4-2 Vrijheid is het openbreken van het systeem persoon-wereld

Jaargang 4 nr. 2 (27 januari 2003)


De vorige woensdagavonden spraken we over onthechting. Dat heeft, gezien de mailtjes, veel losgemaakt. Door eerst precies te gaan zien wat hechting is, kan onthechting op een goede manier plaats vinden. De hechting betreft niet de dingen en de mensen in de wereld, maar de hele sfeer van persoon-wereld. Als we als persoon de dingen zouden moeten opgeven, zou dat alleen maar tot meer problemen leiden. Het gaat om de fundamentele relativering van alle gescheidenheid vanuit de Ruimte van bewust-zijn. Deze onthechting zal radicaal moeten zijn, omdat elke hechting, hoe subtiel ook, het lijden laat voortduren.

Het bestuur van Stichting Openheid heeft besloten twee ruimtes extra te huren. Het zijn twee kleine lokalen op dezelfde verdieping als het Advaita Centrum. Er waren huurders voor, zodat de Stichting nu moest beslissen. Haar besluit werd vooral ingegeven door de mogelijkheden die er nu voor activiteiten zijn, terwijl deze, in ieder geval voorlopig, zouden worden afgesloten als anderen die ruimtes zouden krijgen. De huurperiode is voorlopig twee en een half jaar. Aan het eind ervan maken we de balans op.
In de komende tijd hoort u wel wat voor extra activiteiten er komen. Als u ideeën heeft, stellen we het op prijs deze te horen. Financieel is het nodig dat we de ruimtes ook aan derden verhuren. Dus ook over verhuur horen we graag suggesties.

Zo nu en dan raad ik mensen aan hun ervaringen op schrift te zetten. De belangrijkste functie daarvan is de noodzaak om precies te gaan kijken naar de eigen situatie. Je wordt dan gedwongen om nog preciezer dan anders alles onder ogen te zien. Als voorbeeld ter navolging is als bijlage een beschrijving van Niels opgenomen.

Volgende week zal er zeker geen Advaita Post uitkomen, omdat we dan de winter-retraite op Schiermonnikoog hebben. Sommigen hopen op veel sneeuw en ijs, anderen op een beetje voorjaar. We zullen zien. In ieder geval is een korte doorbreking van het dagelijkse patroon nuttig. Het thema is Stilte.

Ten slotte is er nog een nieuwjaarswens van Juliane uit de Ardennen. Ook al zitten we nu al tegen februari aan, haar stukje is leerzaam – zie bijlage.

Nieuwe cassettebandjes van gespreksopnames zijn te bestellen bij Peter, zie bijlage.

Tekst

Uit een gesprek op Schiermonnikoog, 14 juni 2002, deel 2
De beperkingen en de idee van vrijheid

Ook heb je als persoon met interne beperkingen te maken. Als persoon, als een ik, heb je nu eenmaal je eigen beperkingen. Je hebt nu eenmaal een bepaald mentaal apparaat en een bepaald systeem van begrippen. Daar werk je mee, daarmee kun je veel begrijpen. Maar, het is duidelijk dat je op het niveau van ik-denk heel gauw grenzen ontmoet. Het begripssysteem en de logica is niet geschikt om alles te begrijpen. Het denken is beperkt. Ook je gevoelens en emoties zijn beperkt en beperken je. Op dat gevoelsniveau van de persoon zit je aan die gevoelens en emoties vast. Ze bepalen je wereld, ze bepalen je zelf op een bepaalde wijze.

Wanneer je dat allemaal ziet, die interne en externe omstandigheden die inherent zijn aan het persoonlijke bestaan, kun je zeggen: och, dat is de menselijke situatie; daar hebben we nu eenmaal mee te maken; we kunnen er niet omheen en we moeten er maar het beste van zien te maken. En toch is er de idee van absolute vrijheid. Dat is heel gek. Dus die praktische situatie van mensen in de wereld wordt bepaald door de beperkende bepalingen die daarbij horen. En toch zeggen ze: er is vrijheid; in ieder geval kunnen we een beetje vrijheid krijgen, wanneer we het een beetje slim inrichten. Sociaal gezien, is er een bepaling van de een door de ander. Toch is er een streven naar een maximale vrijheid van het individu. Een volledige individuele vrijheid kan niet, want dat gaat ten koste van de anderen. Zo krijg je onvermijdelijk het schipperen, zoals dat in de politiek gaat; dat kan niet anders. Zelfs hier op Schiermonnikoog ervaar je vrijheid slechts tot op zekere hoogte. Ook hier krijg je te maken met allerlei beperkingen.

En toch heb je het idee van absolute vrijheid. Voor zover je dat op het niveau van de persoon nastreeft, krijg je grote problemen omdat die absolute vrijheid hier niet mogelijk is. Wat gebeurt er, wanneer iemand zich gedraagt alsof hij absoluut vrij is? Ga maar na. Wanneer iemand denkt alles te kunnen doen, vanuit het absolute vrijheidsidee, gaat het ten koste van anderen. Men weet: wanneer je heel veel macht hebt, dan ben je heel erg vrij; wanneer je heel veel geld hebt, dan ben je heel erg vrij. Dus men streeft naar die middelen van geld en macht om meer vrij te zijn. Maar, het is duidelijk, dat is geen oplossing. Wanneer mensen werkelijk ernaar streven om absoluut vrij te zijn in het leven, is dat levensgevaarlijk. Het kan niet anders dan ten koste gaan van andere mensen en uiteindelijk ook ten koste van jezelf.

En toch is er dat idee van absolute vrijheid. Je ziet dus dat dat idee niet op het niveau van de persoon gerealiseerd kan worden. De persoon is vanuit zichzelf door en door beperkt door de scheidingen die hij zich schept. Wanneer je dat ziet en toch de notie van vrij-zijn hebt - en eigenlijk dus daarin al een stuk vrij-zijn gerealiseerd hebt - ga je preciezer kijken wat vrij-zijn betekent. Dan is het duidelijk dat dat niet op het niveau van de persoon ligt. Juist wanneer dat niveau overschreden wordt, wanneer dat doorzien wordt in zijn beperktheid, wanneer dat weg mag vallen, dan blijkt er een dimensie open te gaan waarin het niet meer gaat om de persoon, om het ik-denk, ik-wil, ik-wil-vrijheid. Dit is een openbreken van de grenzen, van die hele conditie, van de hele situatie van de persoon zelf. Dus absolute vrijheid is alleen in zo’n verticale dimensie bewust te worden, voor zover je dat niveau van die beperkte persoon overschrijdt, doorbreekt.

Dan is er een stuk openheid en kan beseft worden: dit is het. Dit is geen besef van jezelf als een persoon, een ik-denk, nee, het is een direct vaststellen, een onmiddellijk bewust-zijn dat voorbij de grenzen van het ik-denk en ik-stel-vast uitgaat. Dat bewustzijn gaat veel verder dan de grenzen van die persoon. Als je daar contact mee krijgt, betekent dat al een doorbreking van de identificatie met die persoon. Dus dat heeft niets meer met denken te maken, het heeft juist met het doorbreken van het denken te maken. Dus in die zin kun je de absolute vrijheid definiëren ten opzichte van de persoon met zijn beperkingen. Het is het openbreken van het systeem persoon-wereld.

Wanneer die wereld werkelijk is doorbroken, heb je geen woorden meer om de situatie te beschrijven. Een van de laatste woorden is dan ‘vrijheid’, de vrijheid van alle beperkingen en identificaties die er eerst waren. Dan is het leeg. Vrijheid is totale leegte. Maar, aan de andere kant is vrijheid wel een leegte waarin van alles weer kan verschijnen. Alles verschijnt weer, maar in de open dimensie is er niet meer de identificatie met wat daarin verschijnt. Dus de vormen die dan opkomen blijven open, ze zijn niet meer beperkend.

Je ziet hoe moeilijk woorden dan zijn. Je kunt in zekere zin zeggen: ik ben dan vrij. Maar, dat ‘ik’ heeft dan niet dezelfde betekenis als in de gewone taal. Daarin is ‘ik ben vrij’ onzin. Je bent op dat niveau niet vrij. Moet je eens kijken waardoor je allemaal bepaald wordt. Zie het verschil dat ik aanduid: de horizontale en de verticale benadering. Heel veel new-age richtingen werken op het niveau van het horizontale, om op dat niveau meer vrijheid te krijgen. Dan gaat het om zelfontplooiing, enzovoort. Natuurlijk kan het best zijn dat je je daarbij goed voelt en een prettiger persoon wordt, maar daarom gaat het niet werkelijk. Nogmaals, het gaat niet om het bereiken van een grotere vrijheid in je eigen wereldse situatie. Het gaat erom om dat hele niveau waar je in vastgezet bent te doorzien en zo te doorbreken. Dat is duidelijk? We hebben het er vaker over gehad, maar stel nog eens goed vast hoe het de afgelopen tijd is geweest, in je werk en zo. Stel vast hoe het nu is. Wanneer er een bepaald streven is, in welke dimensie vindt dat dan plaats?

