4-18 Je bent het universele zelf-zijn waarin je zelf-zijn samenvalt met het zelf-zijn van alles

Jaargang 4 nr. 18 (18 november 2003)


Het Programmaboekje eerste half jaar 2004 is verschenen (met dank aan Mariella en Leo). Het is te krijgen op de bijeenkomsten, maar ook door het aan te vragen bij Odile (zie Info-bijlage: stichting Openheid).
De informatie in dit programmaboekje over de retraite op Schiermonnikoog (de eerste in februari) is als bijlage te vinden. Een aanvullende website voor zomerhuisjes van particulieren is: http://www.op-schiermonnikoog.nl/schiermonnikoog/schiermonnikoog.php
Wieke neemt het komende jaar de organisatie van de retraites over van Lies en Leo die de weken op Schier in de afgelopen drie jaar voortreffelijk hebben georganiseerd. Lies en Leo: hartelijk dank.

Vanuit Brugge kreeg ik de vraag naar 'zelfstandigheid en de leraar'. Het onderstaande stuurde ik terug. Het is waarschijnlijk ook buiten Brugge relevant.
1. Het gaat om ieders vrijheid en openheid in radicale zin. Dat houdt ook in een radicale zelfstandigheid en onafhankelijkheid.
2. De onafhankelijkheid betreft alle externe en interne condities. Het gaat om een opheffing van beperkingen van je eigen zijnswijze, je eigen identiteit. Als dit zich volledig doorzet, hoeft er niets meer te gebeuren. Als dit zich niet verwezenlijkt, blijkbaar wel.
3. In die laatste situatie kan er een herkenning zijn van wat iemand zegt, doet of is, waardoor die vrijheid en openheid zich meer kan manifesteren. Diegene is dan blijkbaar je leraar op dit punt. Er is niet zomaar iemand met een bordje 'leraar' op de deur. Alleen in de praktijk kun je zeggen dat je van iemand iets hebt geleerd.
4. Dit leren vindt plaats vanuit je eigen zelfstandige zelf-zijn. Van daaruit stel je vast of je iets hebt geleerd en of het de moeite waard is je open te stellen voor wat hij of zij leert. Dit openstellen is geen afhankelijk worden, want wat geleerd wordt is juist vrij te worden.
5. Je open stellen doe je voor de openheid die je in of via de ander ervaart, nergens anders voor. Dat is de openheid die zich dan sterker gaat manifesteren en oplossend werkt.
6. In de traditie vind je de uitspraak - en zo heb ik dat ook ervaren - dat de aanwezigheid van een gerealiseerde openheid doorslaggevend is bij de werkelijke verlichting.
- Ik hoop dat dit duidelijk is. Het gaat niet om een algemene leer die je al of niet verdedigt. Houd het eenvoudig, door bij je eigen ervaring te blijven.

Het Advaita Centrum kan worden gehuurd op de tijden die vrij zijn. Neem voor informatie contact op met Willie Oudejans (033 - 4943809; willemiena@hetnet.nl). Zij kijkt of de activiteit past en of de data nog open staan. Echte Advaita-bijeenkomsten gaan vóór activiteiten die dat niet zijn.
De huur voor de grote zaal is: voor kleine groepen (tot totaal 10 mensen ) € 40,- voor grotere groepen € 45,- per dagdeel, inclusief het gebruik van de kleedkamer.
De huur van de kleine zaal is € 30,- per dagdeel, inclusief het gebruik van de bibliotheekruimte.
Deze huurprijzen zijn inclusief het gebruik van yogamatten, kussens, meditatiebankjes, stoelen, kopjes, thermoskannen, waterkoker, koffiezetapparaat, geluidsapparatuur en het gebruik van de keuken en toiletten.

Als bijlage vindt u het tweede en laatste deel van het interview met Willem.

Tekst

Gesprek 5 april 2003 op de Hoorneboeg, deel 5
Eén-zijn en het spiegelende bewustzijn

Als je in het stille bewustzijn zit, is er dan nog verschil tussen mij en hem of jij ...?
Nee.

Zitten we dan in die grote soep van het totale bewustzijn?
Juist omdat er geen speciale identificatie is met een bepaalde vorm, is er een herkenning van het oorspronkelijke zonder vorm. En dat is één, dus dan is er niet meer iets 'anders'. Zodra je geïdentificeerd bent met iets speciaals, is er het eigene en het andere, dan is er een ik en dan is er een jij en een hij en een zij tegenover je. Dat komt door een beperkte identificatie. Wanneer de beperkte identificaties verdwijnen, kun je niet meer zeggen dat er een ik is dat verschilt van een ander.

Toch is er ik, als ik in dat stille bewustzijn zit ...
Er is een zelfzijn.

Dus je bent ik en je bent het toch niet.
Over het hoogste zuivere zelf-zijn kun je nauwelijks zeggen dat het zelf-zijn is. Als alle kwaliteiten zijn verdwenen, ook het zelf-zijn, noem je dat het absolute. Maar het eerste dat opkomt is het universele zelf-zijn. Dan valt je zelf-zijn samen met het zelf-zijn van iedereen en alles.

Is dat ook geconditioneerd, of is het zo open ...
Conditioneren betekent dat je je weer identificeert met een bepaalde vorm onder bepaalde condities. Die vormen komen op onder bepaalde condities. Maar voorafgaande aan die condities en die vormen is er blijkbaar dat hele stille aanwezig zijn.

Het lawaai is niet het lawaai zelf, neem ik aan, maar wat je ermee doet, hoe je ermee omgaat. In die zin is het ook niet afhankelijk van zintuigen ...
Precies. Als je het bekijkt op het niveau van de zintuigen, komt het geluid je oor binnen en de trilling wordt van het trommelvlies overgedragen aan een hamer, aambeeld, stijgbeugel. Op een gegeven ogenblik komen de impulsen van de gehoorszenuw in de hersenen terecht. Maar dit alles zegt natuurlijk niks. Dan komt de interpretatie en die is ook niet nodig.

Het leven gaat gewoon door, als je er niks mee doet?
Dat zien is het doorslaggevende. Wanneer de wereld van de verschijnselen opkomt, wat gebeurt er dan? Als alles vrij blijft en er geen vaste structuur en identiteit wordt gemaakt, dan blijft er openheid. Dan blijft de stilte aanwezig. Dus zelf-zijn als stil zijn blijft aanwezig. Dus het één zijn blijft aanwezig.

Ervaar je bij dat één-zijn dat elke vorm in jou verschijnt, en dat je dat bent?
Ja.

Als je naar iemand anders kijkt dan ben je die ander, als je naar een boom kijkt dan word je die boom.
Je wordt de boom niet, alles wat opkomt is in de sfeer van zelf-zijn.
Het functioneren vindt op alle verschillende niveaus tegelijkertijd plaats. Je weet donders goed wat het betekent zintuiglijk achter je ogen te zitten en dingen op je af te zien komen. Natuurlijk ken je dat. Alleen, de dingen hebben niet de hardheid van de situatie waarin je geïdentificeerd bent op dat standpunt. Wanneer alles open is heb je je standpunt niet op dat niveau, er is dan geen hardheid, geen vorm is dé werkelijkheid. Je ziet de vormen en deze hebben wel een zekere werkelijkheid, ja, een betrekkelijke werkelijkheid op dat niveau. Maar omdat dat niveau maar een van de vele is en zelf ook erg betrekkelijk is, accepteer je dit en duik je er niet in.

U zegt: 'Je kent dat'. Maar dat is toch een heel andere manier van kennen?
Het is een direct weten.

Ja, maar alleen dat het er is, toch?
Daar ging het om, om te herkennen dat de wereld er is in zijn betrekkelijkheid. Een direct zien en doorzien, een direct weten. Ze mag er best zijn. Ze is niet beperkend.

Het is moeilijk om het in woorden uit te drukken, want dat onbeweeglijke is die spiegel die je noemt; het is drie-dimensionaal; het is elk puntje van die onbeweeglijkheid; het is niet locatiegebonden, het is overal. Het is een soort oplichten eigenlijk ...
Je hoeft het onbeweeglijke spiegelen alleen maar te herkennen. Woorden worden nog gebruikt om te verwijzen naar een bepaald type van ervaring waarin het gaat om het zien dat de verschijnselen opkomen in je spiegelende bewust-zijn.

Het is een soort oplichten van het bewustzijn zelf ...
Dan zeg je het nog te veel in de derde persoon. Ga terug naar je ervaring van zelf-zijn. Daarin is een helderheid waarin iets kan verschijnen. Verder niet.

Dat ben je zelf?
Dat ben je zelf.

Eerste bijlage

Info-bijlage (kies 'annuleren' als u na het aanklikken van de link wordt gevraagd om een naam en wachtwoord in te voeren)

Tweede bijlage

Informatie over de retraite op Schiermonnikoog (kies 'annuleren' als u na het aanklikken van de link wordt gevraagd om een naam en wachtwoord in te voeren)

Derde bijlage

Laat alles er maar zijn
Interview met Willem Steetskamp Deel 2
Patricia van Bosse

Je zei dat het proces van eenheid brengen in de fragmenten van het leven doorging. Kan je dat nog eens uitleggen?
Heel lang heb ik van die onderliggende laag ook een zelfje gemaakt, mijn meest intieme zelf, het meest kostbare dat ik aan bijna niemand durfde laten zien. Daarmee had ik het leven gefragmenteerd. Dat gaf een wat gespleten situatie, hier had ik dit masker op en daar dat. Het was niet zo heel uitgesproken, maar toch kunstmatig.
Alles is minder kunstmatig geworden, ik voel me niet meer zo verplicht tegenover anderen, niet meer zo schuldig, niet meer zo braaf. En ik heb minder de neiging ergens over te oordelen. Iemand die iets ‘raars’ heeft, daar ben ik niet zo verschillend van, niet alleen op dat diepste niveau, maar ook in de manifestatie.
Dat had ik vroeger al met de psychiatrische patiënten, toen ik jong was schrok ik daar wel van. Alles wat je bij hen uitvergroot ziet, herkende ik. Al die neurosen, complicaties, beperktheden. Het is bij de een wat uitgesprokener en bij de ander weer een beetje anders, maar ik herken het allemaal. Alles heb ik in een of andere mate zelf ook of ook gehad.
En dan kom ik op een punt dat misschien de moeite waard is om iets over te zeggen, omdat anderen dat kunnen herkennen. Op een gegeven moment heb ik een knop omgedraaid en heb ik al die dingen die ik er zo lang niet had willen laten zijn: alle spanningen, problemen, negatieve gevoelens, toegestaan er te zijn. Omdat ik ze er niet wilde laten zijn gaf ik ze kracht. Daarmee nam ik ze te serieus, ik fixeerde ze, dan krijgen ze schijnbaar soliditeit. Je kan echt iets materialiseren, ook in je lichaam. Wat is bijvoorbeeld reëler dan een harde maag, dat voel je toch echt als je er op drukt, maar het is iets wat je hebt gemaakt. Dat blijkt als je dat niet meer doet, als je daar mee ophoudt en zegt: alles mag er zijn, alles krijgt de ruimte, alles mag zich openbaren. Ik kon dat toen dus wel doen vanuit een zeker besef dat al ruimer was dan de beperkte ruimte van die problemen. In die periode kon ik niet werken, ik heb rustig de tijd genomen en alles er uit laten komen.

Hoe was je ertoe gekomen om die knop om te draaien?
Er waren lichamelijke en psychische klachten en daar wilde ik vanaf. Ik ging therapieën volgen, ik functioneerde niet meer op mijn werk, ik werd steeds hopelozer en raakte meer en meer in de war. Ik kreeg fobieën, durfde niet meer mijn huis in en ging maar in het bos wandelen, maar dan waren daar bepaalde vormen vreselijk angstaanjagend. Ik zag dingen die er niet waren. Ik probeerde het te verhelpen, het weg te krijgen en dat was de vergissing. Het was echt erg, en toen was er het moment dat ik zei: laat het er dan maar zijn. Kennelijk wil zich iets laten zien wat ik al die jaren niet heb gezien en niet heb willen zien. In feite is dat het enige dat ik gedaan heb, dat ik heb toegestaan: laat het maar zien. Net als Douwe nu zegt: laat het er maar zijn. Dat gold hier eigenlijk ook voor: laat het er maar zijn. Het heeft wel tijd genomen, want het had ook tijd gekost om het op te bouwen. Een half jaar heb ik niet gewerkt, geen verplichtingen, geen feestjes, niets, alleen maar dit. Toen is alles eruit gekomen.

Had je toen enige begeleiding?
Nee, de psychiater gaf me pillen waarvan ik alleen maar meer in de war raakte en raadde me een psycholoog aan die vragen stelde over het verleden. Dat kon ik hem allemaal wel vertellen. Mentaal kon ik het precies op een rijtje zetten, maar dat hielp niet. Het zat heel ergens anders, in een laag die niet met denken te maken heeft. En dat moest op een andere manier oplossen. Dat kwam vanzelf, dat gebeurde gewoon.
Het schakelmoment was toen ik kon zeggen: laat het er maar zijn, volledig, zonder iets achter te houden. Het was niet ziekmakend wat er was, maar mijn houding dat het er niet mocht zijn, was ziekmakend. Al loop ik te schreeuwen en te janken, dat is niet ziekmakend. Ziekmakend is als dat niet mag. Dus laat er maar schreeuwen en janken zijn. Op een gegeven moment was er lachen, urenlang lachen.
Het was misschien een voordeel dat ik op mijn werk veel extreem gedrag heb gezien. Daarom kon ik het misschien gemakkelijker voor mezelf toelaten. In de loop van dat halve jaar is het heel langzaam tot rust gekomen.
Ik had de neiging tot zelfcensuur. Het betekent dan toch dat je het kleine zelf vreselijk belangrijk vindt. Het is jarenlang opgebouwd en kan heel lang doorgaan omdat niemand je vertelt hoe het werkelijk in elkaar zit. Het systeem bevestigt je erin.

Je was al lang een spirituele zoeker, had je in deze situatie iets aan alles wat je had geleerd en ervaren?
Dit had ik nooit ergens geleerd of herkend. De kracht was zo sterk geworden dat er een soort ommezwaai kwam, niet van buiten, niet bedacht. Maar het was wel eerst hoog opgelopen, toen gebeurde het gewoon, spontaan.
Ik had lang meegedaan in groepen rond Sri Aurobindo. Nee, vanuit die invloed was er zeker geen herkenning van dit proces. Daar zijn nogal strenge regels: geen seks, niet roken, alles moet zo zuiver mogelijk zijn. Het lijkt heel spiritueel om dat zo aan te houden, maar het is een beperking die je jezelf oplegt met het idee dat je daar de ruimte door krijgt. Voor mij dekte het ook een angst af om iets niet goed te doen. Het functioneerde als een alibi om bepaalde dingen niet aan te hoeven. Als je aan yoga doet en spiritueel bezig bent, dan kan je ‘de grote wereld’ laten voor wat hij is en hoef je bepaalde moeilijkheden in jezelf niet onder ogen te zien, zo werkte het voor een gedeelte bij mij.
Toen ik begin twintig was, had ik een indringende ervaring. Van yoga of meditatie wist ik helemaal niks. Voor het slapen gaan maakte ik een ommetje en kreeg toen opeens een sterke aandrang naar huis te gaan en op de grond te gaan liggen. Toen verdween alles, gedachten, gevoelens, lichaam, alles verdween. Er was iets onbeschrijfelijks waar ik nooit een goed woord voor heb gevonden. Al heel gauw kwam er op een of andere manier angst op en alles kwam terug. Maar die ervaring heeft een zo diepe indruk gemaakt dat ik vanaf die tijd ‘een zoeker’ ben geweest.

Na die periode waarin de spanningen waren weggeëbd was de stille achtergrond op de voorgrond gekomen. Dat is wat Douwe alleen maar hoefde te bevestigen en te zeggen laat het maar doorgaan.
Ja, en er was een overwinning van het taboe om dat er te laten zijn. Dat is heel raar dat je een taboe kan hebben op dingen die heel erg mooi zijn, een taboe op echte vreugde, zuivere schoonheid. En dat inderdaad alles mag wegvallen. Wat over blijft is niet iets wat je kan aanwijzen, maar als er iets is dat vervulling geeft, is het dat, dan heb je verder ook niets meer nodig. Door ervaring leer je het kennen en er op vertrouwen. Dan is het als een vliegwiel dat op een gegeven moment wat momentum krijgt en dan uit zichzelf doorgaat, dat je niet meer kunt stoppen. Als je denkt: nu maar even niet verder, als er even zo’n angstje opkomt - waar leidt dit heen, dit wordt wel groots, wel veel - dan zie je het volgende moment toch dat het een constructie was, een deel van de illusie en dan is het zo weer weg. En dat kan maar doorgaan, eindeloos ver voorbij alles, het ongeconditioneerde dat niets nodig heeft, werkelijk niets nodig heeft.

Daarmee is de vraag van leven of dood ook weg.
Het is het besef van die fundamentele totale onafhankelijkheid. Ik weet ook niet hoe ik zou reageren als ik zou horen dat ik morgen doodga, ik geef geen enkele garantie. Maar in dat totaal vrije ongeconditioneerde kan alles wegvallen. In de aanwezigheid van Douwe en in alles wat we zo met elkaar meemaken wordt dat steeds weer bevestigd, steeds weer aangeraakt, waardoor dat gevoel van het is oké, dat mag er zijn, steeds wordt bevestigd.
Ook in de groep is er vaak die bevestiging, een blik, een opmerking, een bepaalde manier van bij elkaar zitten. Die ontwikkeling gaat nog steeds door. Douwe zegt ook vaak: het gaat zo nauw luisteren, op steeds subtielere terreinen speelt het. Als je iets vast wilt houden, toch iets voor jezelf wilt houden, iets waarvan je zegt: dit is van mij, of zo zit het, dan sluit je daarmee iets af. Ik merk dat soms op de avonden. Dan wordt er gepraat en dan denk ik, heb ik dit of dat eigenlijk wel goed begrepen? En weg is de grote ruimte! Dan merk ik hoe snel je je toch weer beperkt door te denken. We horen het steeds van Douwe: je moet door de woorden heen kijken en als dat even niet gebeurt, dan heb je er weer een systeempje van gemaakt. Dan laat ik los en is er weer die grote ruimte van het ‘niet-weten’. We zijn zo vaak op de vlucht voor niet weten en dan dreigen we dit ook weer aan te grijpen om het op een rijtje te krijgen, het gevoel te hebben zo zit het dus in elkaar. Daar heb je zekerheid, houvast aan, terwijl het er juist om gaat dat ook los te laten. Als je motief is om weer houvast te hebben, dan kan je aan Advaita ook weer houvast hebben. Maar als je dat doorziet, dan kan je het loslaten, vaak met een zucht: heerlijk, die blokkade is weer weg en het mag weer doorgaan. Dat wordt steeds subtieler.
Boeken lees ik steeds minder. In al die boeken wordt verwezen naar dat. Als je daar de smaak van hebt, hoef je niet steeds weer te gaan lezen, weer woorden te gebruiken die daarnaar verwijzen. Af en toe lees ik wel iets, maar het wordt steeds minder.

Fotograferen doe je wel nog steeds?
Dat doe ik heel luchthartig, met plezier. Niet meer zo fanatiek als ik het gedaan heb, vroeger ontleende ik er waardering aan van anderen. Maar ik ben visueel ingesteld en ik houd van mooie dingen.
In de zomer heb ik veel naar die plant gekeken, hoe zich blad voor blad ontvouwde. Er was eerst alleen zo’n scheut, zo’n sprietje, niets was het en dan ontvouwt zich zo’n palmblad. Waar het vandaan komt? Een wonder van de schepping en dat in je eigen kamer. Maar ook vormen, zomaar allerlei vormen, die stoel met die lichte welving, dat is zo mooi, dat is bijna seks. Het zijn heel gewone dingen die er zijn waar ik zo van kan genieten. Hoe het licht hier binnenvalt, dat kleurverschil tussen dat donkere blad en dat lichtere van die nieuwe scheut.
Zo langzamerhand worden binnen en buiten een geheel. Het was hier veel donkerder, ik heb nogal wat veranderd. En waren kasten met boeken langs de wanden, heel veel boeken. Daarvan heb ik er veel weggedaan.

Je hebt nog wel veel muziek
Maar ik draai ook niet meer alles. Wel de cantates van Bach, dat komt rechtstreeks uit een of ander domein dat zelden verkend wordt.
Er is een enorme lichtheid gekomen. Ik hoef ook niet meer op vakantie naar een ver land. Alles is hier aanwezig.

Geen reizen meer naar India?
Misschien wel, dat weet ik niet. Ik heb India een heerlijk land gevonden, er is iets aanwezig van een eeuwenoude wijsheid. Als ik terugkwam in Nederland had ik het gevoel dat het hier nog heel jong was, maar dat je in India met die oude diepe wijsheid heel gemakkelijk in contact kan komen. Het hangt als het ware in de lucht, je gaat meetrillen. Als je er een beetje een opening voor hebt, gebeurt het meteen. Bij de mensen zie je dat de bhakti, de devotionele kant er sterk aanwezig is. Niet alleen in Ashrams, maar bijvoorbeeld als je in een bus zit en de Ganges oversteekt. Iedereen wordt dan even stil uit eerbied voor de rivier. Of een chauffeur van een bus die even stopt bij een heilige boom om een wierookstokje aan te steken. Het zijn rituele handelingen, maar er zit een authentiek gevoel onder. Het is er vaak erg smerig en vervallen, vaak erg druk, een complete heksenketel, maar onderliggend is een immense stilte en schoonheid. Zo heb ik dat hier nooit ervaren. Ik voelde me daar meer thuis dan ik me hier ooit thuis had gevoeld. Ik had steeds heimwee naar India, maar nu dus niet meer. Misschien ga ik nog wel een keer, maar het hoeft niet meer.
Wat er is, is er altijd, wat zich ook voordoet, die smaak ervan is er altijd. Je hoeft niets te doen om er naar terug te gaan. Het is zo eenvoudig, zo dichtbij, dat zelfs dat woord het te ver weg laat zijn. Er kunnen complicaties zijn op een bepaald niveau, praktische problemen. Het is prettig als ze er niet zijn, maar het maakt eigenlijk niets uit.
Het is ook heerlijk dat er geen systeem is, geen programma dat je moet uitvoeren, geen voorschriften, niets. Wat er altijd is is de essentie, met de kwaliteiten die daar in zitten. Alle vervulling is daarin te vinden en als je de smaak hebt van oorzaakloos geluk dat niets nodig heeft, kan je verder alles overlaten. Het verleden vervaagt, de toekomst vervaagt ook. Alleen dat wat er altijd is, blijft steeds duidelijker aanwezig.


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod