9-12 En als je dan duizend levens hebt geleefd, zeg je op een bepaald ogenblik: het is genoeg

Jaargang 9 nr. 12 ( 17 augustus 2008)
9-12Pauw
Als ogen ben je overal
Tekst


Uit een inleiding en gesprek te Gouda 14 mei 2008 - 3: Het ego

Bij elke ervaring komt wat je ervaart altijd naar je toe en val je altijd mee samen. met de mensen, de dingen. Maar je houdt jezelf, alles en iedereen voortdurend tegen. Vraag jezelf maar af: wat houdt me tegen? Eén volledige ervaring zonder ik-verkramping en het is voor elkaar. Toch is er het ´ik´ dat altijd dingen tegenhoudt. Het houdt de dingen die van buiten komen tegen en het houdt zo de ontplooiing van de ervaring tegen. Waarom? Omdat het ego weet dat het zal oplossen, als de ervaring zich gaat ontplooien totdat subject en object versmelten. Dus een ik heeft niet alleen allerlei brillen op die die ervaring beperken en vervormen, maar heeft ook nog in zich die basisweerstand om de ervaring helemaal door te laten gaan totdat die zich 100% heeft ontplooid. Eigenlijk is het ik heel zielig. Het wil van alles. Het wil groots genieten en daar doet het alles voor. Dan dit, dan dat, dan dat... maar het houdt het echte genieten zelf tegen. Het is duidelijk dat daardoor het genieten van allerlei mooie dingen niet bevredigt.

Het is het ego dat verlangt naar geluk, en dat geluk mag nooit komen, want dat betekent het einde van het ego.
Zie je, dat is het basisconflict van het ego.

Maar hoe zit het dan met het verlangen? Dat is toch niet alleen van het ego?
Nee, want het verlangen gaat voorbij het ego. Maar dat is nou juist de problematiek van het ego, dat het daarin niet kan meegaan.

Maar het ego verlangt wel, naar verlichting bijvoorbeeld.
Laten we zeggen dat dat het zelf is, dat een besef heeft van zijn eigen aard, namelijk totale openheid.

Maar die totale openheid kan het ego nooit toelaten.
Nee, daarom krijg je dus dat conflict.

Het ego wil gewoon een verlicht ego zijn.
Dat denkt: jazeker wil ik verlicht zijn, maar zonder mezelf te verliezen. Dat dat mogelijk zou zijn is een denkfout, een illusie die veel lijden veroorzaakt.

Het ego kan zichzelf ook niet los maken?
Nee, dus het openbreken zal vanuit iets anders, van buiten moeten komen. Wat is dat andere? Dat ben jezelf voor zover je niet vastzit in het ego. Heel simpel.

Het ego heeft een gerichtheid, maar niet voorbij het ego.
Als je vanuit het ego-standpunt zit te kijken, kun je allerlei lijntjes ontdekken die wijzen voorbij de grenzen van het ego. Om verder te kijken moet je wel durven kijken en dat durft het ego niet. Daarom zijn die hele simpele dingen die ik aanwijs in je eigen ervaring voor de meeste mensen zo moeilijk om te ervaren, bijvoorbeeld: ervaar maar dat je in je (gevoels)lichaam geen grenzen hebt. Waarom wordt die ervaren onbegrensdheid niet geaccepteerd? Omdat het ik er niet aan wil.

Maar is dat niet het probleem van iedereen? Ook van de mensen die hier zijn?
Van iedereen die nog ergens vastzit in een ego, ja. Het is goed om dat te herkennen.

Het ego zal toch wel ergens goed voor zijn?
Ach ja. Als het ego het prettig vindt om een check uit te schrijven voor een goed doel, ... dan is het ergens goed voor, ja.

De praktische kant dus...
Het ego is allereerst goed voor zichzelf. Het ego is altijd per definitie eerst goed voor zichzelf en als dat dan ook nog betekent dat het goed is voor iemand anders, is dat meegenomen. Je ziet het, als er een belangenconflict met iemand anders komt, kiest het ego voor zichzelf.

Wat is dat nou eigenlijk, het ego?
Dat is het zelfzijn dat denkt: ik ben deze persoon.