Eerste bijlage

Wat ik zie
14 januari 2003

Als ik me afvraag wat het meeste 'mijn zelf' is, dan onderzoek ik mijn lichamelijkheid. Ik ga naar binnen. Ter hoogte van de borst. Niet echt daar gelokaliseerd, maar wel de borststreek als ingang nemende, ervaar ik een groot gevoel van zelfheid. Dat Zelf is immens vertrouwd. Het is er altijd en altijd geweest. Het is een waarnemer, maar zelf kwaliteitloos. Door geen mes, vuur, koude of emotie bereikbaar. Dat is het meeste dat ik ben.

Hoewel dat Zelf altijd en overal aanwezig is, is het dus absoluut onbereikbaar. Ik snap nu beter mijn diepe verlangen en heimwee van vroeger. Ik wist dat dat vage, maar diepe gemis door geen wereldse zaak of persoon in te vullen zou zijn: een onvervulbaar liefdesverdriet waarvan ik weigerde het ooit op te geven. Ik mis, achteraf ingezien, meZelf.

In reactie op mijn afstemming op dat Zelf, kunnen er verschillende lichamelijke verschijnselen optreden. Meestal gaat mijn hart open, mijn ademhaling kan veranderen, mijn rug recht zich en soms hebben mijn polsen de neiging zich naar buiten te draaien. Voorheen was ik altijd op dat soort dingen gericht. Ik vond dat belangrijk. Ik dacht dat het om dit soort energetische zaken ging. Ik merk nu op dat als ik bij dat Zelf gevoel blijf, die lichamelijke neigingen verdwijnen of onbelangrijker worden. Gelukkig.

Als ik erbij blijf, breidt dat Zelfgevoel zich uit. In eerste instantie naar voren. Daarna kan het in de objecten 'schieten'. Dan ontstaat een soort van eenheid. Door de directe waarneming. Er is geen onderscheid tussen de waarnemer en het waargenomene. En tegelijkertijd zijn ze er allebei toch wel. Allebei onmiddellijk in dit nu. Er is in feite geen 'hier' en geen 'daar'. De vormen worden in zekere zin leeg. Het bospad waarop ik loop is een soort plank, waaronder zich een oneindige diepte bevindt. Het pad is er, maar de ruimte eronder ook. De muur die ik zie, is van 'papier'. Het is heel relatief.

Niels Willems


Tweede bijlage


Beste vrienden,


Op 2 Januari steeg het water hier in de Ardennen enorm en snel. Bij mij in de molen is natuurlijk wel eens wat water beneden, omdat een watermolen op het laagste punt bij de rivieren gelegen is. Nu echter kwam er zoveel binnen, dat er binnen twee uur een meter water binnen stond. Buiten was geen weg meer te zien, geen weilanden meer, geen tuin. Als ik niet met de mensen van hier de hele inventaris naar boven had kunnen brengen, als zij niet de koelkasten hadden geleegd en bij hen thuis hadden ondergebracht, als er niemand was geweest die de volgende dag een elektricien had gestuurd, als ik niet bij anderen had mogen slapen, dan had ik de nacht in een huis zonder licht en zonder verwarming moeten doorbrengen in afwachting van nog meer verschrikkingen, nog meer water, modder, ongeloof.

In die eerste totale eenzaamheid en confrontatie met de elementen, kreeg ik de kans om de grote eenheid te ervaren, om iets te pakken te krijgen van dat ZELF waar ik soms heel even mee in aanraking mag komen.
Door me te verbinden met de elementen, door me een te voelen met het water, dat zijn weg zoekt over de planeet, door de sneeuw te verwelkomen en de daarmee gepaard gaande vrieskou (-10), door dan de zon te laten indringen in mijn versteende lijf, had ik een ongelooflijke basale ervaring buiten de materie om, buiten de fysieke beperkingen. Het denken viel uit, het lichaam zakte weg, brak als het ware uiteen.
Het leek eigenlijk, zo denk ik, op een bijna dood zijn.
Wat valt er dan veel overbodigheid weg, wat vangt men dan een glimp op van de essenties van het bestaan.
Elementair nieuwjaar gewenst,
Juliane


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • Naar de Openheid

    De teksten in dit boek zijn geschreven op basis van gesprekken gehouden te Gouda, aangevuld met enkele gedichten en korte teksten met illustratie. 
    Als uitgangspunt dienen steeds bekende gegevens en situaties, waarin verwijzingen zitten naar dat wat niet te beschrijven is, maar dat hier Openheid wordt genoemd.

  • Openingen naar Openheid

    In dit boek zijn ruim 120 korte teksten verzameld die openingen bieden naar die openheid. Deze blijkt uiterst eenvoudig te zijn. De teksten zijn stukjes van leergesprekken, bedoeld als stimuli om de aandacht te richten op openheid, iets daarvan te laten zien en zo de realisatie van openheid een grotere kans te geven. Ze vormen samen de essentie van het onderricht in non-dualiteit.

  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod