5-8 Welke reactie zou het geven als dit zou wegvallen?
Jaargang 5 nr. 8 (19-04-2004)
Hechtingen zijn vaak erg subtiel en daarom vaak moeilijk vast te stellen. Voor degenen die er de vorige woensdagavond niet bij waren, volgt hier het eenvoudige hulpmiddel dat toen ter sprake kwam.
‘Stel steeds weer vast bij elk verschijnsel: welke gevoelsreactie zou het geven als dit zou wegvallen?’
Je merkt dan meteen of je ergens aan vast zit of niet. Het criterium van vrij-zijn is vrij-blijven van ik-spanning, terwijl in de voorstelling alles wegvalt. Dat vrij-blijven van ik-spanning is anders dan gevoelsarmoede. Het gevoel zit dan niet vast aan een ik-persoon.
Het zal duidelijk zijn dat er een gradiënt is van moeilijkheid om vrij te blijven, van de kracht van de dingen om je vast te houden. Dat is de gradiënt van het andere naar het eigene toe. Hoe dichter iets bij je ligt, hoe sterker je met iets hebt geïdentificeerd, des te moeilijker het wordt het los te laten.
Als je dit experimentje niet doet in de voorstelling, geeft trouwens het leven wel voldoende lessen. Verschijnselen vallen toch vroeg of laat weg. Hoe zit het dan met jezelf?
De opzet en de data van de cursussen hathayoga en meditatie op de maandagavonden in de herfst zijn nu ook bekend. Er is ruimte geschapen voor degenen die zelfstandig verder gaan om eenmaal per maand terug te komen voor verdieping, zie bijlage.
De bijscholingscursus ‘Yoga - bevrijding van het lichaamsschema’ zit bijna vol. Voor Pranayama 2 is nog voldoende ruimte.
De Nederlandse Bibliotheekdienst geeft Titelinformatie over nieuwe boeken. Over Psychotherapie en non-dualiteit staat o.a. “uitstekend geschikt voor verdere informatie.” (zie bijlage).
Tekst
Wakker zijn op het subtiele niveau
Gesprek 3 maart 2004 te Gouda – Deel 1
Het proces van herkenning van jezelf als openheid gaat door. Gelukkig gaat dat bij iedereen door. Er zijn steeds meer mensen die dat open-zijn herkennen. De belangrijke dingen gebeuren daarbij op het subtiele vlak, voorafgaande en voorbij het denken. Het is duidelijk: daar ben je ook aanwezig, ook dat is je eigen sfeer, zelfs meer dan de sfeer van het ‘ik denk’, de sfeer van de woorden. Dan ga je ook zien dat in het onderricht de woorden steeds minder belangrijk worden, dat het daarbij steeds meer gaat om een directe werking, om een direct gebeuren zonder woorden, zonder denken. Wanner je de woorden als woorden gaat bekijken zijn ze aparte, externe dingen en hooguit kunnen ze dan als middel ergens naar verwijzen. Wanneer je eenmaal de betekenis van de woorden hebt begrepen, moet je niet bij deze woorden blijven staan, niet naar de woorden blijven luisteren, want dan is er direct de waarheid. Op dat subtiele vlak gaat het steeds directer toe. Hoe helderder je daar bent, des te sneller leer je hoe het daar zit. De belangrijke dingen blijven daar gelden: hoe is je oriëntatie, en: laat je je afleiden of niet? Het leren gaat steeds op een directere wijze, als een direct vaststellen. We blijven niet met middelen bezig. De waarheid is er direct, je herkent de waarheid direct. Het enige is daarin te blijven.
Als je daarin helder bent, verliezen de afleidende krachten hun kracht. Dat gebeurt dus door de helderheid van je eigen bewuste aanwezig zijn. Door dat licht kan er geen duisternis komen. Als je je als licht herkent, is het de meest natuurlijke zaak dat het licht er blijft. De zon hoeft ook niet haar best te doen om licht te blijven, want dat is haar natuurlijke aard. Jij hoeft ook niet je best te doen om bewust te zijn, want dat is je eigen aard. Alleen, blijf er wel op een bewuste wijze bij voor zover je je gemakkelijk laat afleiden, als het licht-zijn nog niet spontaan blijft. Dan is een intern bewustzijn noodzakelijk. Dat blijkt vaak zo te zijn, omdat je het licht gemakkelijk vergeet, omdat er toch weer een sluier komt over de helderheid.
Alle vormen worden doorzichtig en vallen in belangrijkheid weg en zijn steeds minder een stimulus om op te reageren. Zo komt er een steeds grotere vrijheid van condities, een steeds grotere onafhankelijkheid.
Vrij zijn is niet het vrij zijn op het niveau van de condities. De moderne mens heeft het steeds op die manier gezocht: door techniek steeds vrijer te worden van condities. Maar, je blijft dan aan allerlei dingen vast zitten, in ieder geval aan de eigen techniek. Op materieel en ook op psychisch niveau gelden nu eenmaal wetmatigheden, op die niveaus zijn er nu eenmaal patronen. Daar is niets mis mee. Vrijheid is vrij-zijn van de hechting aan de condities, in verticale zin, door je identiteit op het niveau van oorzaak en gevolg, van activiteit en techniek los te laten. Als je je zelf herkent op de niveaus van een steeds grotere onafhankelijkheid, van steeds meer vrijheid, dan zie je hoe zeer de gehechtheid aan vorm en activiteit maar een wijze is van denken, een constructie, een geloof. Je ziet dat het geloof op dat niveau bijgeloof is, een vals geloof, want je geeft eindige zaken een oneindigheidsdimensie. Relatieve dingen maak je absoluut. Dat kan voor alle vormen gelden.
Op de ruimere, vrijere niveaus gaat het proces van herkenning en vrij worden op subtiele wijze door. In die sfeer vindt het onderricht op een andere wijze plaats dan in de situatie van het externe onderricht. Herken dat. Zie wat er aan de hand is, wat er gebeurt, hoe het met jezelf zit. Er zijn geen vaste vormen meer van jezelf. Grijp er dus niet meer op terug. Zie dat de vormen allereerst denkvormen zijn. Grijp er niet op terug, want je bent je al verder bewust dan als ‘ik-denk’. Stel het duidelijk vast: dit is het; ik hoef niet meer terug te gaan naar vaste vormen; ik hoef niet meer te grijpen. In die open bewustzijnssfeer gaat de oplossende werking van de openheid verder. De laatste vaste restjes vallen uiteen, de laatste nevels lossen op. Dat is de radicalisering van het proces.
Heeft er iemand hier iets over te vragen? Als het duidelijk is, is het duidelijk. Maar, wees helder zodat je onduidelijkheden onder ogen ziet. Zijn er nog onduidelijkheden? Herken je heel helder wat ik schetste? Wees er voor jezelf geweldig helder in, kristalhelder, zodat er geen vage sfeer of een vage intuïtie blijft. Als je je dat kunt realiseren, betekent dat het helemaal helder wordt, dat het zo werkelijk wordt dat een vernauwing geen kans meer krijgt. Het is een wakker worden op dit niveau.
Ben je wakker op dit niveau? Het is belangrijk dit te kunnen bevestigen. Als je wakker bent, dan kan dat. Als het op een bepaalde manier niet helder genoeg is, stel dat dan ook vast. Het is duidelijk iets anders dan wegdoezelen en de sfeer aardig ruim vinden. Nee, het gaat werkelijk om wakker te worden op dit niveau. Iemand?
Eerste bijlage
Cursussen hathayoga en meditatie (kies 'annuleren' als u na het aanklikken van de link wordt gevraagd om een naam en wachtwoord in te voeren)
Tweede bijlage
In: Tijdschrift voor Yoga 2003 nr. 4, p. 123-124
Douwe Tiemersma
Pranayama. Adem en levensenergie kennen, ontplooien, loslaten
Advaita Centrum, 2003
Douwe Tiemersma heeft een uiterst praktisch boek over pranayama geschreven Het boek is voortgekomen uit een cursus pranayama voor yoga-docenten. Het is daarom ook een beproefd boek waarvan men zeker resultaat mag verwachten Dit boek mag een evolutieproduct worden genoemd. De oefeningen zijn meerdere malen door verschillende mensen uitgevoerd en op grond daarvan bijgesteld. Hoewel de auteur stelt dat voor het lezen enige ervaring met yoga wordt verondersteld, geldt dit volgens mij niet voor de eerste drie delen. Pas in hoofdstuk 4 “Pranayama beoefenen", komen specifieke technieken aan de orde. Door de uitweidingen over het materiële en het energetische lichaam komt dit boek naar mijn idee wat langzaam op gang. Voor de lezer die onbekend is met deze materie zijn het echter toegankelijke en waardevolle introducties. Dit boek is daarom geschikt voor een breed lezerspubliek.
Mijn eigen houvast voor pranayama is een compact boekje van Gérard Blitz (Der Yogaweg des Patanjali; ein Leitfaden für Übende und Lehrende). Volgens Blitz vloeit pranayama op een natuurlijke manier voort uit het beoefenen van asana's. Er ontstaat als het ware een verlangen naar pranayama. Met zijn boek heeft Tiemersma dit verlangen, dat veel yogabeoefenaars vroeg of laat voelen opkomen, willen beantwoorden. Mensen die het willen gaan gebruiken doen er bijgevolg goed aan zich af te vragen of ze die natuurlijke behoefte aan pranayama ervaren. Om dit het juiste boek op het juiste moment te laten zijn, wordt een bepaalde houding en discipline van de beoefenaar verondersteld. Tiemersma besteedt zelfs een geheel hoofdstuk (hoofdsluk 4) aan de juiste instelling en motivalie van de beoefenaar. Op een mogelijke valkuil, namelijk een eenzijdige focus op de ademhalingstechnieken, anticipeert Tiemersma door in het begin duidelijk te stellen dat pranayama onderdeel is van een streven naar het "Hoogste". Hij besteedt daarom aandacht aan de yama's en niyama's en gaat ook in op het reinigen van het lichaam en de ademhalingsorganen.
Over het nut van pranayama bestaat er geen misverstand. Zowel Blitz als Tiemersma benadrukken dat pranayama voorkomt dat energie (prana) verstrooid raakt en daarmee wordt verspild. Tiemersma kiest voor een ervaringsgerichte benadering en legt veel nadruk op het bewust ervaren van specifieke effecten. In een cursus heeft een leraar de mogelijkheid nuanceringen aan te brengen en de instructies met tussenpozen te geven. In dit boek heeft
Tiemersma zorgvuldige bewoordingen gekozen. Soms vond ik de oefeningen echter enigszins sturend wat betreft het verwoorden van de eventuele effecten. Ook bepaalde uitspraken vielen mij op "Eenheid met zo'n Ísvara betekent een eenwording met dat hogere" (blz. 44 ) is voor mij niet in overeenstemming met de wijze waarop Patanjali hierover spreekt. Immers, het gaat hier niet om de eenheid met, maar om de totale overgave aan Ísvara (sutra l.23), die het mogelijk maakt de staal van yoga direct te bereiken.
De cursorische opbouw van dit boek wekt vertrouwen. Je wordt als het ware aan de hand meegenomen en er ontstaat daardoor een persoonlijk ontwikkelingspad. De hoofdstukken zijn kort waardoor je gemakkelijk een afgerond gevoel overhoudt na het lezen en oefenen. Een dergelijke opbouw heeft als nadeel dat je wat moeilijker zaken kunt terug vinden. Het boek bevat veel informatie, maar die is nogal verspreid Ik mis verder een systematische introductie van de belangrijkste begrippen. Dit laatste wordt aardig opgevangen door het verklarende register, maar daarmee krijg je geen overzicht van het achterliggende filosofisch systeem. Meer illustraties zouden dit boek nog toegankelijker en aantrekkelijker maken De locatie van de verschillende soorten prana’s bijvoorbeeld wordt nu wel beschreven, maar zouden in een figuur geïllustreerd kunnen worden. Daardoor ontwikkelt de visueel ingestelde lezer sneller een goed beeld.
Terugblikkend is voor mij hoofdsluk 16 een sleutelhoofdstuk. Hierin stelt Tiemersma dat de adem vooral de ruimte moet krijgen, hetgeen een proces van loslaten veronderstelt. Pranayama maakt vrij, maar daarvoor moet je ook durven loslaten en je overgeven aan het werk van de energieën. In het laatste hoofdstuk (27) culmineert deze zienswijze in de opvatting dat de energieën het leven vormn. Vanuit dat perspectief kunnen we stellen dat de pranayama-ademhaling voorafgaat aan de gewone ademhaling. Pranayama ontsluiert en brengt je terug in wat Tiemersma aanduidt als een toestand van oorspronkelijke openheid. Pranayama-beoefening is echter niet alleen op de lange termijn gericht, maar werkt vanaf het begin door in alle aspecten van het (dagelijks) leven en de asana’s die je beoefent. Het laatste deel van dit boek is daaraan geheel gewijd. Tijdens het bestuderen en oefenen krijg je het gevoel een doorleefd boek in handen te hebben. Aan bijna alles is gedacht. Met dit boek kunt u uw eigen pranayama-programma initiëren én verdlepen.
Marc Coenders, Hilversum
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.