5-17 Je nieuwe situatie vreemd? Het is maar wat je gewend bent
Jaargang 5 nr. 17 (1-11-2004)
Op de bijeenkomsten in diverse plaatsen waren weer veel woorden, maar ook veel stilte. Welke woorden? Ik zou het niet weten. Er was stilte en er was iets gaande. Hopelijk wordt bij velen die blijvende stilte duidelijk.
A.s vrijdag is er weer een Stiltedag. Zondag is er in Brugge een bijeenkomst.
Eind deze week komt het Programmaboekje eerste helft 2005 uit.
De boekenbrochure 2003 functioneert nog goed. Als bijlage vindt u de info Herfst 2004.
Douwe Tiemersma
Tekst
Gesprek zaterdag 3 april 2004 op de Hoorneboeg (4)
Aan de ene kant vind ik mijn situatie zo wel goed en prettig. Aan de andere kant zeg je: ‘Ja, maar het is het toch niet helemaal.’ Dan ontstaat er de neiging ergens naar toe te gaan en van de ontspanning een soort wiskunde te maken. Zo van: ‘Ik zit hier en ik moet daar naartoe. En langs die lijn moet de ontspanning verder gaan.’
Dat is bij jou wel sterk.
Natuurlijk is het goed om je situatie door te hebben. Heb het door, wanneer er een spanning ontstaat als je iets wilt gaan doen. Dan is er een bewustwording en ruimte waarin de spanning weer kan oplossen. Het bewustzijn is de voorwaarde die het mogelijk maakt dat zaken gaan oplossen, dat het proces van ontspanning kan doorgaan. Het bewustzijn is ruimer dan de verschijnselen die zich aandienen. Dus de verschijnselen dienen zich aan in de ruimte van het bewustzijn. Dan is er een relativering en oplossen van die verschijnselen.
Als je het hebt over die bewustwording, zit daar een beweging in. Het lijkt moeilijk om die beweging te laten bestaan zonder er iets voor te doen.
Het enige is: keer terug naar jezelf en dan merk je: ik ben bewust-zijn. Je hoeft niets te doen om bewustzijn te zijn. Je bent dit al lang. Het is je eigen aard. Het gaat om bewustwording, openheid voor je eigen bewust-zijn, zodat dat duidelijk is. Die bewustwording vindt automatisch plaats als je je niet meer op andere dingen fixeert, als je je ontspant in jezelf. Wanneer je bewust-zijn duidelijk is, gaat het proces verder.. Daar hoef je niets voor te doen. De ruimte van het bewustzijn is primair. Als zich dat duidelijker mag manifesteren, wordt alles wat in het bewustzijn verschijnt betrekkelijk en kan oplossen.
Het bewustzijn is duidelijk, en ik ben het. Wordt dat bewustzijn nog waargenomen?
Door wie zou dit waargenomen moeten worden?
Als ik zeg: ‘Ik’, dan is dat niet meer dan een gedachte van de waarnemer.
Door de waarnemer?
Ja, die ik zelf ben.
Wat voor karakter heeft die waarnemer?
Het heeft geen eigenschappen.
Het is niets en denkt dus niet. Wel kan iets in dat niets verschijnen.
Zo gauw ik me realiseer dat het iets wat verschijnt bewustzijn is, dan ontstaan ook de denkprocessen, de dagelijkse dingen, enzovoort. Ik neem ze waar op een afstand. Dus van de waarnemer blijft er eigenlijk niets over.
Uiteindelijk blijft er niets over. Maar, het laatste wat je kunt zeggen is wel dat die waarnemer een bewustzijnskarakter heeft. Want het zuivere waarnemen is niets anders dan bewustzijn.
Een uitbreiding van je bewust-zijn naar jezelf op dit niveau maakt dit duidelijk. Als dit plaatsvindt komt ook het bewust-zijn vrij, jezelf als waarnemer komt vrij. Dan blijkt er geen tweeheid te zijn tussen waarnemer of bewust-zijn en het waargenomene.
Er is toch iets dat weet dat er bewustzijn is?
Zolang er een bewuste waarneming is, is er ook een bewust zelfbesef, per definitie. Dat bewuste zelfbesef wordt steeds zuiverder, los van bepaalde patronen. Dan wordt het ook steeds duidelijker dat je zelf als bewust-zijn geen grenzen hebt. De scheiding tussen het waargenomene en de waarnemer wordt daarmee steeds geringer. De non-dualiteit wordt duidelijk.
Verdwijnt dan het zelfbesef?
Dan verdwijnt het zelfbesef: ‘Ik neem iets waar’ of ‘Ik ben me bewust van iets’.
Ik zie de vaste vormen op het niveau van één stapje terug. Ze zijn doorzichtig en licht. Het is zo absurd.
Nee hoor, het is heel gewoon.
Dat je zomaar uit de harde wereld kunt vliegen, is zo absurd. Je weet dat en het is bizar.
Het is bizar vanuit een oude situatie waarin je iets anders gewend bent. Daarin was alles duidelijk. Je werkelijkheid hangt dus echt van je standpunt af. Het is alleen absurd en vreemd vanuit wat je gewoon bent.
Die absurditeit slijt af?
Op een gegeven ogenblik is het duidelijk: ‘Als ik nog eens terugval in de beperking, is dat absurd’ – de oude situatie op zijn kop.
Het is maar wat je op zijn kop noemt.
Het is maar wat je gewend bent.
Er is geen tweeheid
als je ontspannen bent
in zelf-bewustzijn
is dat duidelijk.
Boeken
Douwe schreef en redigeerde gedurende zijn leven boeken. Via onze uitgeverij zijn deze nog verkrijgbaar.