Richard Bach, Ver weg is heel dichtbij
Uitgeverij Hollandia, Baarn
Een ‘ ik’ gaat heel ver op reis om naar een verjaardagspartijtje van een vriendinnetje, Maartje, te gaan. De reis vindt plaats in het hart van verschillende vogels die hem/haar alle betrekkelijkheden van het leven tonen. Uiteindelijk geven ze de ervaring dat ‘ver weg’ ook alleen maar een gedachte is. Er bestaat geen afstand tussen degene waaraan je denkt en jezelf.
In het hart van de Kolibrie wordt duidelijk dat er geen kilometers scheiding zit tussen vrienden.
De Uil zegt: ‘Wat is dat groot worden, en gaan? Waarnaar toe?’
De Arend laat zien dat verjaardag ook maar een woord is. Het leventje van zijn vriendinnetje was al begonnen voordat de tijd ontstond …
De Havik begrijpt ook niks over groter worden, en zegt: ‘Een jaar verder dan toen ze nog kind was, en dat is dan groter worden?’
Aan de wijze Zeemeeuw wordt gevraagd: ‘Waarom wil je me meenemen op je vlucht om Maartje te gaan bezoeken, terwijl je heel goed weet, dat ik al bij haar ben?’
Het blijkt er om te gaan dat door middel van zelfervaring de waarheid hiervan wordt ingezien. Tot dan kan het via uiterlijke dingen/verschijnselen worden aangedragen. De Zeemeeuw besluit met: ‘Onthoudt goed, dat ook als de waarheid niet gekend wordt, het toch de waarheid blijft.’
Het cadeau wordt gegeven: een fonkelende ring van wonderlijk licht, onverwoestbaar, onafneembaar. Hij is alleen te zien door de ontvanger, omdat de ring alleen door de gever gezien werd.
‘Je kunt nu boven de wereld uitstijgen. En als je weer neer wilt strijken, dan heb je antwoord op je vragen gevonden en je neerslachtigheid zal over zijn.’
Uiteindelijk is er de ontdekking dat men noch vogel, noch ring nodig heeft om boven de stille wolken te komen. En als die dag aanbreekt wordt er verwezen naar de mogelijkheid om de ring door te geven aan iemand waarvan je weet dat het geschenk goed gebruikt zal worden. Dat de enige dingen van belang van waarheid en blijdschap en niet van glans en glinstering gemaakt zijn.
Het is de laatste keer dat ‘ik’ bij Maartjes verjaardagspartijtje was. ‘Je kunt je geboortedag niet vieren, want je hebt altijd al geleefd. Je bent nooit geboren en nooit zal je sterven.’ ‘…en als wij dat willen zullen wij elkaar zo nu en dan ontmoeten, tijdens het hoogste feest, de nooit eindigende gemeenschap der mensen.’
Richard Bach moet de non-dualiteit ook gezien hebben. Het boek is zo ontroerend van schoonheid: het is een juweel. Het is een kinderboek, maar het lijkt me eerder geschikt voor volwassenen. Advaita, op en top.
[PdB]
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.