Doris Lessing (1919)


Doris Lessing werd als Doris May Taylor geboren in Perzië, het tegenwoordige Iran. Op haar vijfde jaar verhuisde ze met haar ouders naar een boerderij in zuid Rhodesië. Haar eerste boek, The grass is singing, gaat over die Afrikaanse periode in haar leven. Later kwam ze in een politiek radicaal milieu terecht, waarvan ze zich later distantieerde. Na haar tweede echtscheiding in 1949 vertrok ze met haar tweede kind naar Engeland.
Haar sociaal-psychologische romans en verhalen hebben een sterk autobiografisch karakter. Vooral in haar latere werk is er sprake van een gepassioneerd zoeken naar de spirituele levenswortels van het bestaan - een thematiek waaraan weinig romanschrijvers zich wagen - o.a. in The golden notebook en in een serie science fictionboeken: Canopus in Argos en, zeer uitgesproken, in Briefing for a descend to hell. Hier volgt een beschrijving van een deel van het laatstgenoemde boek door Karel, en enkele citaten.

*

De geheime opdracht van Charles Watkins


In Briefing for a Descend into Hell * verliest een man, Charles Watkins, van de ene op de andere dag zijn geheugen en wordt in een verwaarloosde toestand door de politie aangetroffen ergens op straat. Hij komt als een onbekende gek terecht op de psychiatrische afdeling van een groot ziekenhuis, waar men poogt hem zijn geheugen terug te geven en achter zijn identiteit te komen. Toegewijde artsen stoppen hem rigoureus onder de medicijnen en uiteindelijk slagen zij erin hem weer 'gezond' te maken. Maar tussen zijn instorting en zijn 'genezing' barst de oerenergie van zijn geest los, die hem wild heen en weer laat slingeren tussen chaos en kosmos. De taal die hij daarbij uitslaat is voor de artsen volkomen onbegrijpelijk, maar blijkt vanuit een ander gezichtspunt onmiskenbaar zinnig te zijn. Zijn inzicht in de innerlijke werkelijkheid van degenen die hem omringen is zeer uitgesproken. Bovendien herinnert hij zich het werkelijke karakter van het Universum. Hij staat op het punt zich te herinneren dat hij in de bovenzinnelijke wereld zoiets als een 'instructie' voor het leven op aarde heeft ontvangen. Tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis poogt hij wanhopig om zich die verlossende instructie uit zijn voor-ingecarneerde bestaan te binnen te brengen, dwars tegen de grove psychiatrische behandeling in die hij moet ondergaan.
"Vergeet het niet, houdt de herinnering levend, bewaar hem goed", is de opdracht die hij en een aantal anderen meekrijgt voor zijn 'descend into hell'. Het zal duidelijk zijn dat die hel gewoon de Aarde is. De boodschap werd in hem vastgelegd als een geheime opdracht om anderen te helpen herinneren aan de zijnswerkelijkheid van hun bestaan. Pas laat in het leven van de hoofdfiguur begint hij die voorgeboortelijke opdracht te realiseren. Hij is dan al een bekende professor, die tot aan dat moment geen enkele spirituele belangstelling had. De schok van de herkenning is daarom zo groot dat hij zijn geheugen verliest en in handen valt van de psychiatrie. Gedurende die beproeving echter breekt de herinnering door: 'Er is iets dat ik moet overbrengen, dat ik de mensen moet vertellen. De mensen weten het niet, maar het is alsof zij in vergiftigde lucht leven. Zij zijn niet wakker, zij zijn verdoofd, op hun hoofd geslagen, lang geleden...'
Na lang aandringen van een van de psychiaters stemt hij in met de toediening van een aantal elektroshocks. Zijn Hogere Bewustzijn wordt aldus letterlijk uit hem gedreven en hij raakt 'volledig hersteld' van zijn geheugenverlies, maar volstrekt afgesneden van elke herinnering aan een hoger weten. Het boek eindigt abrupt en definitief, als een krachtige, korte serie paukenslagen, het noodlot dat toeslaat na een symfonie vol hoop: na de behandeling in het ziekenhuis schrijft hij enkele mensen die bij zijn 'ziekteproces' waren betrokken en het boek besluit met zijn koele afwijzende reactie op de liefdevolle uitnodiging van een vrouw die hem 'herkent' en die hem daarover wil spreken.
Wij weten dan inmiddels dat het de woorden zijn van iemand die op de rand stond van zijn spirituele doorbraak en die nu weer terugvalt tot het normale zombieniveau waarin de overgrote meerderheid van de mensheid leeft, als professor in de oude talen die lesgeeft over het epitheton bij Homerus.

Op een bepaald punt van zijn crisis schiet het Charles Watkins te binnen dat hij één is met het Universum. Hij herinnert zich 'opeens een vergadering die hij bijwoonde in een subtiele wereld, pal voor zijn incarnatie op aarde. De aanwezigen daar werden toegesproken door Commander Merk Ury (Hermes-Mercurius), die hen vertelt hoe het zal zijn als zij weer bijkomen uit de verdoving van de klap na hun geboorte op aarde:

"... En, wanneer je bent opgewekt tot je echte staat van zijn en bent hersteld van de schaamte of gêne bij het zien van de diepten waarin je bent gezonken, dan zul je aanvangen met de taak ook anderen tot hun ware staat van zijn op te wekken en ontdekken dat je in de positie verkeert als redder van een verdrinkend mens, of als een dokter in een stad waarin een epidemische gekte heerst. De verdronken persoon wil gered worden, maar stribbelt tegen. De krankzinnige heeft bij tussenpozen flitsen waarin hij gezond is, maar blijft ondertussen zijn dokter als zijn vijand zien."

Net voor zijn behandeling met elektroschokken, die de inprint van Licht in zijn denken totaal verduisteren, spreekt professor Charles Watkins met een andere patiënt in het hospitaal:

"Er zijn altijd mensen in de wereld die weten' zei de professor. "Maar zij houden zich rustig. Zij bewegen zich gewoonlijk stil, de mensen helpend die weten dat zij in de val zijn gelopen. En dan, voor degenen die eruit zijn gekomen, is het alsof zij bijkomen uit de bedwelming van chloroform. Ze realiseren zich dat ze hun hele leven geslapen en gedroomd hebben. En dan is het hun beurt om de regels te leren. En worden zij degenen die rustig leven in de wereld, alsof er alleen een paar menselijke wezens zijn op een planeet vol met apen die geleerd hebben te denken als menselijke wezens. Maar in de arme, droevige, beschadigde hersenen van de apen schuilt een half verbrande kennis. Soms denken zij dat als ze alleen maar wisten hoe, als ze het zich alleen maar helder konden herinneren, ze uit de val konden komen en ophouden met zombies te zijn." (Vert. K. Pag. 247-249)

Briefing for a descend to hell, Jonathan Cape Ltd. 1971

*


Er is geen tweeheid

als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.


  • Management en non-dualiteit

    In bedrijven en organisaties is meer aandacht gekomen voor de oriëntatie op samenhang, eenheid, heelheid, ongescheidenheid, kortom: non-dualiteit. Wat betekent deze ‘niet-tweeheid’ en op welke wijze kan zij in het eigen werk en in de organisatie doorwerken? Deze vragen staan in dit boek centraal.

  • Stiltewandelingen naar eenheid

    Wandelen in stilte is terugkeren tot de rust die in de drukte van het leven vaak wordt gemist. Veel mensen zoeken die rust en vinden die in de natuur.

  • De bron van het zijn

    ‘Wat was mijn toestand, voordat er ervaring was? Wie was er om op deze vraag te antwoorden? … dat Ik dat geen vorm heeft en zichzelf niet kent als ik ben.’

  • Advaita Vedanta - de vraag naar het zelf-zijn

    De actuele vraag ‘wie we eigenlijk zijn’ was het onderwerp van een symposium aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op 18 september 2000, waarin vooral de oude Upanishaden en de Advaita Vedânta aan het woord kwamen.

Boeken

Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.

Bekijk het aanbod