Erik van Ruijsbeek (1915-2004)


In De ark en de ratten (Soethoudt & Co NV, Antwerpen, 1984) is er sprake van een buitenaardse aanval, die ten doel heeft de wereld te vernietigen. De verteller en de zijnen verschuilen zich ergens op een afgelegen plek in Italië en wachtten daar tot ook zij het slachtoffer zullen worden. Ze brengen in tijd door met o.a. het luisteren naar muziek, met name naar Bach (pag. 213, e.v.).

*

En Bach stond zover boven alle anderen als de hemel boven de aarde, de eeuwigheid boven de tijd, de vanzelfsprekendheid boven de poging, de totaliteit boven het deel. (...) Andere Europese componisten konden dramatisch zijn, meer zuivere schoonheidsgenade brengen, afzonderlijke gevoelens aangrijpender vertolken, zij bleven doorgaans op de aarde, in onze gebruikelijke tijdruimtelijke dimensie, en zelden slechts, op uitzonderlijke ogenblikken, verhieven ze zich daarboven. Voor Bach was deze ‘hogere’ metafysische ervaring zijn vertrekpunt. Permanent was ze bij hem aanwezig. In zijn kleinste werken was ze nog zijn eigenlijke adem. En waar hij dan boven dit ‘zichzelf’ uitsteeg, voerde hij ons mee, rechtstreeks in het onuitsprekelijke der totaliteit. (...)
Dan fluisterde ik: “De achttien Koralen uit de Leipziger tijd.” Meteen vertrokken ze reeds en kwam het goud weer in ons en in de kamer. En met Bach bereidden we ons voor op de laatste dagen, de weemoed en de sereniteit samen van het sterven. Wat een wonder, deze Koraalinleidingen! De meest aardse werkelijkheid, de late gloed in het naderende einde, en hierbinnen juist de naakte ootmoed van de in de eeuwigheid reeds opgaande mens. Ik voelde mij smelten van weemoed, zoals steeds bij deze muziek, en tezelfdertijd ook smelten van onzeggelijke voltooiing. (...)
Wij horen Die Kunst der Fuge (...): Dit was het kosmisch netwerk, waarin alles naar alles verwees, dit was de harmonie van mens en wereld, van wereld en mens, dit was het onherroepelijk ritme der absolute sereniteit, dit was het tijdeloze, geïncarneerd in een verloop, dit steeg boven alle emoties en psychische bewegingen, dit was het roerloos punt waarrond in tijd en ruimte de cirkels hun kringlopen beschreven, dit was ons vlees en bloed zoals het in zijn waarheid was, dit was het ruimteloos punt waar onze universaliteit met het universele samenvalt, dit waren de bronnen van de grote stilte, zo was het vóór er iets was, zo is het nog wanneer alles zal geweest zijn. Dit was mijn mystieke ervaring, getransponeerd in een oppermachtige andere en toch dezelfde totaliteit.

*


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

  • Verdwijnende scheidingen

    Douwe Tiemersma
     

    Verdwijnende scheidingen

    Proeven van intercultureel filosoferen

    276 pagina’s, paperback

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod