4-10 Kijk, er is steeds opnieuw een schepping uit het niets

Jaargang 4 nr. 10 (13 mei 2003)

De reguliere activiteiten van het lopende cursusjaar lopen naar hun einde. Advaita-avonden / satsangs zijn er alleen nog op 14 en 21 mei in Gouda. In juni zijn er de retraites op Schiermonnikoog, daarna is er de zomerstop waarin iedereen zelf de gelegenheid heeft attent te blijven op spiritueel inzicht. Eind augustus/begin september zijn er weer bijeenkomsten cursussen.

Advaita Post zal in de komende tijd slechts af en toe verschijnen. De grootte van Advaita Post levert sommigen met een kleine mailbox problemen op. Nu zijn de APs niet groot, omdat er alleen maar tekst wordt verzonden. Toch zullen we de files zo klein mogelijk houden.

Patricia blijft interviews maken. Dit keer was Odile aan de beurt. Het eerste deel van de tekst is als bijlage te vinden.

Activiteit/passiviteit - uit een e-mail wisseling

Haast iedereen op het pad van advaita-benadering krijgt te maken met het probleem dat jij ervaart. De oplossing van het probleem heb je zelf genoemd: vrijkomen van elke gedreven discipline.
Waar het om gaat is openheid. Alles wat dat bevordert, is positief. Dat betekende voor jou het afscheid van de politieke partij, dat kan nu betekenen een vrijkomen van zowel gehechtheden als van het willen vrijkomen van gehechtheden. Dat laatste willen komt namelijk ook voort uit een gehechtheid, de gehechtheid aan niet-gehecht-zijn. Advaita is dat alles vrij laten en beseffen dat je nergens aan vast zit.
In de praktijk: kijk letterlijk verder en ruimer dan de dingen die je aandacht en reactie vragen, ook je lichamelijke en emotionele sfeer. Accepteer deze verschijnselen in die grote ruimte. Dan worden ze betrekkelijk en doorzichtig, dan lossen zij op. Zelf blijf je wat je bent: jezelf als openheid.
Laat dus die gevoelens en irritaties maar zijdelings bestaan en bemoei je er niet teveel mee. Jij blijft jezelf, niet afhankelijk van omstandigheden.

Tekst

Gesprek op Schiermonnikoog 2 februari 2003, deel 2
Over beweging en stilte (vervolg)

Waarschijnlijk heb je het non-duale samengaan van beweging en stilte wel eens ervaren. Terwijl je geweldig hard rent, je bent alleen maar keihard aan het rennen: ga je vooruit, ga je niet vooruit? Hoe snel ga je?
Zelfs als je gaat meten, zie je de betrekkelijkheid en het ongrijpbare van snelheid. Natuurkundigen hebben altijd grote problemen gehad om snelheid te meten. Je kunt wel stellen: snelheid is afstand gedeeld door de tijd. Dan heb je de gemiddelde snelheid, maar niet de snelheid in de actuele beweging. Als je de snelheid op een bepaald tijdstip wilt meten, lukt je dat niet. Je kunt wel de trajectjes van gemiddeld zoveel km per uur steeds kleiner maken. Per minuut, per seconde heb je nog steeds een trajectje, nog steeds een afgelegde afstand, en die afstand ga je delen door de tijd. Maar, je hebt nog steeds een traject in de ruimte en een traject in de tijd. In een formule worden de trajecten oneindig klein gemaakt en opgeteld (de som van de limiet in de integraal- en differentiaalrekening), maar beweging pakken in het hier en nu, lukt niet, terwijl hier en nu de grootste werkelijkheid is. Hier en nu is het enige waarin we aanwezig zijn. Daarin stel je vast: hierin is geen beweging. Als je beweging wilt vaststellen, moet je weer gaan denken dat je een traject hebt, dat het hier en nu opschuift en dat je weer het gemiddelde neemt. Maar, dan ben je mentaal aan het construeren! Beweging kun je in het hier en nu niet betrappen. Terwijl hier en nu de werkelijkheid is. Zie je dat beweging als zodanig kunstmatig is? Je doet een meting in het hier en nu op tijdstip 1 en je doet een meting in het hier en nu op tijdstip 2. Wat is de waarheid daarvan? Dat er beweging geweest is in dat tijdvak van 1 naar 2? Nee, want dat heb je niet waargenomen. Je hebt twee authentieke waarnemingen gedaan, meer kun je niet zeggen. Er was een waarneming van een als werkelijk ervaren toestand, toen was er niets en ten slotte was er (op een ander tijdstip maar wel in het hier en nu) weer een schepping. Al je verbanden die je legt, behoren tot denkconstructies. Als je eerlijk bent, kun je alleen vaststellen dat er een waargenomen schepping was op het ene tijdstip en een waargenomen schepping op een ander tijdstip. Steeds was er weer een schepping uit het niets, zo maar. Waarneming is altijd in het hier en nu. Beweging is daarin niet.

Maar let wel op: niet-beweging is er ook niet. Wanneer er actueel geen beweging is, dan is er ook geen niet-beweging. Kijk, er is steeds opnieuw de schepping uit het niets, uit de stilte, uit de non-dualiteit. Daaruit kan ook denken voortkomen en het opvatten van beweging. Als je naar waarheid zoekt, zul je steeds naar het oorspronkelijke gaan van waaruit alles opkomt. Dan blijkt het tegenovergestelde van wat je dacht of stelde ook waar te zijn. Er wordt iets gedaan, er wordt niets gedaan. Er is een beweging, er is geen beweging. Er is verandering, er is geen verandering.
In de scholastiek schreven ze dit samengaan van tegenstellingen toe aan God. Ze wilden hierdoor zelf het bestaan van God bewijzen. Als er beweging is, dan moet er wel een andere beweging zijn die de oorzaak van de beweging is. Zo kun je een lange rij van beweging-oorzaak van beweging in de tijd terug vervolgen. Maar, welke beweging was er nu het eerst? Zie wat voor gekke gedachtespinsels je krijgt. Als je met het denken doorgaat, kom je aan de rand van het denken. Wanneer je consequent bent en verder denkt, zie je het denken ergens openbreken. Als alles een oorzaak heeft en elke beweging een oorzaak heeft, moet er toch een eerste oorzaak zijn. Wanneer ergens een impuls komt voor een beweging, dan moet die impuls ook weer een andere impuls als oorzaak hebben. Als je dat eindeloos volgt, kom je op iets terecht als de Onbewogen Beweger, de Niet-veroorzaakte Oorzaak, de Ongeschapen Schepper. Dat was vaak een gedachtespel. Hier gaat het om de eigen zijnservaring van die hoogste werkelijkheid. Dus wanner je gaat nadenken, blijkt dat het denken vanuit elk aanloopje verstrikt raakt. Vanuit het vliegtuig zie je de golven en je ziet je vliegtuig. Er is beweging, er is geen beweging. Er is openheid voorbij de tegenstellingen.
Is dat duidelijk, Ernst?

Als ik wandel, heb ik wel eens de ervaring dat er geen beweging is. Als ik bewegingloosheid ervaar, zit ik in aan de andere kant van de wereld.
Wanneer je loopt en ervaart dat je niet vooruit gaat, kun je dondersgoed zeggen dat je steeds van plaats verandert.

Het speelt tegelijkertijd.
Ja, zie hoe het zit. Als je zegt ‘er is beweging’, dan zit je ergens als een afstandelijke waarnemer met een chronograaf de tijd op te nemen. Als iemand precies even snel gaat als jij en je kijkt hem aan, zeg je ‘er is geen beweging’. Beide waarheden blijken tegelijk aanwezig te zijn.
Op het denkvlak betekent dat een doorbreking van een vast patroon. Als je die relativiteit werkelijk tot je door laat dringen, gaat het je duizelen. Je zult het denken los moeten laten. Wat over blijft, is dat onuitsprekelijke, non-duale. Zo stel je vast dat je hier zit. Je doet je ogen dicht, je doet je ogen open. Je wandelt aan het strand. Het ene ogenblik ben je er zwaar lichamelijk. Je knippert met je ogen en het volgende ogenblik ben je nergens. Het denken pakt het oude op en koppelt die met het nieuwe door wat we het geheugen noemen. Het stelt dat je eigen identiteit of de identiteit van iets anders dezelfde is gebleven. Je zegt te weten dat de meeste atomen aardig stabiel zijn, dus de materie blijft dezelfde. Maar, in de ervaring is alles totaal nieuw. Je zit te mediteren: is er nog tijd? Ja en nee. Soms is er een actuele waarneming van een klokje en je stelt: oh, er is al een half uur voorbij. Was er werkelijk tijd? Je zegt ‘de tijd stond stil’. Wat bedoel je daarmee? Er was helemaal geen tijd. Er is alleen tijd als je tijd construeert. Je verwijst naar de secondewijzer. Dat is flauwekul, want je ziet alleen maar tjup, tjup, tjup. In de meditatie was er geen tijd. Als je op de klok kijkt wel. Wat is de waarheid? Weet ik niet.

Als het denken op deze manier wordt open gebroken, wat betekent dat? Alle patronen van het denken vallen weg. Zodra je iets zegt, zul je ook het tegendeel moeten zeggen.’Ik zie dit, ik doe dat’ en: er is geen ik dat iets ziet en doet.
Er is een Zenkoan die luidt: wat doe je, als alles wat je doet fout is, inclusief het niets-doen. Een andere vorm is: wat doe je wanneer je niets meer kan doen, zelfs niet niets-doen?
Wat is de oplossing van die koan?
Ik zie iedereen hard nadenken ...

Bijlage

De blauwe lucht is fascinerend
Interview met Odile de Westphalen
door Patricia van Bosse

Wie op woensdagen naar de gespreksavonden op het Advaitacentrum komt, ontmoet als eerste de tengere Française, die achter de tafel met boeken staat en iedereen met een paar woorden welkom heet. Odile ontvangt alle mensen, geeft informatie, verkoopt de boeken, beheert de kas, regelt wat nodig is. Maar dat is niet het enige, ze geeft de open meditatieavonden, daarnaast is ze bestuurslid van de Stichting, betrokken bij de bibliotheek en wat al niet. En dat al jaren. Zij is een van de mensen die bijna vanaf het begin bij Douwe als leraar is betrokken. Toch praten we in ons gesprek niet eens zo veel over het verleden. 'Ik vergeet weer zo veel', zegt ze.
Odile woont in Gouda met haar zoon Ivo. Ze werkt thuis en vertaalt Engelse en Nederlandse teksten in het Frans. Het geeft haar veel vrijheid, zodat ze de gelegenheid heeft andere activiteiten te ontplooien.

Hoe ervaar jij jezelf en het leven nu?
Als Odile ben ik slechts één van de verschijnselen. In het grote geheel is dat zo klein, in de kosmos is het niets. Toch is het wel zinvol om in zo'n interview over mijn leven te praten, het kan een herkenning geven voor andere mensen die dezelfde belangstelling hebben.
De beelden waar ik me bij thuis voel en die steeds terugkomen zijn de oceaan en de kosmos. Het meeste voel ik me mijzelf als ik helemaal niets hoef te doen en heerlijk in het niets kan verblijven. Dan voel ik me één met alles en iedereen en tegelijk is het leegte. Wat er dan is, is niet meer uit te spreken, dan schieten woorden te kort.
Als ik aan het werk ben, heb ik een open instelling. Mijn aandacht is natuurlijk wel enigszins gericht op mijn werk en soms op iemand anders, maar nooit helemaal. In die open aandacht verschijnt bijvoorbeeld ineens een gedachte, werk, mensen. Het blijft heel luchtig. En liefdevol.
Een ander symbool dat belangrijk voor me is, is de blauwe lucht. De blauwe lucht boven de wolken zoals je die in een vliegtuig ziet, dat vind ik fascinerend. Ik kijk zo graag naar de lucht, als het bewolkt is speur ik altijd of er toch ergens een stukje blauw is. Mijn werkkamer is op zolder en daar kan ik steeds de lucht zien, daar ben ik dolblij mee. Als ik eens een wat minder goede bui heb, dan helpt het me om even naar buiten te gaan, de frisse lucht ik.
Daarom houd ik ook zo van de waddeneilanden als vakantiebestemming. Maar datzelfde is er ook in de bergen. Dan wil ik naar de top van de berg, niet als prestatie maar om van de uitzichten te genieten.

Dus de wijde ruimte in de natuur is voor jou belangrijk. Je bent ook veel bezig met meditatie?
Ja, meditatie is voor mij altijd hét middel geweest in het onderzoek naar mezelf en nog steeds is het een middel om mezelf te leren kennen. Natuurlijk ervaar ik datzelfde ook in de natuur of zomaar ineens als ik naar buiten kijk. Maar in de loop van mijn leven is meditatie daarbij steeds heel belangrijk geweest. Als ik 's morgens een half uur in meditatie heb gezeten dan weet ik precies hoe het met mezelf staat en soms komen daar inzichten in op. En 's avonds als de dag is geweest en ik mediteer, dan krijg ik vaak inzichten over wat er is gebeurd.
Dat is al lang zo. Toen ik in Nederland kwam, woonde ik in een woongemeenschap met Franciscanen. Die hadden zo hun gewoontes en hoewel ik er zelf toen nog geen ervaring mee had, heb ik voorgesteld om met elkaar te mediteren. Dat hebben we toen een keer gedaan. En ik herinner me een van de eerste keren dat ik bij Douwe was en dat ik vroeg, waarom drukken we altijd alles met woorden uit, er is toch veel dat beter in stilte ervaren kan worden?

Wanneer heb jij Douwe leren kennen?
De eerste keer dat ik naar Douwe ging, dat was in '83 of '84, toen de bijeenkomsten nog in zijn woonkamer waren. Als ik die eerste tijd bij een gespreksavond was en dan thuiskwam, kon ik me niets herinneren van de inhoud van wat was gezegd. Maar ik ervoer dan wel dat het gewoon waar was wat Douwe zei. Dat voelde ik zo, ik kon er niet iets anders van vinden. Dat gevoel is gebleven. Ik zag nergens iets dat niet klopte, het was gewoon waar. Wat hij zei dat kon ik misschien niet op dat moment zo ervaren, maar dan later wel. Verder heb ik niet gezocht en niet hoeven te zoeken. Wel ben ik naar meditatieretraites geweest, maar dat was omdat Douwe die toen nog niet organiseerde.
Ik vond bij hem die heel grote zuiverheid. Hij was er altijd als ik een probleem had en dan was hij echt bereid om te helpen. Hij keurt nooit iets af, je mag volledig zijn zoals je bent en dat kan hij subtiel weerspiegelen zodat je precies weet waar je zit. In ieder gesprek zegt hij je wel iets wat je daarvoor nog niet zag. En het is zo prettig dat hij een heel eenvoudig persoon blijft, ook in allerlei praktische situaties. Hij is nooit iemand die je van bovenaf wat zegt, altijd is er gelijkwaardigheid en is het liefdevol. Hij heeft een zo grote kennis van de mens, van de psyche. Het is soms ongelofelijk hoeveel hij weet van de ander.


Je bent vanaf het begin bij de organisatie betrokken geweest?
Vroeger kwamen er een aantal mensen naar Douwe en gingen weer weg, het was een klein groepje die buiten de bijeenkomsten geen band hadden. De bijeenkomsten waren minder frequent en verder waren er geen activiteiten. Douwe had het heel druk met zijn werk op de universiteit. Nu zijn er zoveel mensen en zoveel activiteiten. Er was de noodzaak een stichting in het leven te roepen, het was te veel werk voor Douwe alleen. Vervolgens zijn de werkgroepen ontstaan. Er is steeds meer organisatie gekomen, alles breidt zich uit.
Ja ik ben er vanaf het begin bij betrokken geweest, maar dat ging eigenlijk helemaal vanzelf.
Ook het nieuwe centrum in de Crabethstraat was voor mij even belangrijk als mijn eigen verhuizing die in dezelfde tijd plaatsvond. Altijd is dat zo geweest, het gaat kennelijk samen.

Waarschijnlijk heb je voordat je hem ontmoette wel gezocht of rondgekeken?
Een van de openingen die er zijn geweest, was toen ik een jaar of 18 was en mijn toenmalige vriend me een pilletje met LSD aanbood. Het bleek dat er een veel grotere dimensie was dan het leven dat ik kende. Dat gaf zo'n vrijheid, het gevoel dat ik veel meer zou kunnen dan dat beetje dat ik kende. Het heeft gemaakt dat ik ben gaan reizen, wegging van mijn familie om de wereld te ontdekken en mensen te leren kennen. Ik zocht het toen natuurlijk buiten mijzelf, maar wat ik eigenlijk zocht begreep ik toen niet.
Een andere opening is geweest dat ik iets had gelezen over Auroville, de nederzetting die is opgericht door leerlingen van Sri Aurobindo. Dat leek me de ideale manier van samenleven. Een gemeenschap van mensen die zo gelijk gestemd zijn en ook met elkaar werken. In de gemeenschap heeft men het gebruik van geld afgeschaft, dat trok me ook aan. Het is gebleven bij het er over lezen, maar als iemand toen had gevraagd om daar naar toe mee te gaan, dan was ik meteen gegaan.
Zonder doel rondreizend was ik in mei 1974 in Nederland terecht gekomen. Ik was betrokken bij een wereldwinkel en woonde in een woongemeenschap. Daar ging het om het helpen van de mensen in de derde wereld en daar deed ik aan mee, maar ik voelde me nog steeds niet thuis. Politiek was niets voor mij en de wereldwinkel was het op den duur ook niet, hoewel ik me wel schuldig voelde als ik niet meedeed. Met yoga was ik wel bezig, maar dat was ook geen antwoord op mijn vragen.

Hoe ben je toen in Gouda terecht gekomen?
Met mijn (nu ex) man ben ik naar Gouda verhuisd. Liefde en relaties, dat was een andere opening. Liefde en verbondenheid in een gemeenschap, liefde met een partner, daar zou ik het geluk kunnen vinden. Natuurlijk zijn er in mijn leven veel openingen geweest met liefde, die enige tijd duurden en dan weer dicht gingen. Dat was niet die absolute liefde die ik later heb ervaren met Douwe en andere mensen. Die heeft inderdaad niets meer te maken met de persoon. Dat is boven de persoon, daarin kan je helemaal verzinken.
Maar toen ervoer ik altijd die fluctuaties, ik zag dat de liefde niet eeuwig duurde en ik vroeg me af hoe dat nu kon. Moest ik dat toch maar genoegen nemen met het leven dat blijkbaar niet anders kon zijn? Ik kon die andere dimensie waar ik intuïtief weet van had niet rijmen met het leven met mijn man. Er was wel een bepaalde liefde, maar niet wat ik verwachtte op grond van die andere dimensie van ervaren.
Later is duidelijker geworden wat liefde eigenlijk betekent, dat ervaar ik nu steeds meer. Ook dat je iemand lief kunt hebben maar tegelijk volledige vrijheid kan ervaren. Vroeger zag ik niet dat ik heel afhankelijk was, nu zie ik dat het met vrijheid helemaal mooi is, dat het dan pas echt liefde kan zijn. Die is niet afhankelijk van omstandigheden, verlangens, bepaalde conditioneringen en gehechtheden. Als al die dingen wegvallen is het het allermooiste. Dan is het inderdaad altijd aanwezig.
Zo waren de openingen voor mij niet zozeer mentaal. Het waren niet boeken die me geïnspireerd hebben, maar eerder bepaalde mensen. Natuurlijk heb ik de boeken van Nisargadatta gelezen en van Ramana Maharishi, maar ik kan niet zeggen dat er speciaal een boek was dat me een opening heeft gegeven, dat waren veel meer de gespreksavonden.
Wel heb ik altijd een neiging om te weerspiegelen. Altijd heb ik me afgevraagd bij alles wat ik deed, waarom doe ik dingen, ik heb altijd proberen te kijken, niet te interpreteren, maar te weerspiegelen. Dat heb ik ook in de natuur, als in een plas water de zon zich weerspiegelt, dat vind ik altijd zo leuk om naar te kijken. Dat geeft me een herkenning: dat is het dan.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Pranayama

    Dit boek is een praktische handleiding bij het beoefenen van pranayama. Alle onderdelen van de traditionele pranayama komen hierbij aan bod.

  • Meditatieboekje

    Korte teksten die je meenemen naar openheid

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod