4-14 In het primaire leven is er toch een stil zelf-zijn dat continu blijft registreren

Jaargang 4 nr. 14 (22 september 2003)

Gelukkig komt steeds meer het bewustzijn op dat de ‘normale’ situatie met gescheidenheid en lijden een fictie is. Het is bijzonder te zien hoe tal van mensen deze situatie en daarmee zichzelf loslaten. Ze merken dan pas hoe eenvoudig dat is: het ontspannen in helderheid. Dan wordt de eenheid duidelijk, als onbeperkt bewustzijn en alles accepterende gelukzaligheid. Fundamenteel blijft dan het onuitsprekelijke.

Voor zover mogelijk spreken we hierover. De tekst van de laatste woensdagavond (17 oktober, over ongeconditioneerd bewustzijn, creativiteit, etc.) wil Peter opnemen in de serie van cassettebandjes die direct verkrijgbaar zijn (zie bijlage vorige Advaita Post). De inleidende ‘Lezing’ van 1 september 2002 gaat er dan uit.
Voor alle duidelijkheid: de tekst van elke avond kan bij Peter worden opgevraagd (kosp@planet.nl).

Het weekend op de Hoorneboeg is al over een paar weken. Het thema is Bewust-zijn, maar zoals altijd is het gesprek vrij, zodat tal van onderwerpen aan de orde zullen komen. Bewustzijn zullen we aan een onderzoek onderwerpen, om precies te zien wat de verschillende vormen en de fundamentele aard is. De realisatie dat Jij ongeconditioneerd bewust-zijn bent, betekent de bevrijding van alle beperkte vormen. Info bij Lies en Leo 0182-374585.

De boekenbrochure van uitgeverij Advaita Centrum (nu al 12 boeken!) is meegestuurd met het tijdschrift InZicht. Degenen die deze brochure nog niet hebben en graag willen inzien, kunnen deze opvragen bij Odile, 0182-373427, bbr@kabelfoon.nl. In ieder geval liggen er bij de bijeenkomsten genoeg exemplaren.

Tekst
Gesprek 5 april 2003 op de Hoorneboeg, deel 1
Stilte
[opm.: de stilte-perioden tussen de gesproken zinnen zijn niet aangegeven]

Het thema is stilte. Dus je weet wat je te wachten staat.
Maar het gaat natuurlijk om het bewust zijn van jezelf als stilte. Er zijn altijd wel stilteperiodes, maar ons gaat het er nu om daarvan te leren, om je bewust te worden van jezelf als stilte. Daarom is het misschien toch goed om op een paar dingen te wijzen.

Let eens op de geluiden en op het wegvallen van het geluid. Je bent gericht op het geluid, je bent je bewust van het geluid en even later valt het geluid weg. Dan zeg je: het is stil. Even later komt er weer een ander geluid op. Toch kan de stilte aanblijven. Waar zit die stilte? In de buitenwereld is haast altijd geluid. En toch is er een herkenning van blijvende stilte. Er is een hele drukte aan beelden in de wereld. En toch is er een ervaren van stilte. Dat ervaren van stilte is in ieder geval ook een ervaren van een dimensie in jezelf waarin je die stilte herkent, waarvan je vaststelt: dit is stilte. Als je je zo bewust wordt van stilte, dat je ook jezelf ervaart als stilte, dan is het duidelijk: jezelf als bewustzijn, jezelf als het weten van alle drukte in de wereld, van het geluid en de beelden in die wereld, het vasttellen ervan, dat is stilte. Maar, het is goed om preciezer te kijken naar wat dat stille weten nu eigenlijk is.
In de gewone wereld van alledag kijk je af en toe even terug en dan kun je het verhaal vertellen van de afgelopen dag, van de dingen die gebeurd zijn. Iemand vraagt je ernaar en je kunt zeggen wat je gedaan hebt. Blijkbaar is het zo dat door de dagen heen er een bepaalde registrerende instantie in jezelf aanwezig is. Psychologisch kun je dat geheugen noemen, maar dat zegt natuurlijk nog niks. Terwijl je bezig bent met alles, met alle activiteiten van de dag, is er blijkbaar een bepaalde instantie in jezelf die dat alles registreert zodat je dat achteraf ook nog eens kunt vertellen aan anderen. Of wanneer je ter verantwoording wordt geroepen, kun je zeggen: “Ja, dat en dat heb ik gedaan.” Dat is blijkbaar een voortdurende functie van het weten, het ‘geweten’, dat blijkbaar alles registreert. Natuurlijk kun je het in de psychologie oppikken en het als een bepaalde functie zien, een geheugenfunctie, een bepaalde reflexieve denkfunctie, maar wanneer je preciezer gaat kijken, heeft het weinig met het denken te maken. Het is alleen een registratiefunctie.
Natuurlijk zitten er persoonlijke elementen in, want het verhaal achteraf is altijd persoonlijk gekleurd. Alleen al het feit dat de gebeurtenissen geregistreerd zijn, geeft echter aan dat het proces niet op dat persoonlijke niveau van het denken aanwezig is. Je kunt namelijk ook over het reflexieve denken weer een verhaal ophangen, bijvoorbeeld: ik had eerst zo gedacht en toen dacht ik dit te moeten doen. Dus de registratie vindt niet plaats op het niveau van het denken en van het voorstellen. Want ook van deze psychische functies heb je weet, ook die worden geregistreerd. Het is iets dat voorafgaat aan het denken, voorafgaat aan de vormen, maar dat wel zo’n registrerende functie heeft. Dat noemen we nu het bewustzijn. Natuurlijk is dat vaak niet een helder bewustzijn zodat je precies alles kunt reconstrueren of weergeven, nee, het is iets wat veel meer op de achtergrond aanwezig, veel ruimer is, veel stiller is. Wanneer je bezig bent met je activiteiten, heb je daar blijkbaar het zwaartepunt van je aandacht en identiteit, maar toch blijft die registratie van bewustzijn doorgaan.
Waar het nu om gaat is om die registrerende functie te herkennen als je eigen zelf-zijn. Als je dat naar voren wilt brengen, is dat altijd moeilijk. Je moet je namelijk uitdrukken in een objecttaal, in een psychologische taal. Als mensen vertellen wat ze gedaan hebben, is dat dankzij een bepaalde psychische functie en dat past in het geheel van de psychische functies. Dan kun je alles mooi in kaart brengen met schemaatjes en zo, en dan lijkt het duidelijk. Maar, als je de situatie van jezelf bekijkt, zie je dat het registreren niet zomaar een mechanisme is dat ook een robot kan hebben, of een cassetterecorder die ook registreert. Nee, het is iets van jezelf als eerste persoon. Aan jou wordt gevraagd: “Wat heb je gedaan?” Dan zeg je: “Dat en dat heb ik gedaan.” Je wordt aangesproken als eerste persoon en je vertelt iets van jezelf als eerste persoon. Die registratiefunctie, dat bewustzijn, dar (ge)weten, dat ben je dus helemaal zelf. Je ervaart soms dat je dat meer zelf bent dan datgene wat je gedaan hebt. Dan vraag je je af: “Heb ik dat gedaan?” Dan zie je dus dat het zwaartepunt niet meer in die activiteit ligt, maar veel meer in die registratiefunctie, in het bewustzijn. Vanuit het bewustzijn kijk je terug en herken je jezelf: ja, dat was ik daar op die oude foto; maar ben ik dat? In zekere zin wel, in zekere zin niet. Voor zover je meer bent dan dat jongetje of meisje op de foto, zit je op het niveau van de stille getuige, dat stille bewustzijn, dat daar kennis van heeft. Tijdens dat stukje leven dat je primair leefde had je er een bepaald weten van en vanuit dat weten kun je nu zeggen: “O ja, dat en dat gebeurde er toen.”
Je ziet hoe je standpunt of in ieder geval het zwaartepunt van je identiteit kan veranderen. Je kunt heel duidelijk in het stille bewustzijn aanwezig zijn en van daaruit alles aanschouwen. Als eerste persoon heb je dus verschillende mogelijkheden. Je kunt primair leven met primaire reacties, maar het is ook mogelijk dat je veel meer beschouwelijk gaat kijken. Dan heb je een ander standpunt. Natuurlijk, wanneer je primair in het leven staat, is er natuurlijk ook al een ik, daar zit ook al een stuk zelf-zijn, maar wel onder de omstandigheden van dat primaire leven. Maar, altijd is er ook enigszins een beschouwelijk standpunt van jezelf, zodat je over je handelingen kunt praten. Het is belangrijk om te zien dat, ook al zit je primair in je lichaam en leven, jezelf als registrerend bewustzijn ook aanwezig blijft. Ook al ben je je er niet zozeer bewust van, er is een stuk zelf-zijn met helderheid dat continu blijft registreren. Wanneer je je daar richt, krijg je een verschuiving van je zwaartepunt naar dat beschouwelijke vlak. Dat gebeurt bij alle mensen regelmatig. Dan merk je dat je niet meer zo direct geïnvolveerd bent in dat leventje. Je ziet het gebeuren, je hebt er wel een relatie mee, maar je ervaart je nu primair als bewust-zijn. Dus ook in dat directe leven van alle dag, zie je dus dat je als bewust-zijn op een stille manier aanwezig blijft. Daarin ben je niet betrokken in de wervelingen van het leven van alledag. Het is een gebeuren dat altijd doorgaat. Wanneer je je zwaartepunt daar langzamerhand naartoe laat verschuiven door er een klein beetje op te letten, door een klein beetje afstand te nemen, dan herken je jezelf steeds meer als dat stille bewust-zijn.

Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Verdwijnende scheidingen

    Douwe Tiemersma
     

    Verdwijnende scheidingen

    Proeven van intercultureel filosoferen

    276 pagina’s, paperback

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod