Herman Hesse, Siddhartha
De Bezige Bij, Amsterdam 1971 (oorspronkelijk Fisher Verlag, Berlin 1922)
In de jaren ’70 werd Hesse ontdekt door de jonge generatie die de over de grenzen van het burgerlijke leven wilde gaan.
Vanuit het verlangen naar vrede en geluk voegt Siddhartha zich bij de strenge asceten. Geen leer kan dat verlangen bevredigen, zelfs niet die van de Boeddha die hij ontmoet. Na een verlichtingservaring leert hij het leven kennen en stort zich in liefde en rijkdom. Op een gegeven moment was dit voldoende geweest en hij vlucht weg.
‘Toen maakte zich uit de meest afgelegen gebieden van zijn ziel, uit een langvergeten verleden van zijn opgebrande leven een klank los. Het was een woord, een lettergreep, die hij gedachteloos met stamelende stem uitbracht, het oude woord, waarmee elk brahmaans gebed begonnen en besloten wordt, het heilige ‘Om’, dat ongeveer zoveel betekent als ‘het volkomene’ of ‘de voleindiging’. En op hetzelfde moment, dat de klank ‘Om’ Siddhartha’s oor bereikte ontwaakte zijn geest plotseling uit de sluimertoestand waarin hij verkeerd had, en zag de dwaasheid van zijn handelwijze in. … Wat al die kwellingen van de laatste tijd, al die ontgoocheling, die wanhoop niet tot stand had weten te brengen, bewerkte slechts dit ene ogenblik, toen het Om tot zijn bewustzijn doordrong: dat hij zichzelf herkende in zijn ellende en dwaling. ‘Om’ zei hij zacht voor zichzelf: ‘Om’. En meteen wist hij weer alles, van Brahman, van het leven dat niet te verwoesten was, van al dat goddelijke, wat hem ontschoten was.’ (p. 83-84)
‘En dat alles tezamen, al die stemmen, al die bestemmingen, al dat verlangen, al dat leed, al die vreugde, dat alles tezamen was de stroom van al wat gebeurt, was de muziek van het leven. En toen Siddhartha gekoncentreerd naar deze stroom, naar dit duizendstemmige lied luisterde, toen hij geen verdriet of gelach meer hoorde, zijn ziel niet meer aan een bepaalde stem bond, en met zijn Ik daar niet meer in opging, maar alles hoorde, het geheel, slechts oor voor de eenheid had, toen bleek dat grote lied van die duizenden stemmen één woord te zijn, het Om: de voleindiging. … Op dit ogenblik hield Siddhartha op, om met het noodlot te vechten, hield hij op te lijden. Zijn gezicht bloeide op in het verlicht besef van dat weten, dat vrij is van driften en drijfveer, dat de voleindiging kent, dat in harmonie is met de stroom van wat gebeurt, met de levensstroom, zich in lief en leed geheel aan de stroom heeft overgegeven, deel uitmaakt van de eenheid. …’(p. 125-126)
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.