond te hebben waarop ze kunnen staan, een leven om te kunnen leven, een zinvolheid om de zinloosheid te boven te komen. Zo sluiten mensen zich ook aan bij oosterse groeperingen. Zo gaan mensen ook formuleringen herhalen uit de advaita-traditie. Als het daarbij blijft, is er wezenlijk niets veranderd ten opzichte van een traditioneel godsdienstige situatie, zelfs als er een bewustzijn is dat het prettig of zalig is.?Vroeg of laat zal het kritische bewustzijn weer opspelen, doordat de grenzen van het geloofs- en gedragssysteem worden ervaren. Dat betekent dat er vragen worden gesteld over de absoluutheid van de grenzen en over wat aan de andere kant van de grenzen ligt. Dit proces gaat door, totdat het duidelijk is dat geen enkele vorm vastheid kan geven. Als het op een goede wijze verdergaat, ontstaat het besef dat er een eenheid is in de grondeloze openheid zonder invulling en dat dat alles is.

Is de verwoording van de fundamentele eenheid der dingen onafhankelijk van het onderscheid tussen Oost en West?

Woorden hebben een betekenis in een uitgebreid veld van andere woorden en betekenissen. Dat veld is historisch, sociaal en cultureel geconditioneerd. De woorden die worden gebruikt om iets aan te geven over de hoogste werkelijkheid, worden uit dat veld gehaald. Daarom zijn in ieder geval ten dele de bewoordingen van dat hoogste verschillend in de verschillende culturen. Âtman en Brahman zijn Sanskrietwoorden waarvan de betekenis zich voortdurend in de geschiedenis van India verder heeft ontwikkeld. Het begrip God ontwikkelde zich ook voortdurend in de joodse en de christelijke cultuur. Toch blijkt er een niveau te zijn waarop de door de cultuur bepaalde betekenissen van minder belang zijn dan de algemeen menselijke. Als het gaat om het er-zijn, bewustzijn, gelukzalig zijn, om lijden en bevrijding van het lijden, om beperking en het onbeperkte, om dualiteit en non-dualiteit, het uitspreekbare en het onuitsprekelijke, het vastzittende en het grondeloze, het geslotene en het opene, zijn er geen verschillen in het besef van mensen van welke cultuur dan ook. Het leven van de meeste mensen blijft tot op het niveau van de eigen cultuur beperkt. Toch spelen daarin die universele noties. Denk ook maar aan de archetypen van Carl Gustav Jung. Het geldt ook voor het besef van het ongeconditioneerde, onuitsprekelijke, omvattende.

Hoe zijn filosofie en religie in het Oosten en het Westen met elkaar vervlochten? Zijn Oost en West daarin verschillend? Kan filosofie ook een bevrijdingsweg zijn? Of is de westerse filosofie te veel gericht op het loutere denken, los van enige praktijk of persoonlijke inzet?

Filosofie is in het Westen voor een groot deel een verstandelijke en rationele bezigheid. De filosofie is grotendeels een denken over leven en samenleven, waarbij de filosoof een denker op afstand is. Er worden verduidelijkingen gegeven van bekende verschijnselen. Daarbij blijven allerlei noties, zoals die van de persoon, onaangetast. De waarheid die wordt gezocht is in een groot deel van de westerse filosofie een cognitieve of theoretische waarheid. Gedeeltelijk wordt die waarheid teruggekoppeld naar de levenspraktijk, in de zin dat die verandert. Die verandering ligt dan op het vlak van het gedrag van mensen.

