2017/08 Advaita Post augustus 2017

Uit een Advaitagesprek met Douwe Tiemersma, Hoorneboeg, 5 april 2003, deel 4
 
Zelfzijn

 
(Bezoeker) Als je in het stille bewustzijn zit, is er dan nog verschil tussen mij en hem of jij ...?
(Douwe) Nee.

Zitten we dan in die grote soep van het totale bewustzijn?
Juist omdat er geen speciale identificatie is met een bepaalde vorm, is er een herkenning van het oorspronkelijke zonder vorm. En dat is één, dus dan is er niet meer iets ‘anders’. Zodra je geïdentificeerd bent met iets speciaals, is er het eigene en het andere, dan is er een ik en dan is er een jij en een hij en een zij tegenover je. Dat komt door een beperkte identificatie. Wanneer de beperkte identificaties verdwijnen, kun je niet meer zeggen dat er een ik is dat verschilt van een ander.
 
Toch is er ik, als ik in dat stille bewustzijn zit ...
Er is een zelfzijn.
 
Dus je bent ik en je bent het toch niet.
Over het hoogste zuivere zelf-zijn kun je nauwelijks zeggen dat het zelf-zijn is. Als alle kwaliteiten zijn verdwenen, ook het zelf-zijn, noem je dat het absolute. Maar het eerste dat opkomt is het zelf-zijn, universeel. Dan valt je zelf-zijn samen met het zelf-zijn van iedereen en alles.

Is dat ook geconditioneerd, of is het zo open ...
Conditioneren betekent dat je je weer identificeert met een bepaalde vorm onder bepaalde condities. Die vormen komen op onder bepaalde condities. Maar voorafgaande aan die condities en die vormen is er blijkbaar dat hele stille aanwezig zijn.
 
Het lawaai is niet het lawaai zelf, neem ik aan, maar wat je ermee doet, hoe je ermee omgaat. In die zin is het ook niet afhankelijk van zintuigen ...
Precies. Als je het bekijkt op het niveau van de zintuigen, komt het geluid je oor binnen en de trilling wordt van het trommelvlies overgedragen aan een hamer, aambeeld, stijgbeugel. Op een gegeven ogenblik komen de impulsen van de gehoorzenuw in de hersenen terecht. Maar dit alles zegt natuurlijk niks. Dan komt de interpretatie en die is ook niet nodig.
 
Het leven gaat gewoon door, als je er niks mee doet?
Dat zien is het doorslaggevende. Wanneer de wereld van de verschijnselen opkomt, wat gebeurt er dan? Als alles vrij blijft en er geen vaste structuur en identiteit wordt gemaakt, dan blijft er openheid. Dan blijft de stilte aanwezig. Dus zelf-zijn als stil zijn blijft aanwezig. Dus het één zijn blijft aanwezig.
 
Ervaar je bij dat één-zijn dat elke vorm in jou verschijnt, en dat je dat bent?
Ja.
 
Als je naar iemand anders kijkt dan ben je die ander, als je naar een boom kijkt dan word je die boom.
Je wordt de boom niet, alles wat opkomt is in de sfeer van zelf-zijn.
Het functioneren vindt op alle verschillende niveaus tegelijkertijd plaats. Je weet donders goed wat het betekent zintuiglijk achter je ogen te zitten en dingen op je af te zien komen. Natuurlijk ken je dat. Alleen, de dingen hebben niet de hardheid van de situatie waarin je geïdentificeerd bent op dat standpunt. Wanneer alles open is heb je je standpunt niet op dat niveau, er is dan geen hardheid, geen vorm is dé werkelijkheid. Je ziet de vormen en deze hebben wel een zekere werkelijkheid, ja, een betrekkelijke werkelijkheid op dat niveau. Maar omdat dat niveau maar een van de vele is en zelf ook erg betrekkelijk is, accepteer je dit en duik je er niet in.
 
U zegt: ‘Je kent dat’. Maar dat is toch een heel andere manier van kennen?
Het is een direct weten.
 
Ja, maar alleen dat het er is, toch?
Daar ging het om, om te herkennen dat de wereld er is in zijn betrekkelijkheid. Een direct zien en doorzien, een direct weten. Ze mag er best zijn. Ze is niet beperkend.
 
Het is moeilijk om het in woorden uit te drukken, want dat onbeweeglijke is die spiegel die je noemt; het is drie-dimensionaal; het is elk puntje van die onbeweeglijkheid; het is niet locatiegebonden, het is overal. Het is een soort oplichten eigenlijk ...
Je hoeft het onbeweeglijke spiegelen alleen maar te herkennen. Woorden worden nog gebruikt om te verwijzen naar een bepaald type van ervaring waarin het gaat om het zien dat de verschijnselen opkomen in je spiegelende bewust-zijn.
 
Het is een soort oplichten van het bewustzijn zelf ...
Dan zeg je het nog te veel in de derde persoon. Ga terug naar je ervaring van zelf-zijn. Daarin is een helderheid waarin iets kan verschijnen. Verder niet.
 
Dat ben je zelf?
Dat ben je zelf.
 

Boeken van Douwe

Douwe Tiemersma heeft een groot aantal boeken geschreven gerelateerd aan thema’s rondom non-dualiteit. Het Advaitacentrum heeft deze boeken uitgegeven. Deze zijn nog steeds hedendaags, relevant en via de link hieronder te bestellen.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • Pranayama

    Dit boek is een praktische handleiding bij het beoefenen van pranayama. Alle onderdelen van de traditionele pranayama komen hierbij aan bod.

  • Verdwijnende scheidingen

    Douwe Tiemersma
     

    Verdwijnende scheidingen

    Proeven van intercultureel filosoferen

    276 pagina’s, paperback

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod