Jan Luiken (1649-1712)
Als Amsterdamse dichter en graveur kreeg Luiken (ook Luyken) de meeste bekendheid door zijn prentenboek Het Menselyk Bedryf. Veel van zijn teksten zijn sterk religieus en mystiek.
Uit: Geliefde gedichten (gekozen door Willem Zaal), Arbeiderspers, Amsterdam 1972, 62-63
Droom is 't leven
Droom is 't leven, anders niet;
't Glijdt voorbij gelijk een vliet,
Die langs steile boorden schiet
Zonder ooit te keren.
D' arme mens vergaapt zijn tijd
Aan het schoon der ijdelheid,
Maar een schaduw die hem vleit,
Droevig! wie kan't weren?
D' oude grijze blijft een kind,
Altijd slaaprig, altijd blind;
Dag en ure,
Waard, en dure,
Wordt verguicheld in de wind;
Daarmee glijdt het leven heen,
't Huis van vel en vlees en been
Slaat aan 't kraken,
D' ogen waken
Met de dood in duisterheen.
*
De ziele betracht de nabijheid Gods
Ik meende ook de Godheid woonde verre,
In enen troon, hoog boven maan en sterre,
En hefte menigmaal mijn oog
Met diep verzuchten naar omhoog;
Maar toen gij u beliefde t' openbaren,
Toen zag ik niets van boven nedervaren;
Maar in de grond van mijn gemoed,
Daar wierd het lieflijk ende zoet,
Daar kwaamt gij uit der diepten uitwaarts dringen
En, als een bron, mijn dorstig hart bespringen,
Zo dat ik u, o God! bevond
Te zijn de grond van mijnen grond.!
Dies ben ik blij dat gij, mijn hoog beminde,
Mij nader zijt dan al mijn naaste vrinden.
Was nu alle ongelijkheid voort,
En 't herte rein gelijk het hoort,
Geen hoogte, noch geen diepte zou ons scheiden,
Ik smolt in God, mijn lief; wij wierden beiden
Eén geest, één hemels vlees en bloed,
De wezenheid van Gods gemoed, -
Dat moet geschien. Och help, getrouwe Here,
Dat wij ons gans in uwen wille keren.
*
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.