Naar de grens brengen

In de religie is er een existentiële relatie met iets of iemand die groter is dan de menselijke situatie, waardoor de veranderingsmogelijkheid die men op het oog heeft radicaler is. Het gaat dan om een ‘goede’ relatie tussen mens en God die de menselijke situatie weerspiegelt en in een grotere ruimte zet. In de mystiek is er de notie en het verlangen tot eenheid met God te komen. Er kan ook een openheid zijn voor de grondeloze non-dualiteit (advaita) die voorbij elke vorm gaat en alles in zich opneemt, en een realisatie dat jezelf en die grondeloze openheid niet verschillend van elkaar zijn. Hierin, en in de religie, voor zover het transcendente op een levende wijze in de ervaring aanwezig is, kan filosofie als rationeel nadenken dus alleen een beperkte rol spelen. Dat wat transcendent aan de menselijke situatie is, kan niet gedacht worden. Wel kan de filosofie het denken naar zijn grens brengen, zodat die grens, en dan ook de ruimte aan de andere kant van de grens, bewust wordt. Dat is de intentie van de theologische filosofie, maar die vulde het transcendente meestal weer op met wat er dogmatisch geleerd werd (o.a. Thomas van Aquino). Dat naar-de-grens-brengen is ook de intentie van een groot deel van de ‘deconstructivistische’ en ‘postmoderne’ westerse filosofie. Voor het overgrote deel blijft die beweging binnen de genoemde grenzen van het mens-zijn. Dan blijft er alleen een onbevredigend agnosticisme, nihilisme of pragmatisme over.?In het Oosten ligt dat anders. Daar is de filosofie van oudsher één van de wegen (jñânayoga) om tot bevrijding van de geconditioneerde menselijke situatie te komen (samsâra). In diverse teksten van de Advaita Vedanta staat iets over het uitgangspunt. Dat is de situatie van degene die het alledaagse leven niet meer vanzelfsprekend vindt en de hoogste waarheid van een leraar te horen krijgt (het horen, shravana). Daarover moet hij nadenken: de tweede fase. De onduidelijkheden moet hij met zijn leraar bespreken. Dat is de fase van manana: het mentale denken, het overwegen, het redeneren (afleiden van ware uitspraken vanuit ware premissen) en het inzicht dat daaruit voortvloeit, de filosofie. Dit zal net zolang door moeten gaan, totdat er het maximale mentale begrip is. Dat wil zeggen, dat de denkstructuur van de advaitabenadering duidelijk is, dat het logisch goed in elkaar zit en beargumenteerbaar is. Veel van wat in de klassieke vedanta-teksten is te vinden, betreft deze fase van vraag en antwoord op het mentale vlak. Dan wordt al snel duidelijk dat het mentale begrip geen volledig begrip is en dat verder gegaan moet worden met behulp van het hogere inzicht (de hogere rede of buddhi). Daarin gaat het niet meer om een wijze van indirecte kennisverwerving, maar om het directe inzicht ‘zo zit het’. De schouwende activiteit die hierop is gericht zou je ook nog filosofie kunnen noemen (zie bijvoorbeeld Plato), maar het is duidelijk dat dit geen denken meer is. Deze derde fase is meer een voortdurende meditatie (nididhyâsana) waarin de aard van het bestaan en van de oorsprong en grond ervan duidelijk wordt en waarin de waarheid van de uitspraken van de vedanta-leraar (leraren) herkend wordt. In die sfeer kan er een samenvallen ontstaan met die waarheid.

Waar het dus om gaat in de Indiase Advaita Vedânta als oosterse stroming, is niet gebonden aan de Indiase cultuur. Het gaat om de universele waarheid van een niets uitsluitende non-dualiteit. Die zul je in ieder geval in jezelf moeten herkennen, omdat je zelf daarin thuis bent. Dat ‘thuis’ omvat én is vrij van alle regionale bepalingen: Oost - West, thuis best.

Nieuw op www.advaitacentrum.nl
 

Vlaanderen
- Teksten Advaitagroep Brugge 11 oktober 2009
- Advaitadag te Brugge met Douwe Tiemersma, zondag 15 november 2009, Begijnhof 22, 9.00 uur Meditatie, 10.30 uur eerste gesprek

Kennis non-dualiteit - Samenvattingen – Artikelen Advaita:

GGZ en non-dualiteit – Activiteiten
- Uitnodiging 6 november 2009 ‘Het kan anders ….’ – over de psychiatrie - Pieter-Geert Runia.

Veel licht in deze herfsttijd,
Douwe Tiemersma


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod