9-3 Bij het ware genieten vallen het object en ik weg
Jaargang 9 nr. 3 ( 15 februari 2008 )
De februari-retraite Schiermonnikoog
Op Schiermonnikoog gebeurden weer wonderen. Wonderen zijn het als de druk van een zware last en kramp, ook van vele jaren, ineens verdwijnt. Dan is er zomaar de ervaring van ruimte en vreugde te zijn. Dat het gebeurde met veel mensen is een groot wonder. Daar zijn nauwelijks woorden voor.
Er zijn gespreksopnames gemaakt van de satsangs:
1. De stormwind – hoor de wind – je bent de wind
2. Relaties
3. Ontspanning tot het gebied voorafgaande aan de ik-persoon / verliefdheid
4. Zintuiglijke opening (zien, horen, voelen)
5. Terugkeer naar en opening van het hart
Deze cd’s kunnen worden besteld bij Jochum Meijer (jochemeijer@casema.nl); degenen die een opname willen uittypen, krijgen gratis een toegestuurd.
Tekst
Satsang met Douwe Tiemersma op 17 januari 2007 (4): Het binnenste buiten
Als je je verplaatst naar binnen toe, is er een vrijkomen, een openbreken.
Eerst heb je het idee dat je zit opgesloten in de vorm van je lichaam en dat dit lichaam in de ruimte is. Als je werkelijk naar binnen gaat, draait deze structuur zich binnenste buiten, letterlijk! Je zelf-zijn blijkt buiten te zijn als universele ruimte.
Zie het theepotje met het binnenste buiten [nu in de vitrine in de bovenzaal]. De thee die eerst in het theepotje zat, zit nu buiten. Die thee is universeel. Zo blijkt jezelf universeel te zijn.
Dan is er geen theepot meer.
Misschien is er nog een tijdje zo'n vormpje binnenstebuiten, maar dat lost dan gauw op. Je ziet het lichaam, de aarde, het heelal omkeren, inkrimpen en in de grote ruimte van jezelf vallen. Dus alles wat er nog is, ben je zelf ook. Je eigen innerlijke ruimte, dat zelfzijn, dat wordt letterlijk universeel.
Die ruimte ben je ook als bewust-zijn. Daarin is dus geen geconcentreerde aandacht meer voor een bepaald object. Het bewust-zijn is helemaal open gekomen. Het heeft zelfs geen centrum meer. Er is niet meer de structuur ‘ik zie dit; ik ben me bewust van dat’. Het beginpunt en eindpunt, de oorsprong van bewustzijn van een object en het object als doel bestaan niet meer. Ze zijn bij elkaar gekomen en zijn uit elkaar gespat tot oneindigheid.
Dan maakt het niet meer uit waar je zit.
Dan is er geen lokalisatie meer van jezelf. Er is een totaal open gevoelsmatig bewustzijn.
Maar er is toch nog wel een vorm die in de weer is?
Voor zover er vormen zijn, zijn er vormen. Jij bent het zelf van al die vormen én je bent veel meer.
Je zegt wel vaker: ... zolang er nog leven of de wereld is ... Is het dan zo dat de vormen ophouden te bestaan?
Als je bewust blijft stel je vast dat alle vormen een begin hebben en weer verdwijnen. Zolang die vormen er zijn, zijn ze er, niet verschillend van jezelf. Als ze verdwenen zijn, zijn ze er niet meer.
En als iemand dood gaat?
Dan is die vorm weg. Zolang die levensvorm er is, gaat die levensvorm door en wanneer het leven weg is, dan valt die vorm uit elkaar. Zo simpel ligt dat.
Als de vorm zich heeft opgelost, ben je alleen nog de ruimte.
Je bent altijd de ruimte.
Het heeft niets te maken met of je nou in een ik zit of niet ...
Als je je niet meer identificeert met een vorm, zit je niet meer opgesloten in die vorm. Maar zolang die vorm dan nog doorgaat, gaat die door. Er gebeurt wat er gebeurt.
Sommigen denken dat wanneer de verlichting doorbreekt, het leven helemaal op zal houden. De vorm gaat door zolang die doorgaat. Op een gegeven ogenblik is zij verdwenen.
Ik ervaar dan snel die ananda, die gelukzaligheid. Maar het voelt toch nog als een soort verlangen.
Voor de vervulling ervan zul je dus nog verder moeten inkeren, tot vóór die ananda. Als je te vroeg stopt, is er nog het verlangen dat op het geheel is gericht.
Je zei eerst iets over het kosmische orgasme. Dat komt voort uit de sfeer van verlangen naar buiten naar volledige eenheid.
Daarbij is er ook een inkeer tot de diepte en een volledig loslaten. In de seksualiteit is er ook een terugkeer naar je oorsprong en een vrijkomen in universele eenheid.
Dus je kunt het bekijken op alle verschillende chakra niveaus. Op het niveau van de buik? Kijk maar als je heerlijk zit te eten. Je ziet iets lekkers op je lepel, een object; het water loopt je in de mond; je neemt een hap en proeft goed. Zodra je het doorslikt, heb je het al geassimileerd, dat is: gelijk gemaakt aan jezelf. Als je er werkelijk 100% van geniet - mmmmmmmm zo lekker - neem je het op tot in je centrum. Als dat opnemende genieten volledig, totaal door laat gaan, ben je al etende) in één hap verlicht. Naar binnen gaande komt het binnenste buiten.
Maar je hebt gemerkt dat je er niet volledig van geniet, want als je wat in je mond hebt zit je al te kijken naar de volgende schep. Je werkt alles snel naar binnen en kijkt: komt er nog wat?
Zie dat aan de ene kant de objecten naar binnen gaan en wegvallen. Elk object, elk beeld, elk verlangen valt weg. Wanneer je werkelijk 100% kunt genieten, er helemaal in kunt opgaan, valt elke gerichtheid op iets anders weg. Wat eerst buiten was, is naar binnen gegaan en dat betekent, als het goed is, de vervulling van alle gemis, elk verlangen.
Als je op een bewuste manier ademt, als je volledig inademt, hoeft er na het inademen niets meer te komen.
Mensen die van het roken af wil komen, zouden zo sterk van een sigaret moeten genieten dat het voor altijd genoeg is geweest.
Als het verlangen weer opnieuw opkomt, blijkt de beweging naar binnen niet volledig te zijn geweest.
Er kan een volledige vervulling zijn door totale overgave. Dan is er geluk.
Als het niet totaal is en niet bewust herkend wordt, herstelt de oude structuur zich weer gemakkelijk, dat wil zeggen, dat de structuur weer terugklapt. Je zit dan weer in een lichaam en bent weer verlangend gericht op allerlei mooie dingen.
Als je die ene hap neemt waar je volledig van geniet en helemaal daarin opgaat, is er in principe geen volgende hap meer. Het betekent een terugkeer en een open komen. Dan is er geen centrum meer en de hele structuur ‘ik ben op het eten gericht’ is weg.
Bij een vastenkuur heb je na een paar dagen geen honger meer. Maar dat is een fysiologische zaak. Het kan je een paar kilo's schelen, maar in de zijnsstructuur verandert er niets als na de kuur je gerichtheid op eten weer even groot is als ervoor.
Alles zal bewust open moeten komen.
Je bent in een mooi landschap en neemt één volledige hap van die bruine boterham met kaas: klaar!
Bij het ware genieten vallen het object en ik weg. Er is een samenvallen van ‘ik’ en van wat je geniet. Dan valt de tijd weg. Dan is er alleen nog een open zijnssfeer waarover je nauwelijks iets meer kan zeggen. Het laatste wat je kunt zeggen is: ‘oneindig genieten’. Deze open sfeer en dit genieten bewust-zijn is een herkenning van wat er altijd al was.
Hartelijke groet,
Douwe Tiemersma
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.