Maar die gedachte vindt toch plaats in het bewustzijn?
Ja, als je je ervaart als bewust-zijn. Maar dan ligt de zaak anders.

Maar dan is er toch geen ego?
Voor zover het optreedt, is het een fantoom.

Het bestaat dus niet?
Nee, natuurlijk niet. Ga maar kijken.

Maar toch bestaat het.
Ja, vanuit je standpuntje van ego is dat de grootste waarheid. Daarom kies je steeds weer voor het ego. Dat staat voorop. Dus dat zal je allereerst duidelijk moeten zien. Je moet ook durven zien: zo werkt dat egoïstje.

Ik hoorde iemand zeggen: ik kan kiezen tussen gelukkig zijn of gelijk hebben.
Als een alternatief duidelijk wordt, dan is er een ander standpunt. En vanuit dat ruime standpunt is er dus ook de mogelijkheid om de beperkte dingen van het eigene los te laten.

Ik ervoer dat dan alles verandert.
Ja, maar zie dat de bron op een ander niveau ligt dan op het ego-niveau. Het is op een ander niveau van zelfzijn, waar veel meer inzicht is, waar die keuze mogelijk wordt. Voor een ik is dat niet mogelijk, want een ik gaat gewoon lijnrecht op een egocentrische wijze door. Dus alleen al het herkennen van dat zelf-zijn met een veel ruimer inzicht is op zich al een stuk bevrijding.

Maar je had het net over verlichting.
Dat is een heel moeilijk woord, maar je kunt dat definiëren als het niet meer vastzitten aan wat voor specifiek iets dan ook.

Maar je beschreef de verlichte staat als iets wat een ervaring heeft.
Nee, wel is er een herkennen vanuit helder bewustzijn.

En dat is de ervaring?
Dat kun je eigenlijk niet meer een ervaring noemen. Het woord ervaring gebruiken we meestal voor een persoon, op psychologisch vlak. Maar op het niveau van het inzicht is er helderheid van bewustzijn en daarin toont iets zich als iets. Het is direct gegeven.

De gedachte aan verlichting moet je dan weer loslaten?
Natuurlijk, want dat is ook weer een idee met een bepaald naamplaatje vanuit het denken van een persoon.

Dus bij het loslaten geeft het ego de strijd op. En dan?
Nu, dat zelf-zijn dat dat vast kan stellen blijft dan over.

Maar dat is volstrekt onvoorstelbaar, Het ego laat zich niet los en dan ga je toch wachten op een soort doorbraak?
Moet je niet doen. Enkel herkennen, zolang het nodig is.

Dus het steeds weer dat herkennen, steeds weer opnieuw.
Steeds weer opnieuw, zolang het nodig is.

En wanneer is het dan niet meer nodig?
Wanneer het gewoon stabiel aanblijft. Wanneer niet die oude mechanismen van scheiding maken, proberen anderen te manipuleren, tegen houden of juist willen hebben, tot al die mechanismen niet meer werken. Wanneer het open is.

Dus dan doet de omgeving er eigenlijk ook niet toe?
Nee, want er is niet meer een binnen en buiten, dus er is ook geen omgeving meer. Als je geweldig geniet van een landschap, dan is er ��n iets: landschap/genieting. Dan zeg je niet: die omgeving is er en die omgeving doet er nu niet zo veel meer toe voor mijn geluk. Dat zeg je allemaal niet meer, want dat is vanuit een afstand redeneren door het ik die iets op afstand wil houden. En je ziet, dat is dan eindeloos. Wanneer de omstandigheden even veranderen, bijvoorbeeld als je thuis bent, wil je het nog eens die mooie ervaring hebben. Als je die eindeloze kringloop doorhebt, de beweging van het beperkte zelf-zijn dat zich bindt aan condities, zie je dus de grote problemen die daardoor ontstaan. Het hele leven jakkert het ik achter zichzelf aan. En als je dan duizend levens hebt geleefd, zeg je op een bepaald ogenblik: het is genoeg.

Lichtmeditatie

Kijk eens naar de blauwe lucht die vol is met zonlicht en richt je even met gesloten ogen naar de zon. Als er geen blauwe lucht en zon is, stel je je die lucht en de zon met gesloten ogen precies voor. Ervaar bewust de oneindigheid van de hemelruimte en nog meer de straling van het zonlicht.
a) Word je bewust van het gevoel in je hartstreek en laat je hart opengaan. Dat is mogelijk als je gevoelsmatig de ruimte voor en boven je ervaart. Laat dan het zonlicht in je hart stralen. Steeds meer licht komt in je hart, totdat het, dat ben jezelf, als de zon gaat stralen in de hele ruimte.
b) Stel je voor dat je naar boven vliegt, steeds meer in die stralende ruimte, steeds meer in het stralende licht. Ervaar maar dat je steeds meer in die hemelse sfeer van licht terecht komt, zelf steeds meer de kwaliteit van licht krijgt en gaat samenvallen met het licht.
Hoe groot ben je nu?
Zijn er nog grenzen en scheidingen aanwezig?
Verander je als licht?
Zie je ook de wereldse manifestaties van licht als de manifestaties van je eigen licht?
Kun je ervaren dat je kwaliteit van universeel licht ijler wordt en de neiging heeft op te lossen in iets wat onnoembaar is?

Uit de Pers

Deepak Chopra schrijft regelmatig in de Washington Post. Op 26 juni jl. zette hij het volgende korte artikel op de website: A Book That Peers into Eternity. Daarin schtijft hij onder andere het volgende,
There's a single book that I reread every year: "I Am That" by Nisargadatta Maharaj (1897-1981). The title is a quotation. In India the goal of enlightenment is to see reality as a whole. When all illusion has fallen away, one looks around and can say, with complete confidence, "I am That, you are That, and all this is That."
It is believed in India that the liberated state, or Moksha, takes hundreds of lifetimes to attain. One supposes, then, that this illiterate farm boy must have prepared a long time for the breakthrough into enlightenment. So far as we know he never practiced spiritual disciplines. As he put it, his guru told him "You are That," and Nisargadatta believed him.

Every time I reread "I Am That," I close the book convinced that the world would change entirely if everyone in it took Nisargadatta's wisdom to heart.


Zo'n tekst is de moeite van het lezen waard, tussen het vele nieuws en commentaar over problemen die veroorzaakt worden door het scheppen van dualiteit.
Let wel even op wat Chopra schrijft over de verlichting, want het komt voor je eigen inzicht erop aan precies te zijn: 'to see reality as a whole' in plaats van 'to see and to be reality as a whole', en:'one looks around and can say' terwijl de situatie waarin er iemand is die rondlijkt en dingen zegt heeft plaatsgemaakt voor een onuitsprekelijke non-dualiteit. Niet voor niets zei Nisargadatta Maharaj dat de titel 'I am That' veel te positief is om aan te duiden waar het hem om ging. De hoogste waarheid komt niet in de Washington Post!

Nog een mooie zomertijd gewenst.
Tot gauw en hartelijke groet,
Douwe Tiemersma


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • De ander en ik

    Dit boek bevat de lezingen en enkele andere teksten van het 2e Advaita Symposium over de relatie van 'de ander en ik'. De vragen kwamen aan de orde: Wat is de aard van de ander; in hoeverre of in welke zin verschilt de ander van mij en in hoeverre vormen wij een eenheid? De bespreking van deze vragen kon een verheldering geven van problematieken als ‘de aard van het zelf’, ‘de mogelijkheid van communicatie’ (in hoeverre kunnen wij elkaar begrijpen?), ‘de grondslagen van ons morele gedrag’ en ‘de ander als leraar’.

  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • De elf grote Upanishaden


    De Upanishaden vormen de grondslag van een groot gedeelte van de Indiase filosofie. Ze worden ‘Vedânta’ genoemd, dat is het einde en de culminatie van de Veda’s. De wijsheid die in de teksten naar voren komt is nog steeds een onschatbare bron, zowel in India als daarbuiten. Centraal staat daarin de visie en zijnservaring dat de kern van zelf-zijn identiek is aan de grondslag van wereld en universum.
    In dit boek is een groot gedeelte van de belangrijkste Upanishaden (8e-6e eeuw v.Chr.) opgenomen.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod