Richard King, Early Advaita and Buddhism
The Mahayana Context of the Gaudapadiya-Karika
State University of New York Press, Albany 1995
Boekbespreking door Arvind Sharma in Philosophy East & West, Vol. 48, No 4, Oct. 1998, pp. 661-663
De Gaudapadiya Karika wordt door bijna iedereen beschouwd als een van de eerste uitingen van wat later Advaita Vedanta zou gaan heten. Recent wetenschappelijk onderzoek heeft zich op drie onderwerpen geconcentreerd:
1. Wanneer is het geschreven en door wie?
2. Is het van de hand van één auteur of is het een samengesteld werk?
3. In welke mate is het beïnvloed door het Boeddhisme?
In zijn boek Early Advaita and Buddhism besteedt Richard King aandacht aan al deze vragen, maar vooral de laatste vraag vormt het brandpunt van zijn belangstelling. De conclusies van de auteur zijn dat:
1. De tekst gaat vooraf aan leven en werk van Shankara en het werk is waarschijnlijk niet van de hand van Gaudapada.
2. Het is een samengesteld werk.
3. In alle onderdelen zijn er duidelijk aanwijsbare boeddhistische invloeden en wel van de twee voornaamste scholen van het Mahayana Boeddhisme in India: Madhyamaka en Yogacara.
King’s analyse van het feit op welke wijze Madhyamaka en Advaita verschillende richtingen inslaan, nadat ze op hetzelfde kruispunt zijn aangeland, is zeer verhelderend. Het kruispunt in kwestie betreft de alledaagse noties omtrent dualiteit en verandering. In het debat over de status van een object en zijn verschillende manifestaties accepteren de boeddhisten de empirisch waar te nemen veranderingen, maar ze accepteren niet dat er een onafhankelijke realiteit is die deze veranderingen ondergaat. Dit is de doctrine van het niet-zelf. In Advaita Vedanta daarentegen wordt datgene wat de veranderingen ondergaat wel geaccepteerd, maar wordt een ultieme realiteit ontzegd aan de zich manifesterende veranderingen. Op basis van dit onderscheid laat King zien dat de doctrine van niet-ontstaan (ajativada) in de Gaudapadiya Karika gebaseerd is op het begrip van het niet-opkomen (anutpada) van dharma’s in Madhyamaka. Deze doctrine in de Gaudapadiya Karika is echter gebaseerd op een absolutistische (mis-)interpretatie van Nagarjuna.
De discussies in de Gaudapadiya Karika betreffende de gelijkheid van droom- en waaktoestand en de doctrine der non-dualiteit (advaya) van het bewustzijn worden geïdentificeerd als door Yogacara geïnspireerde thema’s. Niet alleen Madhyamaka en Yogacara invloeden worden getraceerd, maar King suggereert dat er ook nog andere invloeden zijn, welke tot nu toe aan de aandacht ontsnapt zijn.
Een punt van kritiek met betrekking tot dit boek is het feit dat King de schrijver(s) van de Gaudapadiya Karika schuldig acht aan het opleggen van een absolutisctische ontologie aan de overwegend niet absolutistische teksten van Madhyamaka en Yogacara. Zou het niet meer gepast zijn om te stellen dat de auteur(s) van de Gaudapadiya Karika een absolutistische ontologie ontlenen aan de genoemde teksten? Is de door King geuite bewering wel relevant, vooral gezien het feit dat de Gaudapadiya Karika helemaal niet pretendeert om het boeddhistische gezichtspunt weer te geven? Men kan de auteur(s) van de Gaudapadiya Karika verwijten boeddhistisch koren voor de molen van Advaita te hebben gebruikt, maar Advaita doet hetzelfde ten aanzien van de Vedische teksten.
(J.C.)
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.